Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

422 - Laat de woorden die we hoorden


Arne Jonges
Willem Vogel
God die leven hebt gegeven

Tekst

Ontstaan en verspreiding

De tekst van dit lied van Arne Jonges is ontstaan in de liturgische praktijk van de Houtrustkerk in Den Haag. Dit slotlied ontstond volgens de dichter ‘in een spontane opwelling’ (mail aan de compendiumredactie 3 september 2014).
Bij de tekst schreef Marieke Stoel een melodie (klik hier). De liedboekredactie hoorde dat de woorden vanzelfsprekend klonken op de melodie ‘God die leven hebt gegeven’ van Willem Vogel (Liedboek 718) en gaf daaraan de voorkeur. Zie ook de notitie bij de melodie.

Inhoud

Hoewel de dichter aangaf dat hij de tekst ‘in een spontane opwelling’ schreef, heeft deze toch wel een fraaie inhoud en een duidelijke structuur. Wat moet nog gezegd worden in een slotlied als er in een dienst al veel woorden zijn gesproken en gezongen?
Dit lied is een gebed dat deze woorden mogen resoneren in het hart van mensen en vrucht mogen dragen. Elke strofe begint met ‘Laat…’ De eerste strofe laat in het midden tot wie wordt gezongen: is het een oproep van de zangers tot elkaar of een gebed tot God? In de tweede strofe is het gebed duidelijk gericht tot God: ‘hoe U tot ons spreekt’ (regel 3) en ‘vuur dat U ontsteekt’ (regel 6). In de derde strofe lijken de zangers zich eerst tot elkaar te richten: ‘Laat ons hopen…’, hoewel deze woorden ook tot God gericht kunnen zijn. De slotregels hebben beurtelings het karakter van een opwekking gericht tot elkaar en een bede gericht tot God.
De inhoud van de eerste strofe leunt sterk op de vierde strofe van de tekst van Ad den Besten (Liedboek 718). Omdat het metrum van beide liederen gelijk is, lag de melodiekeuze voor dit lied in het Liedboek voor de hand.
Strofe 2 legt het accent op ‘het weten’. Deze kennis is niet rationeel, maar een besef dat God spreekt in ‘zwakke krachten’ (regel 5).
De slotstrofe is gebaseerd op de trits geloof, hoop en liefde (1 Korintiërs 13,13). De dichter begint echter niet met ‘geloof’, maar met ‘hoop’: ‘biddend hopen, / dat de liefde wint’. Met het geloof daarin en leven daaruit begint het rijk van God.

Auteur: Pieter Endedijk


Melodie

Bij de samenstelling van het Liedboek werd dit lied aangeleverd op een andere melodie. Deze werd door de redactie niet overgenomen. Aangezien het opvallende metrum overeenkomt met dat van Liedboek 718, werd bij deze tekst voor die melodie gekozen. Voor de overeenkomst tussen de teksten van beide liederen zie de teksttoelichting. Zie verder de melodiebeschrijving bij Liedboek 718.

Auteur: Pieter Endedijk