Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

166b - Jozef zoekt zijn grote broers


De dromen


Tekst

Ontstaan en verspreiding

‘Jozef zoekt zijn grote broers’ verscheen voor het eerst in deel 1 van Alles wordt nieuw (1966). Vervolgens werd het opgenomen in Jubilootje (1993, nr. 306), de Evangelische Liedbundel (1999, nr. 453), het Gereformeerd Kerkboek (2006, gezang 4), Op Toonhoogte (editie 2005, nr. 366; editie 2015, nr. 455) en Weerklank (2016, gezang 531)

Inhoud en structuur

Hanna Lam schreef veel verhalende liederen, maar bij dit lied springt het vertellend karakter speciaal in het oog. In de Bijbel omvat de geschiedenis van Jozef acht hoofdstukken, 273 bijbelverzen. Het is dus een omvangrijke geschiedenis, maar Hanna Lam tekent de hele geschiedenis hier in slechts vijf coupletten, niet meer dan dertig regels totaal. Het hele verhaal wordt hier in grote lijnen geschetst, met niettemin verrassend veel details.

Hanna Lam gaf het lied als titel De dromen mee. Deze dromen lopen als een rode draad door het lied: Jozefs dromen (couplet 1; zie Genesis 37), de harde werkelijkheid van slavernij en gevangenis als tegenstelling van het gedroomde (couplet 2; zie Genesis 39), de dromen van de schenker en de bakker (couplet 3; zie Genesis 40), de droom van Farao en de uitleg door Jozef (couplet 4; zie Genesis 41). En ten slotte het uitkomen van de dromen, die van vroeger (regel 4.6) en de recente (regel 4.5). Alles wordt omgekeerd: jaloezie (couplet 1) wordt waardering, slavernij ( couplet 2) wordt koningschap, onschuldige gevangenschap ( couplet 2) wordt ultieme vrijheid. Jozef zit niet langer diep in de put ( couplet 1), maar hoog op een troon. De broers, die in couplet 1 hun broer met een slavenkaravaan meegaven, liggen in het slotcouplet in afhankelijkheid voor hem op de knieën. De laatste twee regels tekenen de afronding van de geschiedenis: de levensbedreigende hongersnood waar Jakobs familie aan ten onder dreigt te gaan en de levensreddende voedselvoorraad in Egypte. Daarmee geven deze regels ook de conclusie, de theologische duiding: ‘zo houdt God door Jozefs hand / ’t volk van Israël in stand’. Het lied tekent dus de complete Jozefgeschiedenis op een kernachtige manier, met beeldende taal. Daarbij veronderstelt het lied dat deze geschiedenis al bekend is.


Melodie

De structuur van de liedtekst leidde tot een eenvoudige en sprekende melodie van Wim ter Burg. De melodie opent op de kwint met de wending a’-b’-a’-fis’ (sol-la-sol-mi). Deze kwintinzet wordt geaccentueerd doordat het sol-la-sol nog twee keer wordt herhaald: de tweede helft van regel 1 en het begin van regel 2 (hier met een kleine ritmische variatie). In het tweede regelpaar wordt de melodische spanning opgebouwd, de melodie stijgt in de richting van het melodisch hoogtepunt. Regel 4 is een herhaling van regel 3, maar dan een toon hoger. Regel 3 en 4 zijn opgebouwd uit stijgende opgevulde tertsen: fis’-g’-a’, g’-a’-b’ en a’-b’-cis”. Regel 4 is daarbij een kopie van regel 3 maar dan een toon hoger. De kwartenbeweging loopt in dit regelpaar over de regels door. Het laatste regelpaar begint met het melodisch hoogtepunt. Dat wordt extra aangezet door de herhaling, en ook door het effect van de dalende kwart d”-a’. Vervolgens daalt de melodie af naar de grondtoon (d’).


Liturgische bruikbaarheid

Het lied kan gezongen worden in combinatie met uitgebreidere aandacht voor Jozef. Of om de geschiedenis van Jozef in herinnering te roepen. Dat kan het geval zijn in het kader van omkering, Unwertung aller Werte in bijbels perspectief.

Auteur: Anje de Heer


Media

Uitvoerenden: Zangklassen Toonkunst Gorcum en leerlingen van de Chr. Kweekschool De Klokkenberg Nijmegen o.l.v. Wim ter Burg