Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

533 - Daar komt een man uit Nazaret


Een eerste kennismaking

‘Het verhaal van Jezus in een notendop, tegen de achtergrond van waar zijn naam een thuis had: Nazaret, de Jordaan, Galilea, Jeruzalem.’ Met deze beknopte toelichting zoals aangegeven in het commentaar bij Zingend Geloven 7, is feitelijk alles gezegd. Dit aanstekelijke lied, geschreven als kinderlied, maar zeer geschikt voor kleine en grote monden, vertelt over de weg van Jezus, van zijn verschijning, zijn epifanie, tot de opstanding, opnieuw zijn verschijning. Vergelijking van de tekst van de strofen 1 en 6 met hun eigen refreinen maakt dat duidelijk: bij vergetenen is Hij te vinden (strofe 1), bij de doden is Hij niet te vinden (strofe 6). Zo zal Hij in ons midden verschijnen (refrein na strofe 6). Interessant is hoe de dichter, Karel Deurloo, speelt met plaatsaanduidingen. In Galilea moet je naar Hem vragen, maar Hij is nergens thuis in het land (strofe 4). Hij is thuis in Jeruzalem, waar Hij geleden heeft (strofe 5), bespot wordt en geslagen (refrein).
De aanstekelijkheid van het lied is in het bijzonder te danken aan de melodie van Jetty Podt, waaraan een ritmebegeleiding (trom, djembé, claves, etc.) is toegevoegd die bepaald niet vrijblijvend is! De melodie is niet moeilijk: tot halverwege het refrein zijn er identieke regelparen, dus zeer geschikt voor voor- en nazang. Aandacht moet er zijn voor een juiste ritmische uitvoering, waarbij de maatwisselingen zeer functioneel de tekstaccenten ondersteunen.

Auteur: Pieter Endedijk


Karel Deurloo
Jetty Podt

Tekst

Deze toelichting is overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 7’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.

Aan het einde van het Marcusevangelie zit een jongeman in het lege graf, De traditie wil, dat het Marcus zelf is. Zijn boodschap daar luidt: ‘Jezus, de man uit Nazareth, is niet hier (…) Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien’ (16,6-7).
Dit thema klinkt op in het begin en het einde van dit lied (strofe 1 en 5) van Karel Deurloo, vanouds inderdaad een ‘Marcuslied’ en als zodanig voor het eerst gepubliceerd in Het eerste boek heet Genesis, liedjes uit de Amstelkerkgemeente. In deze (voormalige) Amsterdamse binnenstadsgemeente heeft Deurloo veel bijgedragen aan exegetische verhalen en aan liedjes voor de jongste gemeenteleden. Zo bevat dit lied in feite het volledige Marcusevangelie in een notendop.
Het evangelie beschrijft Jezus als ‘Jezus van Nazareth tot Jeruzalem’. De naam zelf wordt niet genoemd, wel de betekenis: Jezus is de vergrieksing van Jozua en betekent: God redt.
Galilea is het vertrekpunt, dat land ‘waar niets goeds vandaan kan komen’. Daarmee heeft Jezus zijn afkomst bij degenen die niet voor vol worden aangezien, bij de minsten der mensen. Daar vooral verricht hij zijn tekenen: herstel en heil, genezing en nieuwe toekomst. Jeruzalem is het doel van deze ‘beweging’. Dat is de koningsstad, en juist deze mens uit het achterland zal daar op vreemde wijze de koning van de Joden worden. Deze route is in de strofen van het lied geduid: Nazareth in Galilea (strofe 1) en Jeruzalem (strofe 5).
De laatste maal kent het refrein een andere tekst; de boodschap vanuit het lege graf is: wie Jezus zoekt moet telkens weer in Galilea beginnen om hem te ontmoeten.


Melodie

De centrale toon van dit lied is de d. Hoewel er veel maatwisselingen zijn, zorgen de achtste noten voor een gemeenschappelijke puls. Het metrisch gevoel wordt echter wel regelmatig ‘onthutst’. Opvallend is de prominentie van een slagwerkbegeleiding, die de puls van de achtsten benadrukt.
De melodie heeft een omvang van een octaaf tussen de d’ en de d’’, en bestaat overwegend uit trapsgewijze bewegingen. Gedurende het couplet begeeft de melodie zich in de onderste kwint van de ambitus, terwijl ze in het refrein stijgt tot en met de hoge d”.
Opvallend aan de begeleiding zijn de parallelle kwarten in de rechterhand, die hier en daar met de bastonen consoneren, maar regelmatig als doorgangsakkoorden langs de onderstem lijken te bewegen.
Temposuggestie: 110 voor de kwartnoot.


Media

Uitvoerenden: Multiple Voices o.l.v. Lucy Oude Elferink; Cor Brandenburg, piano