Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

702 - Geschenk uit de hemel, wolken en vuur


Een eerste kennismaking

‘Geschenk uit de hemel’ is een lied dat in korte zinnetjes vertelt wat Pinksteren is: we vieren de gave waarmee de Eeuwige zich met zijn mensen heeft verbonden.
Het christelijke pinksterfeest bouwt voort op het joodse. Voor beide feesten wordt zeven weken na Pasen (Pesach) doorgeteld tot aan de vijftigste dag. Het joodse feest heet naar die doorgetelde weken: Sja-woeoth (weken); het christelijke is genoemd naar de vijftigste dag (pentecostè: vijftig). Het lied volgt deze lijn in drie stappen.
Het joodse Pinksteren gedenkt Gods gave van de Thora op de berg Sinai, samengebald in de Tien Woorden. De Godsverschijning wordt omgeven met wolken en vuur (Exodus 19 en 20). Dit vuur wordt als een fakkel van generatie op generatie doorgegeven. Als Gods Geest op de leerlingen van Jezus neerdaalt, gaat dat opnieuw gepaard met wolken en vuur (Handelingen 2,1-4). Het lied eindigt met de bede dat wij vandaag door diezelfde Geest worden bewogen: ‘Kom, vervul ons, Geest, dit uur.’



Tekst

Ontstaan en verspreiding

Andries Govaart schreef dit lied in 1996 voor de liturgie van Pinksteren. Bij de voorbereiding van de dienst werd hij getroffen door de verschillende elementen van de wetgeving op de Sinaï (oogsten, wolken en vuur, gave van de Thora), die hun doorwerking hebben in het christelijke pinksterfeest. Het lied werd eerder gepubliceerd in Zingend Geloven 6 (1998,nr. 18).

Inhoud

Couplet 1

De woorden ‘een geschenk uit de hemel’ drukken verwondering en dankbaarheid uit. Het vuur van de geloofsgemeenschap ontstaat niet door zelfontbranding, maar wordt ons aangereikt, als een fakkel die van de een naar de ander wordt doorgegeven. Zo maakt de Eeuwige zich aan de zijnen bekend en is Hij hun nabij. Dit geschenk is een ‘woord om mee te leven’. In de joodse traditie spreekt men liever van ‘de tien woorden’ dan van ‘de tien geboden’ of ‘de wet’. Het gaat om het leven dat moet worden gehoed en geleid, dat richting behoeft. Het beeld van de wijzer (‘wijzer op de lange duur’) is ontleend aan Deuteronomium 1,33: ‘… hoewel hij u voorging op uw weg … en u ’s nachts met een vuur en overdag met een wolk de weg wees die u moest gaan’. Omdat echter het lidwoord ‘een’ hier ontbreekt, kun je ook denken (hopen) dat het mensen ‘op de lange duur’ wijzer maakt.

Couplet 2

In het tweede couplet is de heilige Geest de gave uit de hemel, die zich manifesteert als ‘tongen van vuur’. ‘Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven’ (Handelingen 2,3-4). Het levensteken van Gods aanwezigheid wordt opnieuw gehoord en gesproken, in alle tongen en talen. Het is een woord dat klopt, en het klopt aan en vindt gehoor.

Couplet 3

Van ‘wolken en vuur’ gaat het via ‘tongen van vuur’ naar ‘mensen van vuur’. Hierbij kunnen we denken aan Joël 3: ‘Ik zal mijn Geest uitgieten over al wat leeft; jullie zonen en dochters zullen profeteren, oude mensen zullen dromen dromen, en jongeren zullen visioenen zien (…). Dan zal ik tekenen geven aan de hemel en op aarde: bloed en vuur en zuilen van rook…’ (3,1.3). Het zijn visioenen en profetieën over de dag des Heren waarop ieder die de Heer aanroept een toevlucht zal vinden en zal worden gered. De sprong naar de actualiteit moeten we evenwel niet missen. In het derde couplet gaat het om de geloofsgemeenschap in het hier en nu. Vandaag klopt dit geschenk uit de hemel bij ons aan. Worden wij ‘mensen van vuur, door Gods Geest bewogen’? Hebben wij Gods rijk voor ogen? Daar bidden wij om ‘in dit uur’.
In een kort commentaar aan de scribent schrijft Govaart dat je zou kunnen zeggen dat op de Sinaï de Thora werd ontvangen/geoogst en in Jeruzalem een grote groep gelovigen, die persoonlijk drager van de Thora worden (vergelijk Jeremia 31,33-34 en Hebreeën 8,10-11).

Liturgische bruikbaarheid

‘Geschenk uit de hemel’ is om te beginnen een pinksterlied. Als ‘wegwijzer’ past het daar sowieso, maar omdat het is geënt op de gave van de Thora heeft het een wijder bereik. In het register op liturgisch gebruik in het Liedboek (blz. 1605-1608) vinden we lied 702 behalve onder ‘Pinksteren’ ook genoemd in de rubriek ‘Aanvang’ en ‘Rond de Schriften’. Dit biedt nog andere mogelijkheden door het jaar heen.

Auteur: Corja Bekius

Creatieve verwerking

Corja Bekius, Tongen van vuur (Pinkstervenster), acryl op karton; in: Het Licht Speelt (Utrecht 2015)


Melodie

Deze toelichting bij de melodieis overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 6’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.

Drie coupletten, elk van vier versregels. De toonsoort is melodisch mineur (aeolisch) op e.
De melodie heeft een omvang van een kleine septiem (e’-d”), en heeft een duidelijk metrum, namelijk een driekwartsmaat.
De frasebouw bestaat uit segmenten van twee maten; het muzikale ritme volgt het natuurlijke ritme van de spraak. De tonen e’ en b’ zijn de belangrijkste melodische steunpunten, en ook de verbindingstoon g’ krijgt enige nadruk. In de eerste twee versregels valt een stijgende tendens in de melodie waar te nemen, terwijl de laatste twee regels terugdalen naar de grondtoon.


Media

Uitvoerenden: Zanggroep o.l.v. Arie Boers

Video: Liedboek 702 (uitvoerenden als boven), met beeld en tekst