Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

716 - Zaaien, maaien, oogsten



Tekst

Ontstaan en verspreiding

‘Zaaien, maaien, oogsten is afkomstig uit het vierde deeltje van de reeks Zing alle dagen. Liedboek voor kinderen. Deze bundeltjes verschenen in 1991-92 bij de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging en uitgeverij Callenbach. Elk van de deeltjes had een eigen focus. Deel 1: Liederen voor de feesten, deel 2: Bijbelliederen Oude Testament, deel 3: Bijbelliederen Nieuwe Testament, deel 4: Liederen voor bijzondere momenten. De redactie werd gevormd door Job Heeger (pseudoniem van J.J. Sinnema), Elisabeth van den Brun (pseudoniem van W.C.E. Kruijer-Bolwidt) en Gerard van Hulst. Heeger/Sinnema en Van den Brun/Kruijer-Bolwidt waren verbonden aan de NZV.

Inhoud

Het lied bestaat uit drie coupletten van elk vier regels. De eerste twee regels zijn bij ieder couplet gelijk: ‘Zaaien, maaien, oogsten. / Dank de Allerhoogste’. Regel 1 geeft de context: zaaien, maaien, oogsten, het hele groeiseizoen in drie woorden samengevat. Regel 2 verwoordt de focus: dank aan de Allerhoogste. Regel 3 en 4 werken deze focus uit:

  1. voor zijn zorg om ons bestaan / Hij biedt ons dit alles aan.
  2. voor de zegen die Hij geeft / zodat elk het leven heeft.
  3. door te delen met elkaar / wat Hij aanbiedt, ieder jaar.

Strofe 1 en 2 danken voor dat wat we krijgen. Strofe 3 geeft gestalte aan dat danken, namelijk door wat we hebben gekregen te delen. De eerste doelgroep wordt gevormd door jonge kinderen. De taal is helder, roept beelden op (‘zing het eens met je ogen dicht, welke plaatjes zie je dan?’) en biedt mogelijkheden voor gesprek (over Schepper en schepping, over het groeiproces, over de vraag hoe eten in de supermarkt of bij de groenteboer terechtkomt, over dankbaarheid, over ontvangen en delen).


Melodie

De tekst kreeg een opgewekte en ongecompliceerde melodie in D-groot. Regel 2 herhaalt regel 1 een toon lager en benadrukt zo de ritmische impuls van de twee achtsten op de derde tel en eveneens de dalende kwintsprong.
Regel 3 kleurt anders door de hoge inzet en het gewijzigde ritmische patroon en regel 4 daalt weer af naar de grondtoon. De melodie vraagt om een licht manier van zingen, eerder vanuit de halve noot dan vanuit de kwart.
Ook de melodie wijst erop dat de eerste doelgroep kinderen zijn. De melodie is overzichtelijk, zingt door de nadruk op tonica en dominant snel mee, biedt mogelijkheden voor muzikale stimulansen (licht zingen, zuiverheid, een melodie mooi laten klinken).


Liturgische bruikbaarheid

Het lied staat in de rubriek ‘Oogst en is gekozen met oog op een oogstviering of de dankdag voor gewas en arbeid. Het gaat hier om een kinderlied, maar volwassenen hoeven niet op hun knieën om dit lied met de kinderen mee te zingen. Zij steken al zingend een spade dieper en ontdekken dan misschien wel dat kinderen hun daar al in zijn voorgegaan. Ook is het een goede mogelijkheid om tijdens het zingen ‘de oogst in te zamelen’, namelijk dat wat kerkgangers hebben meegenomen (uit eigen tuin bijvoorbeeld).

Auteur: Anje de Heer