Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

117c - Alle volken, huldig de Heer


Antwoordpsalm
IWVL
IWVL

Tekst

De tekst is Psalm 117 volgens de vertaling van de Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (IWVL).


Melodie

Ontstaan en verspreiding

‘Alle volken, huldig de Heer’ werd ontleend aan Abdijboek, een Nederlandstalig gezongen koorgebed, samengesteld door de IWVL, de Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie. Deze werkgroep is een samenwerkingsverband van monniken en monialen, vooral benedictijnen en cisterciënzers. Abdijboek bestaat in feite uit meerdere afzonderlijke bundels met liederen, hymnen, beurtzangen, antifonen en psalmen. Daarnaast zijn er ook de verzamelingen met hallelujaverzen en korte beurtzangen, en is er een boek met Bijbelse Kantieken. Liedboek spreekt van ‘huldig’, terwijl Abdijboek ‘huldigt’ vermeldt.
Na publicatie in Abdijboek werd deze beurtzang opgenomen in het derde deel van het project met antwoordpsalmen U zoekt mijn hart (1997).

Kenmerken van de melodie

De componist van Liedboek 117c is waarschijnlijk dom Nico Wesselingh o.s.b., monnik van de voormalige St.-Paulusabdij uit Oosterhout (N.B.). Hij schreef de eenstemmige melodie. Zie de illustratie uit Abdijboek, waaruit de doxologie werd weggelaten.
In 1995 bewerkte Jan Valkestijn (1928-2017) deze compositie voor cantor, volk, vierstemmig koor en orgel. Zie het tijdschrift Continuo, jaargang 10 (1995) 239-242.
Op een enkele uitzondering na beweegt de viertonige refreinmelodie van Wesselingh zich binnen de omvang van een kwart (tetrachord). Ze werd gebouwd op het bekende ‘Te Deum-motief’ (mi-sol-la). De melodische formule van het voorzangvers staat op zijn beurt binnen de omvang van vijf tonen (pentachord), waarbinnen de toon e’ ontbreekt. Dit voorzangvers is een vrije omkering van de refreinmelodie: waar deze laatste stijgt gaat de voorzang naar beneden. De eigenlijk tamelijk eenvoudige melodie van Liedboek 117c is vooral mede sterk dank zij een uitgewogen gebruik van de dorische tonale D-modus, die authentiek is in het refrein en in de voorzang plagaal wordt. Voor wie deze regels over modaliteit en de melodische formule ietwat ingewikkeld overkomen: zie het artikel ‘Modi (kerktoonsoorten)’ in dit compendium.
Het verdient aanbeveling de begeleiding van bewerker Jan Valkestijn te gebruiken (zie de begeleidingsuitgave bij het Liedboek).

Auteur: Anton Vernooij


Media

Uitvoerenden: Ecclesiakoor De Bilt o.l.v. Paul Valk; Jos Wilderbeek, Irma ten Brinke, Paul Sanders en Jomien Tissink, cantores; Frans Haagen, orgel