Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

80a - God van de heerscharen, richt ons weer op


Antwoordpsalm

Tekst

De tekst is Psalm 80,2-4.15-16.18-19 uit de psalmvertaling van Ad.W. Bronkhorst.


Melodie

Willem Vogel schreef de melodie bij deze psalm in 1990 in opdracht van het tijdschrift Continuo. In de eerste uitgave van Gezangen voor Liturgie (1984) is deze versie van Psalm 80 dan ook niet te vinden. In de uitgebreide hernieuwde en uitgave van die bundel (1996) én in de liedbundel van het bisdom Roermond – Laus Deo (2000) – werd deze psalmbewerking wel opgenomen. In het Liedboek maakte ‘God van de heerscharen’ de oversteek naar protestantse zijde.

In de periode van ontstaan van deze psalm was Willem Vogel druk bezig met de verschillende bundels Voor de Kinderen van Korach (zie Liedboek 100b, 122a, 124a en 126b). Het in deze bundels vaak gebruikte idioom met milde samenklanken als het klein septiemakkoord – al dan niet met toegevoegde none – en het groot septiemakkoord bepaalt ook de klank van de harmonieën in het refrein van deze psalm. De melodie van dit refrein is gebouwd rond een herhaald dalend motief, enigszins vergelijkbaar met het slotrefrein uit Liedboek 63b. Bij de zinsnede ‘richt ons weer op’ kan de componist uiteraard niet anders dan een stijgende melodielijn schrijven.

In de voorzangverzen bedient Vogel zich van een formuletechniek. Het melodisch verloop is steeds hetzelfde, zij het dat aan het slot van korte verzen een afwijkende slotwending verschijnt. In de voorzangverzen maakt de componist wederom gebruik van de in het refrein gepresenteerde motieven. Het valt op dat de hoofdtoon waaromheen de melodie van de voorzangverzen zich beweegt de b’ is, een opvallende toon in deze dorische modus. Waar in het refrein terts en kwint (a’ en cis”) een hoofdrol spelen, is deze in de verzen dus weggelegd voor die b’. Deze verschillen in ‘modale verhoudingen’ zijn nodig om refrein en verzen onderscheidend te maken, want verder hebben ze veel gemeen: naast de gedeelde motieven is ook de metriek – door het vrijwel exclusief gebruik van halve en kwartnoten – overeenkomstig.

De voorzangverzen zijn steeds vrij kort, zodat ze samen met de refreinregel van vergelijkbare lengte een soort wisselzang vormen. Dit effect wordt nog versterkt door de harmonie aan het slot van de voorzangverzen; geen afsluitend akkoord, maar een licht dissonant doorgangsakkoord richting het begin van het refrein. Het refrein heeft meerstemmige zettingen meegekregen met de melodie in de bas of alt – ook dit is vergelijkbaar met Liedboek 63b – zodat de sopraan als vanzelf een ‘descantachtig’ karakter krijgen.

Het refrein kan tot besluit in canon gezongen worden, wat als probleem oplevert dat onder de slotnoot steeds níet het tonica (Fis-mineur) akkoord klinkt. Op eigen initiatief heeft de componist daarom een ‘Amen’ toegevoegd, melodisch gebaseerd op een motief uit het voorzangvers, gecombineerd met het slot van de refreinmelodie. In dit Amen zingen allen voor het eerst de hoge d”, wat het idee van ‘een uitroepteken achter de hele psalm’ bevestigt.

Als bij Liedboek 63b is ook hier het nummer van de psalm gelijk aan het metronoomcijfer: een kordaat en opwekkend tempo. Een voorbeeldige uitvoering is te beluisteren op de cd ‘U zoekt mijn hart 2’ (beluister audio).

Auteur: Christiaan Winter


Media

Uitvoerenden: Amersfoorts Vocaal Ensemble o.l.v. Gert Bremer; Jomien Tissink, cantor; Frans Haagen, orgel