Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

785 - Dat heb je soms


Steun in de rug


Tekst

Ontstaan

Aanvankelijk werd Karel Eykman gevraagd een lied te maken op de melodie van Rolf Schweizer bij ‘Singet dem Herrn ein neues Lied’ (Evangelisches Gesangbuch 287), een bewerking van Psalm 98. Schweizer zette de onberijmde verzen 1 en 2 van deze psalm op muziek. Paulus Stein maakte er later nog twee strofen bij op die melodie. De redactie wilde deze melodie graag gebruiken voor een nieuwe tekst bij Psalm 98. Het ging niet om een vertaling. De redactie was al eerder met dichters in de weer geweest om een goede tekst bij deze melodie te maken, maar dat leverde geen bevredigend resultaat op.

Karel Eykman maakte een tekst van vier strofen met een refrein dat dicht tegen de oorspronkelijke tekst aan lag. De redactie was niet overtuigd, maar werd getroffen door de tweede regel van de eerste strofe:

Hij wint en hij is rechtvaardig
zijn hand is een steun in de rug.
De Heer wil zijn trouw bevestigen
en geeft ook het recht aan ons weer terug.

Zij vroeg hem met deze regel een nieuw lied te maken

Vorm en inhoud

Het lied bestaat uit drie strofen, afgewisseld met een refrein. In de eerste strofe overheerst de radeloosheid, in de tweede verdriet en uitzichtloosheid en in de derde totale verwarring. Kortom: de toegesprokene voelt zich diep ongelukkig.

In schril contrast daarmee staat het refrein. Dat is opgewekt, uitmondend in de geruststellende, troostende woorden: ‘Zijn hand is een steun in de rug.’

De tekst kent veel herhaling: de eerste regel van de strofen is gelijk. Deze staat in de strofen ook enigszins geïsoleerd omdat het de enige regel is die niet rijmt. De overige zinnen beginnen vaak met ‘Je weet … (niet)’, wat het gevoel van gepieker versterkt. De regels 2 tot en met 5 hebben gekruist rijm (A-B-A-B).

De tekst is geschreven in spreektaal (met uitdrukkingen als bijvoorbeeld: ‘je hebt het helemaal gehad’, ‘de weg helemaal kwijt’). De dichter gebruikt veel eenlettergrepige woorden waardoor het een zeer begrijpelijke tekst is. Die zal in combinatie met de jazzy muziek (ook) jongeren aanspreken .

Verder komen in de tekst veel alliteraties voor (bijvoorbeeld: ‘je weet niet hoe of wat’; ‘je hebt het helemaal gehad’, enzovoort).

In het refrein is sprake van gepaard gerijmd (A-A-B-B).

Bij het afdrukken van het refrein in het Liedboek is opgenomen, komt het accent dat Eykman legt op ‘onverwacht’ niet tot uiting. In het handschrift geeft hij als tekst:

Het lied is opgenomen in de rubriek ‘Leven’. Het erin opgeroepen gevoel zal voor velen herkenbaar zijn.

Auteur: Cees Breunese


Melodie

Een bespreking van de melodie volgt nog.


Media

Uitvoerenden: Marianne Westerveld, Johan Klein Nibbelink en Wim Ruessink