Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

767 - De toekomst van de Heer is daar


Een eerste kennismaking

Willem Barnard (1920-2010) maakte een zeer vrije bewerking van het lied ‘The Lord will come and not be slow’ van John Milton (1608-1674) en liet daarbij paasmotieven meeklinken (zie bijvoorbeeld strofe 4). Veel sterker is in dit lied de tekst van Psalm 85 herkenbaar en deze psalm speelt in de klassieke liturgie een rol in de periode van voleinding en advent, een doorgaande tijd van uitzien naar de Komende. Deze psalm is op de tweede zondag van de voleinding de gradualetekst en op de derde adventszondag zowel introïtus als graduale. Zo markeert Psalm 85 deze tijd van verwachting met die prachtige beelden over Gods toekomst: ‘trouw en waarheid omhelzen elkaar, recht en vrede begroeten elkaar met een kus, uit de aarde bloeit de waarheid op, het recht ziet uit de hemel toe’ (Psalm 85,11-12).
Barnard heeft dat subliem onder woorden gebracht: ‘... gaan vrede en rechtvaardigheid / als bruidegom en bruid. // De trouw zal bloeien als een roos, / en zie, gerechtigheid / zal uit de hemel moeiteloos / neerdalen in de tijd.’ (strofen 1 en 2).
In de tekst zijn ook sporen van andere psalmen te ontdekken.

Auteur: Pieter Endedijk


Ternauwernood

The Lord will come and not be slow

Dublin 1706/later gewijzigd
Coleshill

Tekst

Ontstaan en verspreiding

‘Ik vond eens in een Engels boek een lied dat zich voordeed als een adventsgezang. ‘The Lord will come and not be slow’, begon het. (…) In mijn onschuld (toen nog, ik was nauwelijks met het kerklied bezig) vertaalde ik dat Engelse lied heel vrij en wel naar Pasen toe. Het zal in de lente geweest zijn en zei de tekst trouwens ook niet: ‘Rise, God, judge Thou the earth in might, / this wicked earth redress?’ (Compendium, k. 502).
De eerste publicatie van Barnards bewerking van het lied van John Milton is in het deeltje ‘Paaskring’ van De adem van het jaar (1965, blz. 193), daar met de melodie ST. ANNE (zie Liedboek 90a). Daarna verschijnt de tekst met de melodie COLESHILL in 102 gezangen (1964, nr. 4), het Liedboek voor de kerken (1973, gezang 199), Oud-Katholiek Gezangboek (1990, nr. 649), het Liedboek (2013), Weerklank (2016, gezang 210) en In wind en vuur (2023, nr. 75). In laatstgenoemde uitgave is de tekstversie gevolgd, die Barnard publiceerde in Verzamelde liederen (1986, nr. 34). Daarin is strofe 2 en 4 gewijzigd en is strofe 3 vervallen. Onderstaande liedtoelichting gaat uit van de liedboekversie.

Inhoud

Het betreft een vroeg lied van Barnard. Pas later ontdekte hij de complexe voorgeschiedenis van het lied dat hij had vertaald, hoe het door onbekende redacteurshand bij elkaar was ‘gemozaïekt. (…) Caleidoscopisch flitsen nu de psalmcitaten door elkaar heen. En het resultaat is schitterend! (…) Blijkbaar is Milton zo groot, dat ook de spaanders uit zijn werkplaats nog, mits handig bij elkaar geveegd, voor de argeloze lezer een beeld vormen dat de meesterhand verraadt. Eigenlijk past die grillige gang van zaken wel bij de grillige man die Milton geweest moet zijn’ (Compendium, k. 504-505).

Sporen van psalmberijmingen van John Milton

Het onderliggende Engelstalige lied van John Milton, ‘The Lord will come and not be slow’, is een medley van coupletten van Miltons berijmingen van de Psalmen 85, 82 en 86:

Psalm 85,13
1 The Lord will come and not be slow,
His footsteps cannot err;
Before Him righteousness shall go,
His royal harbinger.

Psalm 85,11
2 Truth from the earth, like to a flower,
Shall bud and blossom then;
And justice, from her heavenly bower,
Look down on mortal men.

Psalm 85,9
3 Surely to such as do him fear
Salvation is at hand!
And glory shall ere long appear
To dwell within our land.

Psalm 85,10
4 Mercy and Truth that long were miss’d
Now joyfully are met
Sweet peace and righteousness have kiss’d
And hand in hand are set
.

Psalm 82,8
5 Rise, God, judge thou the earth in might,
This wicked earth redress;
For thou art he who shalt by right
The nations all possess.

Psalm 86,9
6 The nations all whom thou hast made
Shall come, and all shall frame
To bow them low before the, Lord,
And glorify thy name.

Psalm 86,10
7 For great thou art, and wonders great
By thy strong hand are done:
Thou in thine everlasting seat
Remainest God alone.

(Poems &c. upon Several Occasions, 1673)

Het slot van Miltons vertaling van Psalm 85 in dertien strofen luidt:

Before him Righteousness shall go
His Royal Harbinger,
Then will he come, and not be slow,
His footsteps cannot err.

De beide laatste regels werden tot aanhef van het nieuwe lied:

The Lord will come and not be slow
His footsteps cannot err;
Before Him righteousness shall go,
His royal harbinger.

En zo begint dit lied dus met het slot van Psalm 85 (vergelijk Psalm 85,11.14 in de Nederlandse vertaling met strofe 1, regel 3-4). Ook de strofen op basis van de verzen 9-11 van deze psalm (Engelse telling) zijn (veelal) in het nieuwe lied vertegenwoordigd, in overigens wisselende volgorde. In strofe 2 horen we Psalm 85,11, in strofe 3 Psalm 85,9 en in strofe 4 Psalm 85,10.
Het lied gaat dan in het origineel verder met ander psalmgoed van Miltons hand. Het couplet ‘Rise, God, judge thou the earth in might’ is Miltons slotvers van Psalm 82 en zie je bij Barnard terug als ‘Sta op, o God, en maak het waar’ in een verder vrij geformuleerde strofe 4. Miltons couplet ‘For great thou art, and wonders great / By thy strong hand are done’ komt uit diens berijming van Psalm 86 en klinkt bij Barnard in strofe 5 (regel 1-2) als

Want groot zijt Gij en daden groot
zijn door uw hand gedaan;

waarna Barnard verder gaat op zijn favoriete beeld van het ontkiemende graan (Johannes 12,24).

De liedtekst

‘De toekomst van de Heer is daar…’ – zo begint het lied – en wat houdt deze toekomst in? Vrede en rechtvaardigheid, trouw en waarheid, zoals dit lied zingt, maar ook liefde, heil en goedertierenheid. Deze zeven woorden klinken in Psalm 85, de psalm waarnaar dit lied verwijst: zevenmaal een beeld van de toekomst, zevenmaal een beeld dat ‘goed’ is. Zoals zevenmaal het woord ‘goed’ klinkt in Genesis 1, in het verhaal van de schepping. Als een rabbijn die speelt met de Bijbelwoorden, die verbindingen legt die een argeloze lezer niet meteen duidelijk zijn, zo laat Barnard met zijn verwijzing naar deze psalm in zeven strofen zevenmaal klinken wat goed is. Psalm 85 en het scheppingsverhaal, in beide staat de toekomst van de Heer beschreven.

‘Een koning als een korenaar…’ – zo eindigt het lied. Weer komt Genesis in gedachten: Jozef die aan zijn broers de droom vertelt waarin zijn korenschoof te midden van de korenschoven op het veld rechtop blijft staan terwijl de andere schoven voor hem buigen. ‘Wou je soms koning worden?’, roepen zijn broers verontwaardigd uit (Genesis 37,5-8). Jozef, gaan we dan niet te ver van Pasen af? Nee, Jozef is volgens Barnard een paasverhaal (Willem Barnard, Op een stoel staan 3, Haarlem 1979, 299), hij wordt in de put gegooid, gaat de diepten door om uiteindelijk tot zijn bestemming te komen. Dankzij hem komt Israël in Egypte en trekt het uiteindelijk uit Egypte. Mitsraïm staat er in het Hebreeuws, Egypte vertalen we zonder ons te realiseren dat de betekenis van dat woord veel verder gaat dan een topografische aanduiding. M-ts-r-m is een meervoud dat ‘ontberingen, ellende, benauwenis’ betekent. Mitsraïm kan elk land zijn. Want alzo lief heeft ’de god’ de wereld (dus Egypte, in torataal) gehad, dat Hij zijn zoon (dus Israël) gezonden heeft (in Jozef uitgebeeld), opdat wie in hem gelooft (ongeacht zijn dogmatiek of gebrek aan dogmatiek, maar ’gelooft’ zoals de farao Jozef ’geloofde’) wordt behouden…’ (Op een stoel staan 3, 300).

Een paaslied…

Het lied zoals het nu voor ons ligt, heeft als centraal motief de opstanding, gekoppeld aan het beeld van graan dat ontkiemt. Dit ontkiemen is een proces dat tijd vraagt en ook dit tijdsverloop is duidelijk in het lied aanwezig. De toekomst is dáár, je kunt die als het ware aanwijzen – maar de toekomst is dus nog niet hier, er is nog geen sprake van een hier en nu. Pas in de laatste strofe is er sprake van ‘nu’: ‘nu is de dag van oogsten daar’, waarbij ‘oogsten’ prachtig rijmt op ‘het hoogste van de tijd’.
Opvallend is dat het graan niet zomaar ontkiemt, maar ‘ternauwernood’ (dat is de titel van het lied!). Dit roept associaties op met benauwdheid en dingen die nauwelijks, oftewel bijna niet, gebeuren. Het doet ook denken aan de nauwe poort – en is de groeve waarin de korrel viel niet ook een nauwe poort?

… over het beeld van de graankorrel…

De mooiste beeldspraak vinden we in strofe 6: de vergelijking tussen een graankorrel en Adam. Er staat zelfs: ‘Adam met hart en ziel’. We horen hierin haast de echo van het woord adem. Ook is er de associatie met Christus als de nieuwe Adam. Christus is de koning die als een korenaar – nog zo’n treffende beeldspraak – opstaat aan het eind van het lied. Het wachten op die opstanding is verder nog verwoord in de rijmwoorden ‘toegedekt… om weer te worden opgewekt’, een beeld van de grafrust vóór de opstanding.
Tijdens dit geduldig wachten of het graan zal ontkiemen, vinden we een bruiloftssymboliek (strofe 1, regel 4). De daarmee verbonden trouw proeven we ook een beetje in het gebruik van het woord ‘weer’: ‘dat heel uw schepping weer ontwaakt’ (strofe 4, regel 3), ‘om weer te worden opgewekt’ (strofe 6, regel 3). Eens is het gebeurd, het zal opnieuw gebeuren – wanneer de oogst er is.

De slotregel ‘een koning als een korenaar/ staat op in majesteit’ draagt het hele lied. Het is een paaslied, het bezingt Christus’ verrijzenis. Het beeld van de ‘koning als een korenaar’ is op zichzelf al bijzonder. Je denkt aan graan, de korrel die in de aarde moest sterven om vrucht te dragen (Johannes 12,24; een lezing die een week eerder, op Palmzondag kan klinken). Een korenaar schiet op, groeit, ja, maar opstaan? Je blijft even hangen in het beeld van het opgroeien, maar dan opeens hoor je het, zie je het. Hij staat op! Is het Pasen of niet? En uiteraard ‘in majesteit’: de koning!

… en een adventslied

Ten grondslag aan dit lied ligt (onder meer) de tweede helft van Psalm 85 (zoals John Milton die bewerkte; zie hierboven). Psalm 85 is een adventspsalm. Hoe in Barnards paaslied verwachting en vervulling in elkaar opgaan!
Behalve dat ‘trouw en liefde elkaar omhelzen, recht en vrede elkaar met een kus begroeten’ (Psalm 85,11; strofen 1 en2), zijn er meer adventstonen in dit paaslied: ‘bloeien als een roos’ (strofe 2, regel 1) is een citaat uit Jesaja 35,2, en ‘voor zijn voeten uit’ (strofe 1, regel 2) doet denken aan ‘de voeten van de vreugdebode die vrede aankondigt’ (Jesaja 52,7; NBG 1951). Evenzeer: ‘Het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot geloof kwamen’ (Romeinen 13,11; NBG 1951), het epistel van de eerste zondag van de advent, te zien in strofe 3 (vergelijk Psalm 85,10).

Liturgische bruikbaarheid

‘De toekomst van de Heer is daar’ is een adventslied dat Barnard naar Pasen toe vertaalde. In het Liedboek voor de kerken (1973) en in In wind en vuur heeft het lied bij Pasen een plaats gekregen. In het Liedboek staat het in de rubriek ‘Voleinding’. Psalm 85 markeert de tijd van de voleinding en de advent (zie boven).
Maar de plaatsing van een lied in een rubriek is niet de keuze voor het een óf het ander, het is altijd het een én het ander. Een goed lied kleurt mee met het moment waarop het gezongen wordt. Uiteindelijk kan een lied maar op één plaats in een liedboek staan. Deze keuze wil niet zeggen dat er niet veel meer mogelijkheden zijn. In het register op blz. 1607 in het Liedboek wordt het lied vermeld bij ‘paastijd’.

Deze tekst is tot stand gekomen op basis van bijdragen van Renata Barnard, Maarten Das, Gerda van de Haar en Nico Vlaming aan In wind en vuur: alle liederen (toegelicht) van Willem Barnard | Guillaume van der Graft (Skandalon, Middelburg 2023, deel II, 406-408).


Melodie

De naam van William Barton (1597/98-1678) is verbonden aan de ontwikkeling van de metrische psalmen in Engeland. In 1644 publiceerde hij The Book of Psalms in Metre. De psalmen vertaalde hij uit het Hebreeuws en hoofdzakelijk in ‘common metre’ (jambisch 8-6-8-6) weergegeven. De psalmen werden zonder melodie afgedrukt, maar voorin de uitgave vindt men enkele ‘tunes’ waarop de psalmen werden gezongen. Veel psalmen klonken dus op dezelfde melodie.In de editie van 1682 staat deze melodie als vierde van de ‘several general tunes’:
Duidelijk is dat deze melodie een eerdere versie is van de melodie zoals wij die nu kennen. Vooral de eerste regel is afwijkend. De melodie met de naam COLESHILL is de versie zoals deze in 1706 werd gepubliceerd The Psalms of David in Metre.
De melodie in g-klein wijkt in de tweede regel uit naar Bes-groot. De derde regel is samengesteld uit de tweede regel en het slot van de eerste regel. Typerend voor de melodie is het grote aantal kwartsprongen.
De oorspronkelijke tekst gaat in Engelse liedboeken gepaard met verschillende melodieën. In onze tijd vindt men bij de tekst van Milton meestal de melodie ST. STEPHEN van William Jones (1726-1800). De combinatie met de melodie COLESHILL is te vinden in The English Hymnal (1906, nr. 492). De eerste Nederlandse uitgave van Barnards tekst met deze melodie is de proefbundel 102 gezangen (1964). Latere bundels volgen deze keuze: Liedboek voor de kerken (1973, gezang 199), Oud-Katholiek Gezangboek (1990, nr. 649), Liedboek 767 en Weerklank (2016, gezang 210).

Auteur: Pieter Endedijk

Bron:

William Barton, The Book of Psalms in Metre, Londen 1682, Beschikbaar: https://archive.org/stream/psalmsinme00bart#page/n3/mode/2up (geraadpleegd 26-05-2019)


Media

Uitvoerenden: Vocaal Ensemble Cantare o.l.v. Richard Vos; Hendrik Jan de Bie, orgel (bron: KRO-NCRV)