Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

753 - Er is een land van louter licht


Een eerste kennismaking

Over het ontstaan van dit lied wordt het verhaal verteld dat de Engelse dichter Isaac Watts (1674-1748) zijn inspiratie voor deze tekst vond toen hij aan de kust bij Southampton stond en aan de overzij van het water de contouren zag van het eiland Wight, hoewel de wolken of de nevels het uitzicht belemmerden. Hoe dan ook, de dichter, die de bijnaam kreeg ‘Father of English hymn-writing’, heeft ons een prachtig en beeldrijk lied geschonken, waarin het verlangen naar het land van belofte wordt bezongen, zoals Israël het beloofde land zag aan de overzijde van de Jordaan (strofe 4). De ontstaansgeschiedenis van het lied is vooral in strofe 5 herkenbaar: ‘Hing niet het wolkendek zo zwart / van twijfel om ons heen, / wij zouden ’t land zien van ons hart, / dat ’t hemels licht bescheen.’ Het lied besluit met de vraag aan God om als Mozes op de berg Nebo het beloofde land te mogen zien (Deuteronomium 34). Het gehele Bijbelboek Deuteronomium is een aansporing om dat beloofde land in zicht te houden.

Auteur: Pieter Endedijk


There is a land of pure delight

Isaac Watts
Jan Willem Schulte Nordholt
Engeland
Tune: MENDIP

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Dit lied is afkomstig uit de bundel Hymns and Spiritual Songs, Composed on Divine Subjects, Conformable to the Word of God van de dichter Isaac Watts (1674-1784) en te vinden in het tweede boek onder nr. 66.

Het lied werd meteen populair en kwam in zeer veel bundels terecht, volgens de website www.hymnary.org in 1257 bundels totaal. De populariteitstop lag rond 1860, toen het in circa negentig liedbundels tegelijk voorkwam.

Vermoedelijk zijn in deze gegevens vertalingen in niet-Engelstalige liedbundels nog niet eens meegerekend (er bestaat zelfs een Latijnse vertaling). Hoe dan ook, in Nederland verscheen het lied pas voor het eerst in de vertaling van Jan Willem Schulte Nordholt als gezang 66 in de proefbundel 102 gezangen (1965) en later als gezang 290 in het Liedboek voor de kerken (1973), en het werd net als het origineel ogenblikkelijk populair. De openingsregel, ‘Er is een land van louter licht’, is te vinden in vele rouwadvertenties en op menige grafsteen.

Overigens zijn er nog meer expliciet christelijke of nieuwtestamentische tekstvarianten van dit lied verschenen. Zo kan men in een hymn-boek uit 1797, ook onder de naam van Watts, de volgende coupletten 4 en 5 aantreffen:

Jesus our Lord is gone before,
we would his footsteps tread;
in him confide and fear no more
to follow where he led.

Prepar’d this mortal life to quit
whene’er he gives command;
may we to him our souls commit
and gain that heav’nly land.

Of dit een variant van Watts zelf is, is mij niet bekend.

Inhoud

De (romantische) traditie wil dat Isaac Watts zijn inspiratie voor dit lied opdeed terwijl hij in zijn geboortestad Southampton gezeten aan het raam in zijn woonkamer over de rivier de Itchen uitkeek en in de verte het eiland Wight zag liggen. De woorden die een auteur in 1875 gebruikt om deze ervaring te beschrijven zijn te aardig om hier niet te vermelden:

Het is inderdaad een prachtige versie van dat paradijs waarvan de dichter zong. Het rijst op vanaf de kant van de rivier en zwelt aan tot een grenzeloos uitzicht, alles gekleed in het rijkste loof van de zomer, geruit met woudbegroeiing en vruchtbare velden in de hoogste cultuur, en tuinen, en villa’s, en elke opsmuk die de mensenhand, in een reeks van eeuwen, kon creëren op zulke ontvankelijke gronden.

(It is indeed a beautiful type of that paradise of which the poet sung. It rises from the margin of the flood and swells into boundless prospect, all mantled in the richest verdure of summer, checkered with forest-growth and fruitful fields under the highest cultivation, and gardens, and villas, and every adornment which the hand of man, in a series of ages, could create on such susceptible grounds. Long, Illustrated History of Hymns and their Authors).

Schulte Nordholt merkt in zijn bespreking in het Compendium bij het Liedboek voor de kerken dan ook op dat er ‘een zekere prille frisheid in deze verzen’ is, ‘die alleen uit de directe aanschouwing geboren kan zijn’ (k. 682). Het beloofde land wordt met eigen ogen aanschouwd net zoals dat Mozes overkwam! We zien uit naar een eeuwigdurende lentetijd (de ‘everlasting spring’ uit Paradise Lost van John Milton, X. 678-9), waarvan we alleen door een smalle doodszee zijn gescheiden (death, like a narrow sea, een beeld dat ook in The Pilgrim’s Progress van John Bunyan te vinden is). Deze doodszee is als de Jordaan voor het volk Israël, toen het op weg was naar het land Kanaän. De beelden worden door Watts gebruikt om uitdrukking te geven aan de christelijke hoop, waarbij het beloofde land de hemel wordt, het ‘land of pure delight’ als aardse metafoor voor hemelse streken, en de Jordaan de doodsrivier waarover wij niet durven trekken.

Watts vond dat het kerklied een hoge dichterlijke kwaliteit diende te bezitten: Fine language is needed to save the ruin’d and degenerate World, (‘we hebben mooie taal nodig om de verwoeste en verworden wereld te redden’), en daar hield hij zichzelf ook aan. Prachtig is bijvoorbeeld de originele poëzie van strofe 4:

But timorous mortals start and shrink
to cross the narrow sea,
and linger shivering on the brink,
and fear to launch away.

Schulte Nordholts vertaling volgt in de eerste drie coupletten het origineel vrij nauwkeurig, maar de vertaling van deze strofe is iets vrijer:

Maar ach de stervelingen staan
hier huiverend terzij,
en durven niet op weg te gaan,
het duister niet voorbij.

Hierin is de smalle (doods)zee uit het tweede couplet niet terug te vinden, en het beeld van die rillende of huiverende, angstige (timorous) stervelingen op de oever die bang zijn om er energiek vandoor te gaan, is in het origineel net wat sterker dan in de vertaling.

In de vijfde strofe wijkt Schulte Nordholt nog meer af van het origineel:

O could we make our doubts remove,
those gloomy doubts that rise,
and see the Canaan that we love
with unbeclouded eyes;

wordt:

Hing niet het wolkendek zo zwart
van twijfel om ons heen,
wij zouden ’t land zien van ons hart,
dat ’t hemels licht bescheen.

In het origineel is van een ‘zwart wolkendek’ geen sprake, hoewel de wolken wel terugverwijzen naar onze ‘beclouded eyes’, dus onze omfloerste of vertroebelde ogen. Bovendien maakt Schulte Nordholt de vertaling romantischer dan het origineel: ‘het land van ons hart’ klinkt net wat minder nuchter dan ‘the Canaan that we love’.

Hoewel het lied aanvankelijk vooral over de heerlijke hemel lijkt te gaan, klinkt in het vierde couplet ook al de angst door, de angst om door de dood heen te moeten. Deze angst komt ook terug in het laatste couplet:

not Jordan's stream, nor death’s cold
f
lood, should fright us from the shore!

Het gaat dus uiteindelijk om het overwinnen van de doodsangst, wat door Schulte Nordholts vertaling enigszins wordt weggepoetst: ‘en geen Jordaan, geen doodsrivier / zal scheiding voor ons zijn’. Het bovenschrift bij het lied luidde oorspronkelijk A Prospect of Heaven makes Death easy, en dit is blijkbaar het perspectief van waaruit we dit lied moeten beschouwen. Daarmee stijgt het lied uit boven een poëtische weergave van het verhaal van Mozes op de berg Nebo en het volk Israël bij de Jordaan, die beiden reikhalzend uitzien naar het land Kanaän (Deuteronomium 34).


Melodie

In veel bundels is de melodie opgenomen zoals die ook in het Liedboek staat. Maar er zijn talloze andere melodieën mogelijk en ook gebruikt. De hier gebruikte melodie, MENDIP geheten, is echter van een bijzondere schoonheid. Typisch Engels zijn de grote omvang binnen de eerste twee regels, die een heel octaaf beslaan, en de markante sprong in de eerste regel (bes’-es”) waarvan een echo klinkt in de derde regel (es’-bes’). Geraffineerd imiteren het einde van de eerste regel en de derde regel (na opmaat) het dalende motiefje uit het begin van het lied, terwijl de eerste volledige maat van regel 4 de eerste maat van regel 2 een toon hoger imiteert. Ook wordt de ritmische impuls aan het begin van de derde regel herhaald aan het begin van de vierde. Over de herkomst van de melodie weten we niets, behalve dat hij English Traditional is.

Auteur: Erik Heijerman

Bronnen

Willem Barnard, ‘De Engelse Ambrosius’. In: Huis, tuin en keuken, Haarlem 1966, 167-171. In het erop volgende artikel (‘Elementair verkeerd’) gaat Barnard op een theologisch bezwaar tegen het hier besproken lied in.
A Companion to the Sacred History; containing Select Hymns on the Historical Parts of the Scripture. London, 1797; klik hier [geraadpleegd 04-02-2017].
Allan Gaunt, ‘There is a land of pure delight’. In: The Canterbury Dictionary of Hymnology; klik hier [geraadpleegd 04-02-2017].
Wim Kloppenburg, ‘Gezang 290 “A prospect of heaven makes death easy”’, in: Muziek & Liturgie: aug./sept.2006, blz.5.
Edwin McKean Long, ‘Illustrated History of Hymns and their Authors’, Google Books. p. 408; klik hier [geraadpleegd 04-02-2017].
Adriaan C. Schuurman, toelichting bij tekst en melodie van gezang 290 in Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 Gezangen uit het Liedboek voor de kerken. Amsterdam, 1977, k. 693.
‘Songs before unknown’. Tekstboekje bij de cd The Hymn Makers, Isaac Watts – When I survey. Kingsway Music, KMCD582, 1992.


Media

Uitvoerenden: Martini Cantorij Sneek o.l.v. Co Jongsma-Hoekstra; Dirk Donker, orgel (bron: KRO-NCRV)