Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

192b - Nu hier de avond valt


Getijden

Tekst

Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel ‘Getijden’.

Inhoud

Liedboek 192b vormt samen met Liedboek 192a de gezongen opening en afsluiting van een avondgebed. Beide gezangen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Voor verdere gegevens over ontstaan en verspreiding zie Liedboek 192a.

Het refrein van Liedboek 192a is nu uitgebreid tot: ‘Laat uw licht ons leiden, wees onze vrede!’ Als het refrein terugkeert, wordt enkel het laatste deel van deze zin gezongen. Alleen als slot klinkt weer de gehele zin.
Evenals in Liedboek 192a wordt het contrast tussen duisternis en licht benadrukt: ‘en wij de nacht ingaan, maar leven in het licht’ (regel 4). In de Bijbel en in de liturgie begint de nieuwe dag als ‘hier de avond valt’ (regel 1). Ook is in de Bijbel de zegen vaak verbonden met het aanbreken van een nieuwe dag (zie bijvoorbeeld Genesis 32,30-32). De derde voorzangregel (‘laat uw aangezicht over ons opgaan als de zon’) is een verwijzing naar de Aäronitische zegen (Numeri 6,24-26). Wij worden gezegend ‘met het licht van Gods ogen’ (vierde voorzangregel). Sytze de Vries gebruikt de woorden van de derde en vierde voorzangregel ook in het refrein van Liedboek 199 (‘Laat de zon van uw aangezicht over ons opgaan, / zegen ons allen met het licht van uw ogen’) en in iets andere bewoording in de zegen zoals hij die in Liedboek 430 verwoordt: ‘Het licht van Gods ogen gaat over u op! / De zon van zijn vrede als een nieuwe dag!’
Omdat de voorzangregels een zegenbede omvatten, is een aparte zegenbede hierna dus niet nodig.


Melodie

Daan van der Leeden gebruikt in deze afsluiting van een avondgebed dezelfde melodische motieven als in de opening, Liedboek 192a. Het refrein is ook melodisch een uitbreiding van het refrein van het openingsgezang. Het eerste voorzangvers is in beide gezangen gelijk. De overige voorzangverzen hebben hetzelfde karakter als Liedboek 192a.

Auteur: Pieter Endedijk