Een eerste kennismaking
De tekst van dit lied schreef Willem Barnard bij een heilsbelofte uit Jesaja (49,8-13). Het lied kreeg de titel ‘Ten dage des heils’ (vergelijk Jesaja 49,8), waarbij de dichter in een toelichting schrijft: ‘Een lied dat over de beproeving en over de beproefden gaat’.
Het lied behoort bij een serie van drie liederen die Barnard in 1957 schreef, alle op dezelfde melodie van Frits Mehrtens. Het eerste lied is ‘Een zaaier ging uit om te zaaien’ (Liedboek 764). Barnard hoorde een duidelijke relatie tussen het uitgestrooide zaad en de profetie over opgejaagde mensen, de ‘mensen van nacht en nevel’ (strofe 1). Het derde lied met deze melodie is Liedboek 765, ‘Gij hebt met uw brede gebaren’. In het Liedboek zijn de drie liederen als serie geplaatst.
Auteur: Pieter Endedijk
Ten dage des heils | |||
Willem Barnard | |||
Frits Mehrtens | |||
Een zaaier ging uit om te zaaien |
Tekst
Deze toelichting bij de liedtekst is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.
In 2 Korintiërs 6,2 citeert de apostel een zinsnede uit het boek van de tweede Jesaja: 49,8. Op zondag Invocabit , de zondag waarop naar klassieke trant het Evangelie van Jezus’ beproeving wordt gelezen (Matteüs 4,1-11, zes weken voor Opstandingszondag) kwam ik die woorden van Jesaja bij Paulus tegen, omdat de eerste helft van dat hoofdstuk 2 Korinthiërs 6 door de oude leesroosters naast dat evangelie van beproeving wordt geplaatst. En met recht, want ook de apostel spreekt over beproeving en eveneens de profeet die hij aanhaalt. Jesaja 49,8-13 heb ik toen als één geheel genomen om er een lied over te maken (ik noemde het ‘Ten dage des heils’, naar de eerste woorden van dat stuk profetie, zo luidt dan ook de titel in De tale Kanaäns, blz. 28), een lied dat over de beproeving en over de beproefden zou gaan. Als vanzelf werd het een lied over de mensen, die uit de nacht en nevel naar een land van vrede op weg wilden gaan. Men kan er ‘Zionistische’ tonen in horen! Maar tegelijk (omdat het volk van de bijbel altijd ‘voorbeeldig’ is voor ons) mag men er in horen een bemoediging voor wie ‘er onderdoor zijn gegaan’. Want waar profeet, apostel en evangelist het over hebben ligt toch evenzeer vóór ons als achter ons?
Ik schreef het lied tegen een melodie aan die Frits Mehrtens een paar weken tevoren had gemaakt bij het lied over de zaaier, die uitging om te zaaien, Lucas 8,4-15, Liedboek 764; deze melodie was nog thuis in mijn hoofd en bovendien hoorde ik verband tussen het verhaal van het uitgestrooide zaad en de profetie voor opgejaagde mensen (zie ook bij Liedboek 765).
Auteur: Willem Barnard
Melodie
Voor een toelichting bij de melodie: zie Liedboek 764.
Media
Uitvoerenden: Goylants Kamerkoor o.l.v. Cor Brandenburg; Jan Hage, orgel (bron: KRO-NCRV)