Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

369b - Onze Vader in de hemel



Melodie

De toonzetting van Willem Vogel van het Onze Vader dateert uit de late jaren tachtig van de vorige eeuw. In de Amsterdamse Katernen 4 en 8 zijn versies te vinden die nog kleine verschillen in de tekst en in de muziek van de doxologie laten zien ten opzichte van de uiteindelijke versie in Amsterdamse Katernen 11 (1993). Deze laatstgenoemde versie was het uitgangspunt in Zingend Geloven 6 (1998, nr. 101), het Gereformeerd Kerkboek (2006, nr. 181b) en het Liedboek.

De componist tekent aan dat ‘de hier aangeboden toonzetting geen recitatief is, maar veeleer een eenvoudige hymne. Het verschil is, dat in een recitatief de woorden in spreektrant worden voorgedragen – veelal op één toonhoogte – terwijl bij een hymne een melodie aanwezig is en de noten in principe in de aangegeven (gelijke) waarden worden gezongen. Vanuit de tekst zullen er echter minimale verschillen ontstaan. En dat is juist gunstig, omdat die het geheel behoeden voor ongewenste starheid’. Vervolgens legt Vogel uit hoe het niet gezongen moet worden om te besluiten met: ‘Het lijkt misschien wat ingewikkeld, maar voor iemand die goed spreekt, zal het geen enkele moeite opleveren’ (Amsterdamse Katernen 4, blz. 31).

De notatie is – na deze bijsluiter – op z’n minst arbitrair te noemen. Ondanks het hymnische karakter noteert Vogel – geheel tegen zijn gewoonte in – noten zonder stokken. Deze wijze van noteren wijst meer in de richting van een recitatief. Maar de komma’s tussen de regels zijn als kwartrusten genoteerd, hetgeen weer ongebruikelijk is in een recitatief. Ten slotte geeft de componist duidelijk aan waar de tekstaccenten vallen. Het is jammer dat in het Liedboek deze hybride notatie uit Zingend Geloven werd overgenomen en niet het veel rustiger notenbeeld (zonder accenttekens en rusten) uit Amsterdamse Katernen 11. De ‘echte’ hymne verschijnt overigens in de doxologie, waar de notatie geen misverstand laat bestaan over de metrische uitvoering.

In het notenvoorbeeld hieronder is de melodie ontdaan van toonherhalingen. En dan blijkt de wijs toch opeens een stuk ‘liedartiger’ dan in eerste instantie gedacht.
Met de motieven a, b en c wordt de gehele melodie van de eigenlijke gebedstekst (zonder doxologie) gebouwd. Soms voegt de componist enkele noten toe (zie de beide motieven a), dan laat hij enkele achterwege (vergelijk de kop van de beide motieven c in de tweede notenbalk). Ook in de uitbreiding van het notenmateriaal gaat Vogel te werk volgens klassieke methoden van melodiebouw; lijkt het in de motieven a en b nog om een pentatonische melodie te gaan, in motief c voegt de componist de halvetoonsafstand a’-bes’ toe. In de herhaling van motief c wordt vervolgens de diatonische toonladder gecompleteerd met de noot e’.

De melodie van de doxologie is zuiver pentatonisch – noten bes en e worden vermeden – hetgeen de wijs ‘openbreekt’. Komen in het eerste deel slechts kleine en grote secunden alsmede kleine tertsen voor, in de doxologie is geen plaats meer voor kleine secunden, maar wel voor – een enkele – grote tertssprong. Daarnaast introduceert Vogel in de doxologie achtereenvolgens de hoge c” en d”, terwijl hij de grote melodische lijn rustig laat afdalen van a’ via g’ naar f’ (zie de noten met het sterretje). In de slotwending refereert de componist aan motief c, zodat ‘… in de hemel ook op aarde’ – ook – melodisch rijmt op ‘… in eeuwigheid. Amen’.

Hoewel de componist aangeeft dat onbegeleid zingen de voorkeur verdient, verleent de begeleiding zeker ondersteuning en kleur aan het geheel. Maar het moet gezegd: bij onbegeleide uitvoering werkt de basale meerstemmigheid aan het slot des te krachtiger. Bovendien gaat het hier om akkoorden die ook door niet-koorleden na enige oefening en herhaling eenvoudig zijn mee te zingen.

Auteur: Christiaan Winter


Media

Uitvoerenden: Sweelinckcantorij o.l.v. Willem Vogel; Nico Verrips, orgel