Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

513 - God heeft het eerste woord


Een eerste kennismaking

De dichter Jan Wit schreef de tekst van dit lied als een nieuwjaarslied, zoals de titel vermeldt. Daarom heeft het in het Liedboek een plaats gekregen bij de liederen voor de jaarwisseling (511 tot en met 513).
De eerste strofe spreekt over de schepping van de wereld, de tweede over het begin van het persoonlijk leven, de derde over de voleinding der wereld. De laatste strofe vat deze thema’s weer samen: ‘God staat aan het begin / en Hij komt aan het einde. / Zijn woord is van het zijnde / oorsprong en doel en zin.’ Er was nog een strofe: tussen de tweede en de derde, over de voleinding van het persoonlijk leven. Hoewel de structuur van het lied dan hechter was geweest, was de kwaliteit van deze strofe zoveel minder dan de andere dat deze terecht is weggelaten.
Dit Nederlandse lied is in Duitstalige landen bekend geworden in de vertaling van Markus Jenny (1924-2001), zie onder andere Evangelisches Gesangbuch nr. 199. Daar heeft het lied weer vijf strofen, maar een vertaler maakt een nieuw gedicht en kan ook zwakke elementen in de oorspronkelijke tekst verbeteren.

Auteur: Pieter Endedijk


Nieuwjaarslied

Jan Wit
Gerard Kremer

Tekst

Deze toelichting is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.

Ergens in het begin van de vijftiger jaren kreeg ik een verzoek om voor een zakboekje dat door de protestantse geestelijke verzorging in omloop gebracht zou worden, een aantal liederen te maken voor de kerkelijke feestdagen plus Nieuwjaar en Koninginnedag. Ik schreef toen dit lied als nieuwjaarslied zoals ook de titel was in Ministeriale (Haarlem 1966, blz. 80). Kort daarna, in de tijd toen er nog hervormde kerkendagen gehouden werden, werd het tot kerkendaglied uitgeroepen en kreeg het de bijzonder aansprekende melodie van Gerard Kremer mee. Daardoor had dit lied al enige bekendheid verworven voor het onder nr. 89 in de proefbundel 102 Gezangen (1964) verscheen. Het lijkt mij dat ik bij de tekst ternauwernood enige uitleg of commentaar behoef te geven.
In de oorspronkelijke versie stond tussen strofe 2 en 3 de volgende strofe:

God heeft het laatste woord,
Al moeten wij neerzijgen
in ’t somber rijk van ‘t zwijgen,
het wordt door Hem verstoord.

Ik moet ronduit toegeven dat dit de zwakste strofe was, al moet ik aan de andere kant zeggen dat door de weglating ervan een zeker evenwicht in het lied verstoord is. In de oorspronkelijke opzet was namelijk de volgorde: schepping der wereld, begin van het persoonlijke leven, eind van het persoonlijke leven, voleinding der wereld en samenvatting. Alles bijeengenomen kan ik mij echter wel in de bekorting vinden.

Auteur: Jan Wit


Melodie

Een eenvoudige melodie. Zing het in een rustig tempo (halve noot = MM 60) en jaag vooral niet!
Let op twee dingen: zing wat er staat: ook de rust aan het eind van regel 1! En maak er geen rusten bij aan het eind van regel 2 en 3! Zing gewoon wat er staat!
Aan het eind van het laatste couplet staat: ‘oorsprong en doel en zin’. Ook hier doorspelen en niet ‘oorsprong (rust) en doel (rust) en zin’, gewoon doorzingen: zo gauw we zingen of spelen is de melodie de baas!

Auteur: Gerard Kremer


Media

Uitvoerenden: Zeeuws Vocaal Ensemble o.l.v. Kees van Eersel; Jaco van Leeuwen, orgel (bron: KRO-NCRV)