| Getijden | ||
Tekst
Niet altijd zal de bij Liedboek 190a aangegeven orde voor een getijdengebed mogelijk zijn. Deze vorm vraagt de nodige inwijding en gewenning, zoals het reciteren van psalmen.
Zeker bij incidentele groepen die een of enkele dagen bijeen zijn of een gemeentegroep die voor het eerst of slechts enkele keren een getijdedienst houdt, is een eenvoudiger ‘instapmodel’ (aanvankelijk) wenselijker. De bij 190b vermelde orde is daar een voorbeeld van, waarbij de grondstructuur van de getijden (psalm – lezing – gebeden met ruimte voor stilte) behouden is gebleven. Deze orde kan naar eigen inzicht worden aangepast.
Na een moment van stilte wordt een lofprijzing of openingstekst gezongen of gesproken. Zie bijvoorbeeld de openingsverzen die bij Liedboek 190a zijn genoemd. Als gesproken openingstekst kan een gebed uit het Liedboek worden gebruikt, zie bijvoorbeeld blz. 515, 523, 535 (morgengebed), blz. 541 (tweede tekst bij een middaggebed), 566 en 579 (avond). Maar er zijn veel meer mogelijkheden, zoals een gesproken psalmvers. Tijdens deze opening of daaraan voorafgaand kan een licht worden ontstoken.
Een psalm kan gelezen of gezongen worden. Ook hier heeft een onberijmde vorm weer de voorkeur boven een berijmde psalm, afhankelijk van de mogelijkheden die er zijn. Als de psalm gelezen wordt, vervalt de lezing die daarna is aangegeven.
De Schriftlezing omvat enkele Bijbelverzen, gekozen bij de gelegenheid of uit een bestaand rooster. In het laatste geval kan men zich beperken tot enkele kernzinnen uit die Bijbeltekst.
Na een eventueel moment van bezinning kan nu een korte zangvorm worden gekozen. Dit gezang is te vergelijken met het responsorium in de completen (zie toelichting Liedboek 196). Meer over het kernvers is te vinden in het overzichtsartikel ‘Het kernvers’. Op deze plaats kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan een van de introïtusantifonen (klik hier voor een overzichtsartikel) of Taizé-gezangen (klik hier voor een overzichtsartikel).
Na een stilte wordt een lied gezongen. Voor de keuze zal men zich laten bepalen door de tijd van het jaar, de tijd van de dag of de gelegenheid waarmee deze gebedsdienst is verbonden.
De gebeden vormen het laatste onderdeel van deze orde: een kort gesproken gebed en een gezamenlijk gebeden Onze Vader.
Auteur: Pieter Endedijk
De vorm van dit getijdegebed is geschikt voor de opening of afsluiting van een dag, of voorafgaand aan een maaltijd. Afhankelijk van het tijdstip wordt een morgengebed, een avondgebed of een maaltijdgebed gebeden, dat afgesloten wordt met het gezongen of gesproken Onze Vader. Voor gezongen vormen, zie Liedboek 369.
Veel informatie en inspiratie kan gevonden worden in: Christiane Berkvens-Stevelinck en Sytze de Vries, Vieren & brevieren. Liturgische bouwstenen voor kleine geloofsgemeenschappen, Zoetermeer 2009.
De bij Liedboek 190b weergegeven orde is een variant op wat in deze uitgave is te vinden op blz. 75-81.
Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel ‘Getijden’.