Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

635 - De Heer is waarlijk opgestaan


André Troost
Nederlands volkslied
Halleluja, de blijde toon

Tekst

Toelichting bij de tekst volgt nog.


Melodie

Deze toelichting bij de melodie is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken ‘ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.

De melodie is van het paaslied ‘Halleluja, de blijde toon’ en werd in het begin van deze eeuw door Jaap Kunst opgetekend in Ootmarsum. Met Pasen kon men daar dit lied samen met het ‘Christus is opgestanden’ horen in de kerk, rond de paasvuren en bij het zogenaamde ‘vlöggelen’. Jaap Kunst schrijft hierover het volgende: ‘De ganse bevolking: mannen, vrouwen, jongens en meisjes, verzamelt zich op de Paasweide en trekt vandaar in een onafzienbare rij, hand aan hand, langs een door de traditie geheiligde route, die door een paar herbergen en om een aantal zogenaamde stipels (de palen midden in de grote schuurdeuren) loopt, door het stadje, terwijl men daarbij, behalve het hier bedoelde lied (‘Christus is opgestanden’), ook nog ‘Alleluja den blijden toon’ zingt (op twee verschillende wijzen...). Tenslotte komt men uit op het Marktplein. Als de ganse schare, op de manier van ‘De boom wordt hoe langer hoe dikker’ zich hier eindelijk verzameld heeft, laat men elkaars handen los en begint van voren af aan met alle drie liederen in hun volle omvang, en als dan het laatste alleluja van de laatste strofe weerklinkt, tilt men plotseling alle kleine kinderen hoog in de lucht. En daarmee behoort het vlöggelen voor dat jaar weer tot het verleden’ (Jaap Kunst, Het levende lied van Nederland , Amsterdam 1938, blz. 17).

Wat de vorm van de melodie betreft het volgende. Aan iedere versregel is een ‘Halleluja’ toegevoegd, op dezelfde manier als bij de liederen Surrexit Christus hodie (vergelijk Liedboek 617) en Puer natus in Bethlehem (Liedboek 515), – liederen die, evenals het onderhavige, strofen van twee versregels hebben. Daarna volgt nog een driewerf ‘Halleluja’ bij wijze van refrein. Het laatste ‘Halleluja’ daarvan heeft dezelfde melodie als het de tweede regel afsluitende ‘Halleluja’.

Men zinge de melodie in een vloeiende, doorgaande beweging. Zowel strofe als refrein zijn boogvormig opgebouwd.

Auteur: Jan van Biezen