Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

18a - Heer, U heb ik lief, mijn sterkte zijt Gij


Antwoordpsalm
Ad. W. Bronkhorst
Jan Vermulst

Tekst

De tekst is Psalm 18,2-4.47 uit de psalmvertaling van Ad. W. Bronkhorst.


Melodie

Jan Vermulst (1925-1994) verklankte deze verzen van Psalm 18 in 1987 in opdracht van de Nederlandse St. Gregorius Vereniging, die het werk opnam in Continuo, praktijkschrift voor liturgie en liturgische muziek (1e jaargang no. 4, juni 1987). De joviale, hartelijke en sociaal voelende Brabander Vermulst was vele jaren dirigent-organist van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Helmond en had zijn leven gewijd aan de kerkmuziek. Om hun hoge muzikale kwaliteit en gemakkelijke toegankelijkheid werden zijn werken geliefd, met name de veel gezongen Paus Joannes-mis (maart 1965; zie Gezangen voor Liturgie de nrs. 224-234-294-334) met haar talloze herdrukken. Ze zijn pretentieloos, klassiek-degelijk van samenklanken en handig geschreven. Vermulst hanteerde als basis van zijn melodieën en samenklanken geen apart idioom. Het ging hem om praktische dienstbaarheid aan de kerkelijke amateurpraktijk.

Analyse van de melodie

Het oeuvre van Jan Vermulst ademt een gregoriaanse sfeer. Zo is Liedboek 18a niet gebouwd op een liedmelodie, maar op een recitatief. Het refrein beweegt zich rond de tonen a’ en fis’, die samen met de b’ het in het gregoriaans fundamentele zogenoemde ‘Te-Deum-motief’ vormen: fis-a-b. Het voorzangvers lijkt op het eerste gezicht liedmatig van karakter. Toch verraden de onderdelen daarvan tegelijkertijd de gregoriaans denkende componist. Ze zijn namelijk een vorm van trapsgewijs oplopend recitatief, dat cirkelend rond achtereenvolgens de tonen fis’-a’-c”-b’ (creatieve toepassing van het bekende muzikale reculer pour mieux sauter: in een oplopende melodie telkens alvorens verder op te lopen eerst een melodisch stapje terug doen) opklimt naar de hoge toon d”, waar het zijn natuurlijke hoogtepunt vindt en even natuurlijk de herhaling van het refrein oproept.

melodie van het eerste voorzangvers:

Tekstplaatsing

De tekstplaatsing bij de volgende voorzangverzen verloopt op meerdere momenten stroef. Heeft de componist eerst enkel globaal aan de tekst gedacht en deze pas later zo goed mogelijk ingevoegd? Ook lijkt hij bij de melodievorming vooral te zijn uitgegaan van de tekst van het eerste voorzangvers. Zie in dit verband bijvoorbeeld de tamelijk kreupele woord-toonverhouding van vers 3. De koorzetting en orgelbegeleiding bij de herhaling van het refrein lijken om hun enigszins majestueuze karakter met name geschikt voor de laatste keer, dus als definitieve afsluiting na vers 4.

Orgelbegeleiding

De orgelbegeleiding van Vermulst verdient bijzondere aandacht. Die van de voorzang is in twee gedeeltes opgezet. Na een aantal maten waarin de bas en ook een van de middentonen zijn blijven liggen komen deze met name in de verzen 2 en 3 in beweging en zorgen aldus voor een aangename afwisseling. Het lijkt aanbevelenswaardig hier niet overdadig te registreren. Het ondersteunende zestienvoetspedaal zou alleen gebruikt moeten worden wanneer de gemeente zingt. De compositie vraagt om een breed tempo. Tempoaanduiding in de partituur: kwartnoot is ± 69.

Auteur: Anton Vernooij


Media

Uitvoerenden: Ecclesiakoor De Bilt o.l.v. Paul Valk; Irma ten Brinke, cantor; Frans Haagen, orgel