Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

164 - Zij is een vrouw van naam in Israël


Een eerste kennismaking

Maria de Groot schreef dit lied over de aartsmoeder Sara. ‘Sara, gezegend tot in onze dagen...’ (strofe 1), want generatie op generatie, van moeder op dochter, is deze koningin van volkeren voor velen een bron van hoop.
In verschillende hoofdstukken in het boek Genesis wordt over haar verteld. In Genesis 17 klinkt over haar Gods belofte: ‘Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen en er koningen van haar zullen afstammen’ (17,16). Deze tekst is de basis voor de eerste en de laatste strofe. De tweede strofe verwijst naar het verhaal dat aan Abraham en Sara de belofte van een zoon wordt gegeven (18,1-15). Het ongehoorde hoort zij lachend aan. Fraai verwoord: een nieuwe toekomst wordt opengebroken. De laatste strofe brengt het verhaal ter sprake over de spanning tussen Sara en Hagar. Het woord van God tot Abraham wordt hier aangehaald: ‘Alles wat Sara je vraagt moet je doen’ (21,12).
Maar misschien is een zin uit de Hebreeënbrief wel het meest essentieel: ‘Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind te verwekken, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan.’ (Hebreeën 11,11)
De dichteres schreef haar woorden op de melodie van Bernard Huijbers (zie onder andere Liedboek 221). De redactie van het Liedboek koos voor een melodie van Wouter van den Broek die hij schreef bij een liedtekst van André Troost.

Auteur: Pieter Endedijk


Lied van Sara

Maria de Groot
Wouter van den Broek
Zoals een bruid haar bruidegom begroet

Tekst

Deze toelichting bij de liedtekst is overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 3’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.  

Sara, de vrouw van aartsvader Abraham, wordt van vorstelijke vrouw verhoogd tot vorstin, want, zo staat er in het boek Genesis: ‘Verder zei God tegen Abraham: ‘Wat je vrouw Sarai betreft, voortaan moet je haar niet Sarai noemen maar Sara. Ik zal haar zegenen en jou bij haar een zoon geven. Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen…’ (Genesis 17,15-16).

In de Hebreeënbrief is zij geloofsgetuige: ‘Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind te verwekken… (Hebreeën 11,11). Ook de profeet Jesaja noemt Sara samen met Abraham als stamouders, aartsouders van Israël (Jesaja 51,2) en Paulus noemt de zoon van Sara een verwekking ‘door de belofte’ (Galaten 4,23).

Daarom is Sara, de vorstin, ‘een vrouw van naam in Israël’, (strofe 1). Zij is ‘gezegend tot in onze dagen’, van moeder op dochter. Op hoge leeftijd was zij een vrouw die ‘het ongehoorde’ had gehoord (strofe 2). Zwervend en lachend – ‘Daarom lachte ze in zichzelf’ (Genesis 18,12) –wordt zij ‘naar een nieuwe toekomst opgebroken’ (strofe 2). Sara moet toegeven, als haar zoon Isaäk geboren is: ‘God maakt dat ik kan lachen, en iedereen die dit hoort zal met mij mee lachen (Genesis 21,6). En daarna worden er ‘koningen van volkeren geboren’ (strofe 3). Sara is de ‘sterre op ons pad, / in wie de glans van Israël mocht gloren’.

Rijmschema: A-b-A-b-A-b.


Melodie

Voor het Liedboek is niet de melodie die in Zingend Geloven 3 staat overgenomen, maar gekozen voor een melodie van Wouter van den Broek die hij schreef bij de tekst ‘Zoals een bruid haar bruidegom begroet’ van André Troost en opgenomen als nr. 248 in Zingende gezegend (Zoetermeer 1995).