Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

300a - Heer Jezus, koning en gezalfde Gods


Kyrie-litanie


Tekst

Liedboek 300a is een Kyrie-litanie. Het Kyrie is een onderdeel van het ordinarium, de vaste gezangen van de liturgie. Zie voor meer achtergrondinformatie het overzichtsartikel Het ordinarium in het Liedboek.


Melodie

Deze Kyrie-litanie is een van de eerste composities van Bernard Huijbers voor de rooms-katholieke volkstaalliturgie en dateert uit het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw. Huijbers was in die tijd muziekdocent en koorleider van het Ignatiuscollege van de paters jezuïeten in Amsterdam. Het werkje verscheen voor het eerst in de gestencilde gezangenmap van het Ignatius Liturgische Gezangen in het Nederlands, voor intern gebruik samengesteld door de toen nog geheten ‘Studentenwerkgroep voor volkstaalliturgie Amsterdam’. De vroegste gedrukte versie is te vinden in Liturgische Gezangen voor Advent, Kerst en Epifanietijd (1964).

In Liedboek 300a staat alleen de tweede helft van de melodie weergegeven, te zingen door de hele gemeente. Deze is onlosmakelijk verbonden met de voorafgaande voorzangregel (zie kooruitgave), vloeit er als vanzelf uit voort, en wordt erdoor opgeroepen. Er mag daarom tussen deze twee delen beslist niet te lang gepauzeerd worden, mede omdat juist aan het einde van de eerste helft de melodie een hoogtepunt bereikt en een spanning, welke vraagt om ontspanning in de reactie door de gemeente. Deze melodische gang van zaken is kenmerkend voor een litanie. Zie het muziekvoorbeeld:

Gezangen voor Liturgie 217

Merk het belangrijke muzikale accentteken van de originele uitgave boven het eerste woord ‘Heer’ van de tweede regel op, waarmee ‘allen’ de melodische spanning als het ware overnemen van de voorzang. Een gregorianiserend compositorisch trekje is om na dit ‘Heer’ de spanning eerst een toon hoger op te vangen – zie ‘on-ze’ – alvorens ontspannend af te dalen naar de slottoon. Ontdek ook dat dit kleine melodische juweeltje in de mixolydische toonaard staat. Kenmerkend daarvoor is een onvoltooid gevoel, wat samenhangt met het gegeven dat deze toonaard in zekere zin de dominanttoonsoort is van de klassieke grote tertstoonladder en vanzelfsprekend verlangt naar een afsluiting op de grondtoon daarvan, welke niet volgt. Zijn vragende karakter maakt het mixolydisch uitstekend geschikt als melodie van een litanie, waarvan de tekst immers eveneens vragend is.

auteur: Anton Vernooij