Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

294 - Wees hier aanwezig, God van de machten


Een eerste kennismaking

Zie voor een algemene toelichting over het drempelgebed het gelijknamige overzichtsartikel (klik hier).


Drempelgebed
Vijftig psalmen
IWVL

Tekst

Dit eenvoudige drempelgebed is afkomstig uit het Abdijboek, een verzameling gezangen voor de gebedsdiensten, bijeengebracht en grotendeels geschreven door de leden van de Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (IWVL), een samenwerkingsverband van monniken en monialen van Nederlandse en Vlaamse benedictijner- en cisterciënzerabdijen en -kloosters.
In het Abdijboek is ‘Wees hier aanwezig’ de tweede in de serie openingsverzen. Het Abdijboek heeft in de loop van de decennia uitstraling gekregen naar de parochieliturgie doordat materiaal in liedbundels werd overgenomen. Zo werd dit drempelgebed eerder gepubliceerd in de Petrus en Paulusbundel (1987, nr. 8) en het Oud-Katholiek Gezangboek (1990, nr. 331). De invloed van het Abdijboek op de samenstelling van het Liedboek is vooral te zien in de tien antwoordpsalmen en enkele liturgica (zie op deze website de pagina over IWVL).

De tekst bestaat uit de combinatie van enkele zinnen uit Psalm 80,4.8.20 volgens de vertaling Vijftig psalmen, een psalmvertaling van Huub Oosterhuis en Michel van der Plas in samenwerking met Pius Drijvers en Han Renckens.  (voor meer informatie over deze psalmvertaling, zie Liedboek 72a).
De keuze van deze psalmverzen bepaalt ook het karakter van dit drempelgebed: een gebed dat vraagt om Gods aanwezigheid in het midden van de samengekomen geloofsgemeenschap (‘Wees hier aanwezig, (…) licht in ons midden’).


Melodie

De melodie is een goed voorbeeld van wat ‘neder-gregoriaans’ genoemd wordt: een melodie, geïnspireerd door het gregoriaans, maar aangepast aan de Nederlandse taal. Dat is ook zichtbaar in de ‘bolletjesnotatie’: aan de noten zijn geen stokken of waardestrepen verbonden om zo aan te geven dat de melodie niet in een strak ritme wordt gezongen, maar vloeiender en vrijer zoals in het gregoriaans. Deze zangwijze vraagt wel enige oefening van protestantse stemmen. Als begeleiding functioneert dan niet een noot-tegen-noot-zetting, maar liggende stemmen als onderdeel van de akkoorden (zie de zetting van Christiaan Winter in de begeleidingsuitgave bij het Liedboek). Als de zangpraktijk van de kloosters en abdijen gevolgd wordt, ligt een onbegeleide uitvoering voor de hand.

Auteur: Pieter Endedijk