Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

291d - Onze hulp in de naam van de Heer


Een eerste kennismaking

Zie voor een algemene toelichting over het drempelgebed het gelijknamige overzichtsartikel (klik hier).


Drempelgebed

Tekst

Dit liturgisch gezang is een combinatie van bemoediging (‘Onze hulp…’) en drempelgebed (vanaf ‘Hoor ons aan…’).
In de woorden van het drempelgebed is de klassieke structuur van dit gebed te herkennen (zie ook de toelichting bij dit gebed op blz. 863-864 in Dienstboek I):

  • aanroep tot God, het besef dat wij voor zijn aangezicht naderen:
    Gij die ons hart aanziet, Gij die onze diepten peilt,
    blijf ons niet verborgen!
  • verootmoediging, erkenning van onze tekortkomingen voor God en elkaar:
    Wij herkenden U niet, wij zochten onszelf.
    Gij, Heer, vergeef ons!
  • bede om vernieuwd leven:
    Doe ons herleven en maak ons weer nieuw.
    Geef ons uw genade!
    Breng ons in het reine met U en met elkaar.
    Zegen ons met vrede en laat lichten uw aangezicht.
  • afsluiting van het gebed:
    Amen.

Auteur: Pieter Endedijk


Melodie

De toonzetting van dit ‘drempelgebed’ werd – tegelijk met veel andere liturgische muziek van het duo Sytze de Vries en Willem Vogel – op 6 oktober 1990 in de Oude Kerk in Amsterdam aan de openbaarheid prijsgegeven. De precieze datum van ontstaan is niet meer te achterhalen, maar het ligt voor de hand dat tekst en muziek tussen april 1988 (toen Sytze de Vries werd beroepen in de Oude Kerk) en medio 1990 is ontstaan. Vervolgens werd het liturgisch gezang opgenomen in het Dienstboek I (1998, nr. 12), Zingend Geloven 6 (1998, nr. 87) en de Vlaamse liedbundel Zingt Jubilate (editie 2006, nr. 25e; in deze bundel genoteerd met onvogeliaanse muzieknoten zonder stokken). De verschillen tussen deze uitgaven en de versie zoals die in het Liedboek staat, zijn miniem en hebben betrekking op de frasering. In de originele eenstemmige versie (Amsterdamse Katernen 5, blz. 11) is het gezang afgedrukt in korte regels. In de paginabreed genoteerde begeleidingszetting (blz. 12) zijn diezelfde korte eenheden middels komma’s gescheiden. In de vervolguitgaven zijn de komma’s niet al te consequent overgenomen. Dat maakt het al dan niet noteren van de komma’s in het Liedboek ook nogal willekeurig. Het zal aan de uitvoering wellicht niet zoveel veranderen, net als de na de Bemoediging (‘Onze hulp … gemaakt heeft’) genoteerde halve rust. In Amsterdamse Katernen 5 wordt door tekstschrijver en componist afwisseling tussen voorganger (of koor) en allen voorgesteld. Omdat het bij een drempelgebed echter gaat om een niet-hiërarchische rolverdeling, vermeldt het Liedboek een uitvoering in twee gelijkwaardige groepen zangers.

De Bemoediging wordt recto tono gezongen, op één toon en met een roepterts aan het slot, als de meest eenvoudige opening van een gregoriaanse mis, de tonus simplex. Vervolgens ontwikkelt zich een melodie die opgebouwd is uit een zeer beperkt aantal melodische gegevens. Voor de duidelijkheid is het notenvoorbeeld hieronder ontdaan van ritme, toonherhalingen en stokken. Vrijwel de gehele melodie is uit de motieven a en b gebouwd. En deze twee motieven zijn op hun beurt ook weer sterk aan elkaar verwant, ze zijn immers elkaars omkering: een terts en twee secunden; in a stijgend en in b dalend.

De openingszin lijkt melodisch op zichzelf te staan, maar in het uitgebreide c-motief (‘Gij, Heer, vergeef ons’) keert deze wending een kwart lager terug (zie de haken onder de noten). In motief c wordt trouwens een nieuwe noot geïntroduceerd (lage d’). In een melodie die tot nu toe uit slechts vijf noten bestond, is dat een opvallende gebeurtenis. Het genoemd motief +c is op zijn beurt weer de voorbereiding op het uitgebreide b-motief (‘Geef ons uw genade’ – zie de haken bóven de noten). Vervolgens wordt eerst door modulatie (b’) en vervolgens mutatie (b”) het melodisch materiaal uitgebreid naar de hoge d” en c”. In het ‘Amen’ komen de motieven a en b samengevoegd voor; op de topnoot b’ grijpen ze in elkaar. ‘Less is more’ lijkt van toepassing op deze compacte en eenvoudig mee te zingen melodie.

De begeleiding bestaat uit ‘zachte samenklanken’, vooral mineurakkoorden. Grote drieklanken zijn steeds ‘verzacht’ door ze om te vormen tot klein septiemakkoorden (B-7), sextakkoorden (G6) of een noneakkoord (C9). Dit liturgisch gezang vraagt om een rustige voordracht, waarin het spreektempo en -ritme leidend zijn.

Auteur: Christiaan Winter


Media

Uitvoerenden: Projectkoor OAZE o.l.v. Wim Ruessink; Elske te Lindert, sopraan; Wilbert Berendsen, orgel