Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

558 - Jezus, om uw lijden groot


Een eerste kennismaking

De dichter Jan Wit was van 1948 tot 1967 predikant van de Église Wallonne te Nijmegen. Zijn belangstelling voor het Franse protestantse kerklied kan daardoor verklaard worden. Liedboek 558 is gebaseerd op een lied van Eugène Bersier. Jan Wit is met de tekst van Bersier zeer vrij omgegaan en de Nederlandse bewerking is veel sterker dan het Franse origineel.
De dichter gaf het lied als titel mee: ‘Een litanie voor de Stille Week’. Als we de strofen volgen, dan lezen wij wat in deze week aan de orde is: van Palmzondag (‘vorst die op een ezel rijst’, strofe 2), de instelling van het avondmaal (4) tot en met de kruisdood (10).
Dat het een litanie is, is niet alleen merkbaar aan de laatste regel van elke strofe: ‘Kyrie eleison’, maar vooral omdat elke strofe begint met het woordje ‘om’. Zo bidt de gemeente een litaniegebed: ‘omwille van...’, en een beurtzang (eerste drie regels van elke strofe door de voorzanger/cantor/cantorij, de laatste regel door de gemeente) is dan ook denkbaar.
Dit lied leent zich er goed voor om delen van de gelezen passie af te wisselen.

Auteur: Pieter Endedijk


Een litanie voor de Stille Week

Jésus, au nom saint et doux

Audio: The Young Voices Putten o.l.v. Gerri de Glint-de Kimpe; David de Jong, orgel


Tekst

Deze toelichting is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.

Bersiers lied Jésus, au nom saint et doux (Louange et Prière, 1938, nr. 137) heeft zeven strofen, waarvan er eigenlijk maar drie slaan op episoden uit de laatste lijdensweek, namelijk Getsemane in 4 en 5 en de lansstoot en kruisiging in 6. Het overige bevat veeleer algemene waarheden over het lijden. Wanneer men dit met mijn vers vergelijkt dan zal het in het oog springen dat ik Bersier uiterst vrij gevolgd heb en telkens zinspeel op een episode uit de Goede Week . De hier geboden tekst is dezelfde als in Ministeriale (Haarlem 1966, blz. 73).

Strofe 2 sluit aan bij Lucas 19,28-44 (en parallel), strofe 3 bij Marcus 14,1-9 (en parallel), strofe 4 bij Marcus 14,22-25 (en parallel), strofe 5 bij Marcus 14,32-42 (en parallel), strofe 6 en 7 bij Marcus 14,53-65 (en parallel), strofe 8 bij Johannes 19,1-3 (en parallel), strofe 9 en 10 bij Johannes 19,16b-37 (en parallel). Strofe 1 is een inleidende aanroeping.

Men zou het lied als een soort processielied in de Goede Week kunnen beschouwen, dat een aantal staties (stations) uit de lijdensgeschiedenis passeert. Het heeft echter niets te maken met de rooms-katholieke kruisweggebeden. Het vraagt bijna om een uitvoering in beurtzang, met het ‘Kyrie eleison’ voor allen. Tegelijkertijd is het een anamnesegebed (gebed waarin het gedenken en herinneren een rol spelen) en zou het ook als zodanig gezongen kunnen worden.

Auteur: Jan Wit


Melodie

Als er in het Liedboek bij een gezang vermeld staat ‘anoniem’, wil dat nog niet zeggen, dat er over de betrokken melodie niets bekend is. Wat de zangwijs van Liedboek 558 betreft is dat echter wél het geval – de herkomst is tot nu toe niet achterhaald.
De melodie is intussen uiterst eenvoudig. Ze speelt zich af binnen de omvang van een kleine sext. De eerste en de derde regel zijn gelijk, de tweede en de vierde bijna. Men dient bij het zingen op te passen voor een onwillekeurig zich versnellend tempo: de melodie wordt dan te triomfantelijk voor de devote en ingekeerde tekst. De melodie staat dan ook niet in 2/2-maat genoteerd maar in 4/4-maat, en dat maakt wél enig verschil!

Auteurs: W.G. Overbosch / Willem Vogel


Media

Uitvoerenden: The Yopung Voices Putten o.l.v. Gerri de Glint-de Kimpe; David de Jong, orgel (strofen 1, 6, 8)