Een eerste kennismaking
Het Onze Vader begint met de woorden: ‘Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen…’ (Matteüs 6,9-10). Dit lied bezingt dat verlangen naar dat komende koninkrijk: ‘Laat komen, Heer, uw rijk...’ Dat is het ‘beloofde land van God’ (strofe 2), ‘dat land waar God zijn stad herbouwt...’ (strofe 3) en dat er zal zijn als ooit ‘oorlog, haat en nijd / voorgoed zijn weggedaan, / in deze wereldtijd.’ (strofe 4).
Willem Barnard maakte een vrije bewerking van het lied ‘Thy kingdom come, o God’ van Lewis Hensley (1824-1905). Een meer directe vertaling was niet wenselijk, aangezien de oorspronkelijke tekst erg negentiende-eeuws gekleurd is.
De melodie van Leighton George Hayne (1836-1883) is eenvoudig en logisch van opbouw en werd oorspronkelijk bij een andere tekst geschreven. De dalende melodie in de eerste regel wordt in de tweede regel een terts lager herhaald, waarna de derde regel een stijgende melodische lijn laat horen. De slotregel bevestigt de afsluiting rond de grondtoon g’.
Auteur: Pieter Endedijk
Thy kingdom come, o God | |||
Lewis Hensley | |||
Willem Barnard | |||
Leighton George Hayne | |||
Tune: ST. CECILIA |
Tekst
Deze toelichting bij de liedtekst is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is. De toelichting bij de melodie is nieuw geschreven voor deze website.
Lewis Hensley was anglicaans geestelijke en een man van wetenschap. Van hem verschenen twee bundels met liederen en een algebraboek! Tot de meest geliefde kerkgezangen behoort zonder twijfel zijn bekende hymn Thy Kingdom come, o God. Het is een lied van verlangen. In de ‘Hervormde bundel 1938’ geeft gezang 115 een vrij nauwkeurige vertaling van de hand van Jan Jacob Thomson (1882-1961). De nieuwe vertaling is meer een bewerking. De zesde strofe bijvoorbeeld, waarin de duisternis wordt vermeld zoals die over de ‘heidense landen’ ligt, getuigt van een negentiende eeuws triomfalistisch pathos dat ons niet goed meer afgaat. In deze nieuwe versie is daarom de gang van het Engelse lied wel te volgen, de strofevorm is ook net eender, maar de beeldspraak is meer naar de trant van de profeten met hun hartstochtelijk verlangen naar ‘de dag van JHWH’. Het lied is ‘hebreeuwser’ geworden. Men herkent in de derde regel van strofe 7 Psalm 14,4 (53,5).
Auteur: Willem Barnard
Melodie
Leighton George Hayne (1836-1883), pastor, organist en amateur orgelbouwer, schreef de melodie ST. CECILIA bij de tekst ‘Thy way, not mine, o Lord’ van Horatius Bonar (1808-1889) voor publicatie in The Merton Tune Book (Oxford 1863). De subtitel van deze uitgave geeft aan waarvoor deze gebruikt werd: A collection of hymns and tunes used in the Church of St. John Baptist, Oxford. Deze uitgave werd verzorgd door Hayne samen met pastor loci H. W. Sargeant.
De melodie werd aan de tekst ‘Thy kingdom come, o God’ van Lewis Hensley verbonden in de Appendix bij de eerste editie van Hymns Ancient and Modern (1861/1868) en komt sindsdien in haast alle Engelstalige liedbundels voor, waarbij de populariteit vooral in de tweede helft van de twintigste eeuw sterk toenam.
In Nederland werd het lied bekend via de ‘Hervormde Bundel van 1938’, gezang 115, in de vertaling van Jan Jacob Thomson (1882-1961).
De eenvoudige melodie in G-groot kent in elke regel hetzelfde ritme van vijf kwartnoten en een gepunteerde halve noot. De eerste helft (regel 1-2) wordt gevormd door een dalende melodielijn van de dominant d” naar d’. In harmonisch opzicht moduleert de tweede regel naar de dominanttoonsoort D-groot. In de derde regel maakt de melodie een stijging van a’ en d” en wordt teruggekeerd naar G-groot, waarna de vierde regel in een eenvoudig motief rond de tonica g’ de toonsoort bevestigt.
Auteur: Pieter Endedijk
Media
Uitvoerenden: Schola Davidica o.l.v. Lisette Bernt; Gert Oost, orgel (bron: KRO-NCRV)