Een eerste kennismaking
Een kinderlied bij het verhaal over de roeping van Samuël (1 Samuël 3,1-10). De dichter Wonno Bleij schildert een sfeer waarin het kind ligt te slapen, moe van het vele werk dat in de tempel gedaan is. De tekst doet ook recht aan wat eerder over Samuël werd gezegd: ‘Hij was zeer geliefd, zowel bij de Heer als bij de mensen’ (1 Samuël 2,26).
De redactie van het Liedboek heeft een nieuwe melodie laten schrijven door Toon Hagen. Bij het zingen moet het tempo niet te hoog liggen, alleen dan zijn het ritme en de kwartsprongen goed uit te voeren. De componist gaf aan de melodie het karakter van een siciliano, een oude dans in een rustige 6/8-maat met een niet scherp, maar mild ritme. De woorden ‘dromen’ en ‘slapen’ zijn dan kernwoorden voor een goede manier van zingen, waarbij het lied de sfeer krijgt van een wiegelied.
Auteur: Pieter Endedijk
Wonno Bleij | |
Toon Hagen |
Tekst
Deze toelichting is overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 7’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.
Wat zal Hanna haar kleine zoon gemist hebben, nadat ze hem had weggebracht naar de tempel. Ze had beloofd dat, als ze een zoon zou krijgen, ze hem zijn hele leven in dienst van Eli en van de tempel zou stellen. Ze stelt het zo lang mogelijk uit; pas als het kind van de borst is zal ze hem wegbrengen. En eindelijk is het zo ver; de kleine Samuël gaat naar Eli. De kleine Samuël diende de Heer, en droeg daarbij een linnen priesterhemd. Zijn moeder maakte ieder jaar een nieuw manteltje voor hem… (1 Samuël 1). Gelukkig vermeldt het verhaal, dat Hanna nog drie zonen en twee dochters kreeg.
Dit lied schildert het jongetje, dat slaapt onder de hoede van Eli. Het is een vredig tafereel; het was overdag druk geweest in de tempel, er waren veel kleine karweitjes te verrichten; maar hij doet het met plezier en hij was zeer geliefd, zowel bij de Heer als bij de mensen (1 Samuël 2,26). Nu is het kind moe en in diepe rust.
De priester Eli heeft zijn eigen zonen niet in de hand; het zijn afpersers, ze misbruiken de vrouwen die dienst doen rond de tempel; hij heeft duidelijk geen gezag, hij durft hen niet aan te pakken. Een profeet komt Eli waarschuwen, dat God onherroepelijk het vonnis over hem en zijn familie zal voltrekken (1 Samuël 3,13). En als de Heer tot het slapende kind spreekt, is het Eli bij de derde keer duidelijk: Samuël droomt niet. Hij zei tegen Samuël: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert”’ (1 Samuël 3,9).
Dit kinderlied werd geschreven ten behoeve van de in de zeventiger en tachtiger jaren uitgezonden radiokinderdiensten van het IKOR.
Melodie
De melodie van Marijke Bleij-Pel die in Zingend Geloven 7 staat, is niet in het Liedboek overgenomen. In opdracht van de liedboekredactie schreef Toon Hagen een nieuwe melodie. Over zijn melodie schrijft Toon Hagen: ‘De kwartsprongen zijn karakteristiek voor de melodie en haar verdere verloop. Het gepuncteerde ritme voel ik niet scherp maar mild, zoals in een rustig siciliano’ (e-mail op 11 augustus 2012 aan de liedboekredactie).