Een eerste kennismaking
Willem Barnard (1920-2010) maakte een zeer vrije bewerking van het lied ‘The Lord will come and not be slow’ van John Milton (1608-1674) en liet daarbij paasmotieven meeklinken (zie bijvoorbeeld strofe 4). Veel sterker is in dit lied de tekst van Psalm 85 herkenbaar en deze psalm speelt in de klassieke liturgie een rol in de periode van voleinding en advent, een doorgaande tijd van uitzien naar de Komende. Deze psalm is op de tweede zondag van de voleinding de gradualetekst en op de derde adventszondag zowel introïtus als graduale. Zo markeert Psalm 85 deze tijd van verwachting met die prachtige beelden over Gods toekomst: ‘trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus, uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe’ (Psalm 85,11-12).
Barnard heeft dat subliem onder woorden gebracht: ‘... gaan vrede en rechtvaardigheid / als bruidegom en bruid. // De trouw zal bloeien als een roos, / en zie, gerechtigheid / zal uit de hemel moeiteloos / neerdalen in de tijd.’ (strofen 1 en 2).
In de tekst zijn ook sporen van andere psalmen te ontdekken.
Auteur: Pieter Endedijk
Ternauwernood | |||
The Lord will come and not be slow | |||
John Milton | |||
Willem Barnard | |||
Dublin 1706/later gewijzigd | |||
Coleshill |
Tekst
Deze toelichting bij de liedtekst is overgenomen uit ‘Een Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 gezangen uit het Liedboek voor de kerken’ (Amsterdam 1977) en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is. De toelichting bij de melodie is nieuw geschreven voor dit compendium.
Dit lied zou kunnen gelden als een vertaling van The Lord will come and not be slow, dat op naam staat van de grote Engelse dichter John Milton. Meer dan een vertaling evenwel is het een nieuw lied, gedicht naar het voorbeeld van Miltons hymn, – en dat met des te meer recht (naar mij achteraf bleek!) daar aan het auteurschap van de Engelse tekst een eigenaardige historie is verbonden.
Ik vond eens in een Engels boek een lied dat zich voordeed als een adventsgezang. The Lord will come and not be slow, begon het. Maar in zijn beeldspraak deed het aan de lente denken, er stond bijvoorbeeld:
Truth from the earth, like to a flower,
shall bud and blossom then ...
In mijn onschuld (toen nog, ik was nauwelijks met het kerklied bezig) vertaalde ik dat Engelse lied heel vrij en wel naar Pasen toe. Het zal in de lente geweest zijn en zei trouwens de tekst ook niet:
Rise, God, judge Thou the earth in might,
this wicked earth redress?
Pas veel later ging ik mij afvragen hoe het nu eigenlijk stond met dat Engelse lied. John Milton werd als dichter aangegeven, maar nergens bij Milton vond ik dat geheel van zes strofen, met die beginregel, zo terug. Tot ik bedacht dat Milton psalmen heeft berijmd. Hij is daar drie keer in zijn leven mee bezig geweest: toen hij vijftien jaar oud was (!), later op veertigjarige leeftijd en nog eens, vijf jaar verder. Het was in 1648, het jaar van de vrede van Munster, maar ook van de Engelse burgeroorlog, en het was inderdaad lente, in april, dat Milton negen psalmen berijmde. Hij koos daarvoor, zoals in Engeland en Schotland gebruikelijk is gebleven, de strofevorm die ook in het Nederlandse lied (Liedboek 767 dus, dat nr. 4 was in de bundel 102 gezangen) is gevolgd. Maar hij kwam daarmee voor hetzelfde probleem te staan dat Willem Sluyter (1627-1673) in dezelfde tijd had te overwinnen: de eerbied voor de bijbeltekst te verzoenen met de eisen van de gekozen poëtische vorm. En Milton was meer, kon meer dan Sluyter!
Truth from the carth, like to a flower
shall bud and blossom then
and justice, from her heavenly bower,
look down on mortal men.
Voorbeeld en uitwerking zijn hier tot een naadloos geheel verweven. Het ‘voorbeeld’ was Psalm 85. En deze uitwerking kende ik uit het lied The Lord will come. In Miltons rijmpsalm 85 vond ik dus één van de strofen uit dat lied terug.
Milton zelf zegt, dat hij ‘negen van de psalmen metrisch heeft bewerkt’ (done into metre) en dat daarin ‘alles wat geen afwijkend lettertype heeft de woorden zelf van de bijbeltekst zijn, vertaald uit het oorspronkelijk’. Vertaald ja, door hemzelf! Milton hing minder aan de King James Bible dan Sluyter aan de Statenbijbel. Hij vertaalt zelf, vrijmoedig. Maar hij onderscheidt toch ook scherp tussen vertaling en interpretatie, toevoegsel. Waarbij dan moet gezegd worden, dat zijn vertaling en zijn toegevoegde, interpreterende ‘vultekst’ ook veel meer naar elkaar toespreken, beter bij elkaar aansluiten, dan bij Sluyter het geval is. Maar dat is behalve een zaak van tekstkennis en vertaalkunst ook een kwestie van zoveel grotere poëtische bekwaamheid.
Miltons psalmberijmingen zijn overigens niet in gebruik genomen. Ze zijn daar ook te lang voor. Of te goed. Het is een soortgelijk lot als Marnix en Revius was beschoren die het tegen Datheen moesten afleggen. Aan het eind van de zeventiende eeuw verscheen de New Version van Tate en Brady en die veroverde en behield het veld. Miltons psalmen zouden dan ook in vergetelheid zijn geraakt als niet de een of ander (en ik weet niet wie het was) uit de overvloedige hoeveelheid gelijkvormige strofen een keuze had gemaakt. Psalm 84 bijvoorbeeld, uit twaalf strofen bestaande, werd tot minder dan de helft teruggebracht, men vindt dan in een zangbundel de coupletten 1, 5, 6, 7 en 8. Daarmee worden verzen 1 en 4 t/m 8 uit de psalm weergegeven. Dat is natuurlijk een volkomen willekeurige greep. Daar ‘psalm 84’ boven te zetten is misleidend. Op dezelfde wijze zijn in het Missale Romanum slechts enkele losse fragmenten van de psalmen overgebleven en de puritein, de calvinist, de militante antipapist John Milton had het niet moeten weten! Was hij niet een aanhanger van Oliver Cromwell die beeldenstormend door Engeland trok en de koning Charles I gevangen hield?
In het begin van 1649 zou Charles onthoofd worden, het ‘gezuiverde’ parlement had zijn doodvonnis in religieuze ijver geveld. Ik vraag me af: heeft Milton daarom die negen psalmen willen vertalen, 80 t/m 88, waarin telkens sprake is van Israëls roeping en van de Heer die toornig rechtspreekt? De puriteinen voelden zich het uitverkoren instrument der goddelijke gerechtigheid! Psalm 82 zegt dat God opstaat in de godenvergadering, maar algemeen begreep men die ‘godenvergadering’ als de samenkomst van de overheden, de rechters en machthebbers. Het parlement, zal Milton gedacht hebben. En hij las: ‘hoe lang nog zult hij onrechtvaardig richten?’ Maar hij verstond: ‘hoe lang weerstreeft gij Cromwells puriteinen?’
Wanneer men nu zijn berijming van die Psalm 82 leest, zal men merken dat ook daarvan een (zegge: één!) strofe gebloemleesd is om samen met drie strofen van zijn Psalm 85 en twee van zijn Psalm 86 samen te worden gemozaiekt tot het lied waarvan ik vertelde en dat ik vertaalde, zij het vrij: het lied The Lord will come. In feite blijkt de tekst van dat lied als volgt te zijn samengeflanst: strofe 1 is de dertiende strofe van Psalm 85, strofe 2 de tiende en strofe 3 de elfde strofe van diezelfde psalm; strofe 4 is de achtste strofe van Psalm 82 en strofe 5 en 6 zijn de negende en tiende strofe van Psalm 86! Bovendien is, teneinde te kunnen promoveren van een dertiende plaats naar een eerste die beginstrofe door elkaar geschud.
Before his righteousness shall go,
his royal harbinger:
then will he come, and not be slow,
his footsteps cannot err.
Daarmee besloot Milton zijn Psalm 85. Maar de onbekende redacteur wilde ermee beginnen en maakte er van:
The Lord will come and not be slow,
his footsteps cannot err,
before him righteousness shall go,
his royal harbinger.
Het is een hoogst curieuze gang van zaken. Daar is in de eerste plaats een psalmberijmer die, waarschijnlijk uit nogal dubieuze politieke aandrift en in elk geval op zeer dubieuze wijze, een aantal rijmpsalmen vervaardigt. Daar is vervolgens een compilator die een aantal strofen uit hun verband rukt en tot een willekeurige volgorde samenleest. De koploper van dat verdwaasd bijeengeraapte stelletje coupletten wordt bovendien achteloos verminkt. Caleidoscopisch flitsen nu de psalmcitaten door elkaar heen. En het resultaat is schitterend!
Volgens alle regelen der kunst moest een monster ontstaan, op hoogst onverantwoorde wijze werd immers iedere regel van het literaire spel met voeten getreden. Maar wat het resultaat van al die dwaasheid is doet levender en echter aan dan menig gedicht dat eerlijk en ambachtelijk geschreven is! Blijkbaar is Milton zo groot, dat ook de spaanders uit zijn werkplaats nog, mits handig bij elkaar geveegd, voor de argeloze lezer een beeld vormen dat de meesterhand verraadt. Eigenlijk past die grillige gang van zaken wel bij de grillige man die Milton moet geweest zijn. Of men daarvoor mag afgaan op Robert Graves en diens roman Wife to Mr. Milton is overigens de vraag. Ook Graves is niet van grillen vrij!
Milton was van welgestelde familie, Londenaar van huis uit en had een universitaire vorming gehad in Cambridge. Na een vrij schrijversleven gedurende de eerste jaren van zijn volwassenheid raakte hij geheel verstrikt in de kerkelijke en politieke twisten van zijn tijd. Hij koos de kant der puriteinen en bekleedde zelfs regeringsambten onder Cromwell. Na de Restauratie leefde hij teruggetrokken, niet alleen om redenen van politieke aard: in 1652 was hij blind geworden. Juist nadien echter heeft hij zijn grootste werk geschreven: Paradise regained, Paradise lost en Samson Agonistes . Miltons poëzie heeft een ongehoorde retorische kracht, een sonore toon, epische adem. Hij was een onvermoeide kampioen niet alleen van het puriteins calvinisme, maar ook van de vrijheid van drukpers: nog in 1644, onder Cromwells bewind, verscheen zijn Areopagitica, a speech for the liberty of unlicensed printing. Milton is een laatbloeier geweest, zijn beste werk schreef hij omstreeks en na zijn zestigste jaar.
Het gekste van alles is nog dat een Nederlander later, vulkanisch ontstoken in vuur voor het lied in de liturgie, die tekst van de Engelse puritein X weer opvat, zonder te weten van de complexe voorgeschiedenis ervan (ja, inderdaad, fools rush in where angels fear to tread!) en met deze zoveelste mishandeling – want men kan dit geen vertalen meer noemen! – een nieuw lied voortbrengt dat (als ik het zelf mag zeggen) nog zo slecht niet is! Alleen op één punt is de tekst zoals die in de 102 gezangen (1964) stond verbeterd. De melodie maakt immers de laatste regel van de zesde strofe ongewenst. ‘Adam, levende ziel’ (vanwege de associaties met Paulus’ eerste brief aan de Korinthiërs, hoofdstuk 15, ook theologisch al niet erg gelukkig) is om metrische redenen niet te handhaven. Ik heb er van gemaakt: ‘Adam met hart en ziel’.
Tevens is het opschrift in genoemde bundel nu weggelaten; dat luidde ‘naar Psalm 85’. Immers, er zit tegelijk minder achter en meer. Minder, omdat de overblijfselen van die psalm maar erg rudimentair zijn, – meer, omdat behalve de kinderen van Korach, ook Asaf en David en Milton en een onbekende redacteur en de ijzervreters van Cromwell en de schim van die ongelukkige eerste Karel zich op de achtergrond van dat versje verdringen.
Zo vol lotgevallen is soms het levensverhaal van een lied.
Auteur: Willem Barnard
Melodie
De naam van William Barton (1597/98-1678) is verbonden aan de ontwikkeling van de metrische psalmen in Engeland. In 1644 publiceerde hij The Book of Psalms in Metre. De psalmen vertaalde hij uit het Hebreeuws en hoofdzakelijk in ‘common metre’ (jambisch 8-6-8-6) weergegeven. De psalmen werden zonder melodie afgedrukt, maar voorin de uitgave vindt men enkele ‘tunes’ waarop de psalmen werden gezongen. Veel psalmen klonken dus op dezelfde melodie.In de editie van 1682 staat deze melodie als vierde van de ‘several general tunes’:Duidelijk is dat deze melodie een eerdere versie is van de melodie zoals wij die nu kennen. Vooral de eerste regel is afwijkend. De melodie met de naam COLESHILL is de versie zoals deze in 1706 werd gepubliceerd The Psalms of David in Metre.
De melodie in g-klein wijkt in de tweede regel uit naar Bes-groot. De derde regel is samengesteld uit de tweede regel en het slot van de eerste regel. Typerend voor de melodie is het grote aantal kwartsprongen.
De oorspronkelijke tekst gaat in Engelse liedboeken gepaard met verschillende melodieën. In onze tijd vindt men bij de tekst van Milton meestal de melodie ST. STEPHEN van William Jones (1726-1800). De combinatie met de melodie COLESHILL is te vinden in The English Hymnal (1906, nr. 492). De eerste Nederlandse uitgave van Barnards tekst met deze melodie is de proefbundel 102 gezangen (1964). Latere bundels volgen deze keuze: Liedboek voor de kerken (1973, gezang 199), Oud-Katholiek Gezangboek (1990, nr. 649), Liedboek 767 en Weerklank (2016, gezang 210).
Auteur: Pieter Endedijk
Bron:
William Barton, The Book of Psalms in Metre, Londen 1682, Beschikbaar: https://archive.org/stream/psalmsinme00bart#page/n3/mode/2up (geraadpleegd 26-05-2019)
Media
Uitvoerenden: Vocaal Ensemble Cantare o.l.v. Richard Vos; Hendrik Jan de Bie, orgel (bron: KRO-NCRV)