Met de boom des levens | |||
Canon | |||
Willem Barnard | |||
Christiaan Winter |
Melodie
De melodie van deze canon is gebaseerd op de eerste regel van de melodie van Liedboek 547. De eerste twee canonregels zijn gelijk aan de eerste twee regels van de liedmelodie, de derde regel van de canon is gelijk aan de opening en het iets gevarieerde slot van het refrein. De componist merkte over de melodie op: ‘Alles, behalve de laatste twee noten, is afkomstig uit de bekende melodie van 547. Het is dus eigenlijk allemaal De Sutter en maar weinig Winter’.
De canon is eenvoudig te zingen en kan zowel zelfstandig als in afwisseling met liedstrofen gebruikt worden. Daarnaast kan de canon ook goed dienst doen als Kyrie of als acclamatie bij de voorbede in de veertigdagentijd. Om de beweging in de liturgie niet te stagneren is het raadzaam om dan niet na elke intentie de canon te zingen. Men kan wel na elke intentie de melodie eenstemmig zingen en alleen de laatste keer in canon.
Bij het zingen van deze canon vraagt de lengte van de noot aan het einde van de tweede regel (‘dal’) de nodige aandacht, die dan nog gevolgd wordt door een halve rust. Men zal geneigd zijn om daar eerder door te zingen.
Deze canon is niet geschikt voor vier verschillende koorstemmen, maar wordt gezongen door gelijke of volledig gemengde stemgroepen.
In de begeleidingsbundel staat een eenvoudige harmonisatie om de canon te ondersteunen.
Deze canon werd door Christiaan Winter geschreven in opdracht van de liedboekredactie.
Zie voor een algemene toelichting het overzichtsartikel De canon.
Auteur: Pieter Endedijk
Media
Uitvoerenden: Apeldoorns Kerkmuziekensemble o.l.v. Thea Endedijk-Griffioen; Pieter Endedijk, orgel