Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

30b - Van U wil ik spreken, God


Kernvers

Tekst

Ontstaan

Dit kernvers is geschreven als acclamatie bij een eucharistisch gebed in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het betreft het tafelgebed ‘Alle eeuwen door’ van Gerard Zuidberg en Paul Bruggeman, pastores van de toenmalige parochie Dijnselburg te Zeist. Oorspronkelijk werd bij dat tafelgebed een andere acclamatie gezongen: ‘Dat wij volstromen’ van Huub Oosterhuis en Bernard Huijbers (zie Liedboek 694). Later werd die acclamatie vervangen door ‘Van U wil ik spreken’. De overeenkomstige mixolydische toonsoort is daar nog een illustratie van.
Dit kernvers is eerder gepubliceerd in Gezangen voor Liturgie (1984, nr. 308).

Inhoud

De tekst vertoont sterke overeenkomsten met die van Liedboek 30a, de psalmvertaling uit Vijftig psalmen, van Huub Oosterhuis en Michel van der Plas, met medewerking van Pius Drijvers en Han Renckens (Bilthoven 1967). Ad de Keyzer gaf zelf aan dat hij regels uit die psalm heeft geparafraseerd: ‘Ik vind het moeilijk aan te geven om welke verzen het gaat: vers 2 is duidelijk; dan denk ik dat vers 10b en vers 13 beide de ruimte hebben geopend voor mijn parafrase’ (bron: mail 26 augustus 2014 aan de redactie van het liedboekcompendium). De parafrase van Psalm 30,13 is aanzienlijk vrijer dan de andere twee genoemde psalmverzen. Dat maakt de herkenbaarheid lastig:

psalmvers Vijftig psalmen Liedboek 30b
30,2a Van U wil ik spreken, God, Van U wil ik spreken
30,10d ... een dode uw trouw bezingen? God, uw naam bezingen:
30,13bc

... zing ik dit lied voor U,
en ik mag niet meer zwijgen...
eeuwig duurt uw trouw.


De Keyzer tekent daarbij aan: ‘Ik ben zelf gecharmeerd van het enjambement in de overgang van regel 1 naar 2: hoort ‘God’ aan het eind van 1 of aan het begin van 2? Of bij allebei?’ (bron: idem)


Melodie

Ad de Keyzer is als (autodidact-)componist sterk beïnvloed door de ideeën en composities van Bernard Huijbers. In de melodie experimenteert de componist met syncopen en hemiolen. Er is geen sprake van maatwisselingen, want in de begeleiding blijft de 3/8-maat strak gehandhaafd:
De componist schreef zowel een piano- als een orgelbegeleiding. Beide zijn opgenomen in de begeleidingsuitgave van het Liedboek


Liturgische bruikbaarheid

De inhoud van dit kernvers geeft aan dat het vooral geschikt is als acclamatie, zowel als schriftacclamatie ten besluite van de lezingen en als acclamatie bij een tafelgebed.

Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel Het kernvers.

Auteur: Pieter Endedijk