Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

167 - Weet jij ook waar Mozes is


Het lied van Mozes

Job Heeger
Gerard van Hulst

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Dit lied is eerder verschenen in Zing het woord (1972, nr. 30) en Zing alle dagen 2 (1991, nr. 15), uitgaven van de Nederlandse Zondagsschoolvereniging. Het lied is geschreven door Job Heeger. Dat is een pseudoniem van Jaap Sinnema, die van 1965 tot 1987 directeur was van de Nederlandse Zondagsschoolvereniging en een vernieuwing wilde van de bundel Wie zingt mee uit 1951. In eerste instantie benaderde hij daarvoor een aantal tekstschrijvers, die aangaven niet mee te willen werken omdat zij niet geassocieerd wilden worden met ‘zondagsschoolliedjes’. Daarom is hij zelf onder pseudoniem gaan schrijven, zowel onder de naam Job Heeger als onder de naam Thomas Nordt. De eerste gaf vooral stem aan de conventionele geloofstraditie, de laatstgenoemde was wat kritischer en speelser in thematiek en woordgebruik.

Inhoud

Het lied is geschreven bij het verhaal van Mozes (Exodus 2,1-10; 5 en 7–12). Hierbij wordt vooral de nadruk gelegd op de interactie tussen Mozes en Farao. De eerste zes coupletten beschrijven de vondst van het kindje door de prinses en het feit dat Mozes in het paleis opgroeit. De laatste vier gaan over Mozes’ pleidooi aan Farao om zijn volk vrij te laten.   Het lied is opgebouwd in een vraag- en antwoordspel. In het eerste couplet is dat een vraag waar ook de antwoordende partij geen antwoord op heeft, maar in de overige coupletten is er een alwetende verteller die wel weet hoe het verhaal gaat. Door deze speelse vorm, die veel herhaling bevat en het rijmschema AA-BB, maken (jonge) kinderen zich het verhaal van Mozes snel eigen.

Liturgische bruikbaarheid

Het lied is destijds vooral geschreven voor het gebruik in de zondagsschool, wat maakt dat het lied goed gebruikt kan worden in kindernevendienst, catechese of op school. Daarnaast kunnen ouders en kinderen het ook goed thuis zingen. Ouders kunnen dan de rol van verteller op zich nemen en het kind dat van vrager. Later kan dit uiteraard ook wisselen. Tot slot kan het ook goed in de kerkdienst gezongen worden tijdens een serie diensten rond Mozes.

Auteur: Irma Pijpers-Hoogendoorn