Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

380 - Gij, Jezus Christus, opgestegen


Een eerste kennismaking

Hoewel dit lied als hemelvaartslied is geschreven, is het allereerst een avondmaalslied. In het Liedboek voor de kerken had het in de rubriek ‘Hemelvaart’ een plaats gekregen en daardoor heeft het een enigszins verborgen bestaan geleden en werd het zelden gezongen. Nu krijgt het lied een herkansing in de rubriek ‘Maaltijd van de Heer’.
De avondmaalsthematiek is herkenbaar in de strofen 1 en 3. Die derde strofe geeft de kern van het lied aan: hoewel Christus in heerlijkheid verborgen is, is Hij tegelijkertijd ‘kracht, verhuld in brood en wijn’. Deze paradoxale twee-eenheid wilde de dichter, Pieter Boendermaker, in dit lied naar voren brengen.
Het werd geschreven als bijdrage aan het Evangelisch-Luthers Gezangboek van 1955, een hemelvaartslied waarin niet de nadruk werd gelegd op een triomfalistische aanbidding van de Heer, maar een accent op Christus’ aanwezigheid in de wereld werd node gemist.
De melodie is van de hand van Willem Mudde, die, geïnspireerd door de Duitse kerkmuziek uit de eerste helft van de twintigste eeuw, de Nederlandse kerkmuziek een belangrijke impuls heeft gegeven. Het is zijn enige bijdrage aan het Liedboek, maar zijn invloed reikt verder dan deze ene melodie, die goed in het gehoor ligt en niet moeilijk is. Dit lied is een waardevolle bijdrage aan de serie hemelvaarts- én avondmaalsliederen.

Auteur: Pieter Endedijk


Pieter Boendermaker
Willem Mudde

Tekst

Deze toelichting is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.

Toen de commissie voor de voorbereiding van het Evangelisch-Luthers Gezangboek in de vijftiger jaren bezig was met het deel dat over de Hemelvaart zingt, vond men dat in de hemelvaartsliederen die voor opname in aanmerking kwamen te veel aandacht geschonken werd aan de ‘verhoging’ en te weinig aan de aanwezigheid van Christus in de wereld, in de kerk, in de mens. Men proefde er te veel in van een triomfalistische aanbidding van de Heer in de hemel als de plaats van zijn glorie, met andere woorden: wij hier, Hij daar.
Ik heb toen getracht in dit lied (dat in het Evangelisch-Luthers Gezangboek nr. 82 was) uitdrukking te geven aan de presentie van Jezus Christus in het menselijk leven en tevens de paradoxale tweeheid van dood en opstanding, lijden en verheerlijking, Heilige Geest en avondmaal tot werkelijkheid in ons leven te maken door het geloof in de levende Heer die onze kracht wil zijn. Het lied kan zeer goed als avondmaalslied gezongen worden.
De tekst is geheel gelijk aan ELG 82, behoudens één wijziging: de eerste strofe eindigt daar ‘Uw lichaam is het levensbrood, / dat Gij ons boodt'.

Auteur: Pieter Boendermaker


Melodie

De enige melodie van Willem Mudde, die in het Liedboek voor de kerken werd opgenomen, vinden we bij dit hemelvaartslied van Pieter Boendermaker. Het is een gemakkelijk toe te eigenen en blij klinkende melodie, waaraan opvalt dat onbeklemtoonde lettergrepen nogal eens door hoger-liggende noten worden gedragen, – een aanwijzing van de autonome muzikale waarde van deze zangwijs, die intussen toch voortdurend in dienst blijft staan van de gegeven tekst.
Een moeilijkheid bij het zingen zou kunnen zijn de inzet van de vierde regel. Wie zou denken, dat deze op dezelfde manier verloopt als de tweede, komt bedrogen uit, – men make zich bewust, dat de tweede regel met een bes’ begint, de vierde echter met een b’, daarmee modulerend naar a-klein, wat na de vijfde regel weer ongedaan gemaakt wordt. De grondtoon f’ aan het slot wordt met een zekere gedecideerdheid bereikt via een bescheiden melisme.

Auteur: Willem Vogel