| Kernvers Canon Schriftacclamatie | ||
Tekst
Ontstaan en verspreiding
Ad de Keyzer schreef de tekst en de melodie van deze canon als acclamatie op het evangelie bij een huwelijksviering waarin Deuteronomium 30 werd gelezen.
De canon werd voor het eerst opgenomen in Spelenderwijs de hemel op aarde (Hilversum 1978, blz. 46), een project voor jongerenkoren. Daarna volgden publicaties in diverse liedbundels, zoals Liturgische gezangen voor de viering van de eucharistie I (1972/79, nr. 248), Gezangen voor Liturgie (1993, nr. 460) en Tussentijds (2005, nr. 92).
Inhoud
De tekst van Liedboek 334 is een beknopte samenvatting van Deuteronomium 30,11-14: het woord dat wij ontvangen is te doen, het is niet te zwaar of te hoog. De kern van deze lezing (30,11.14) werd door Ad de Keyzer op muziek gezet
Melodie
De melodie is een tweestemmige canon waarbij de stemmen na elkaar eindigen.
De charme van de muziek zit eigenlijk in de begeleiding. Ad de Keyzer schreef een rustige zangmelodie op een begeleiding met een ritmisch geprofileerd rumbaritme. Deze begeleiding is alleen geschikt voor piano. Uitvoering met deze begeleiding vraagt niet alleen een heel vaardige pianist, maar ook volstrekte zelfstandigheid tussen zangstemmen en begeleiding. Van belang is dat de canon niet te snel wordt gezongen. De pianobegeleiding is opgenomen in het begeleidingenboek bij het Liedboek. Daarin staat eveneens een eenvoudige orgelbegeleiding. Ook met die begeleiding gedijt de canon in een rustig tempo!
Ad de Keyzer is als componist autodidact. Daarom hielp Jeanne Marie Vos hem met de arrangementen voor verschillende begeleidingsinstrumenten.
Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel De canon.
Liturgische bruikbaarheid
Deze canon kan als acclamatie gebruikt worden na de lezingen, niet alleen bij een trouwviering (zie ontstaan) en ook niet alleen als de betreffende perikoop uit Deuteronomium 30 aan de orde is, maar ook op andere zondagen.
Zie ook het overzichtsartikel ‘De schriftacclamatie’.
Auteur: Pieter Endedijk