Praise to the Holiest in the height | |||
John Henry Newman | |||
Willem Barnard | |||
Thomas Haweis Samuel Webbe Jr. | |||
Tune: RICHMOND |
Tekst
Willem Barnard maakte voor zijn Verzamelde Liederen een nieuwe vertaling van Newmans ‘Praise to the Holiest in the height’. Deze vertaling is in het Liedboek opgenomen.
Een toelichting bij deze tekst volgt nog (red.).
Melodie
Het lied ‘O hoogt’ en diepte, looft nu God’ was in de ‘Hervormde bundel van 1938’ opgenomen als gezang 177. De vertaling van Jan Jacob Thomson (1882-1961) werd in het Liedboek voor de kerken overgenomen, echter Willem Barnard verbeterde deze vertaling op veel punten (gezang 461). Storend voor veel zangers bleef de stijgende melodie op de woorden ‘O hoogte en diepte…’ Met de nieuwe vertaling van Barnard, zoals opgenomen in het Liedboek, is dat probleem verholpen.
‘Praise to the Holiest in the height’ is een fragment uit The Dream of Gerontius, een monoloog over de reis van de ziel naar het hiernamaals. John Henry Newman publiceerde deze tekst in Verses on Various Occasions (1868). De tekst is nu vooral bekend door het gelijknamige oratorium van Edward Elgar (1857-1934). In hetzelfde jaar als Newmans publicatie verscheen ‘Praise to the Holiest in the height’ als lied in de latere Appendix bij de eerste editie van Hymns Ancient and Modern. Deze bundel verscheen in 1861.
Hoewel Newmans lied ook in onze tijd in Engelse hymnals voorkomt, wordt het nu vooral gecombineerd met andere melodieën. Met de melodie RICHMOND vinden we het in The English Hymnal (1906, nr. 471) en een eeuw later in de verschillende edities van Hymns Old and New (1996/2000/2004).
De melodie werd in oorsprong geschreven door Thomas Haweis (1734-1820), die zowel liedteksten als melodieën schreef. Hij publiceerde zijn hymns in Carmina Christo; or, Hymns to the Saviour. Designed for the use and comfort of those who worship the Lamb that was slain (Bath 1792).
De vorm waarin de melodie nu in Engeland en Nederland bekend is, is in de bewerking van Samuel Webbe II, ook bekend als ‘the Younger’ (1768-1843). Webbe verzamelde liederen in A Collection of Psalm-Tunes for Four Voices (London 1808) met daarin ook melodieën van andere componisten, onder wie Henry Purcell, Arcangelo Corelli en George Frideric Handel (van de laatste een bewerking van de aria ‘He shall feet his flock like a shepherd’ uit de Messiah). Hij voorzag de melodieën van een meerstemmige zetting.
Hieronder de melodie Richmond in de derde editie van A Collection of Psalm-Tunes for Four Voices (niet gedateerd, ±1816):De afkorting C.M. achter de melodienaam duidt op common metre, het veel voorkomende metrische schema 8-6-8-6.
De naam RICHMOND is door Webbe aan de melodie gegeven. De predikant Leigh Richmond (1772-1827) was een vriend van Haweis.
Kenmerkend voor de melodie zijn de zelfs voor Engelse begrippen grote sprongen. De eerste regel begint met een gebroken F-groot-akkoord: c’-f’-a’-c”. Kwart- en kwintsprongen zien we in de tweede en derde regel. Regel 3 bestaat uit een sequensmatige aaneenschakeling van hetzelfde motief: a’-g’-f’; bes’-a’-g’ en c”-bes’-a’. De grootste sprongen komen in de vierde regel voor: deze regel opent met een septiem- en sext-sprong (c”-d’-bes’). Dit alles resulteert in een sterk golvende melodie.
De melodie stond oorspronkelijk in A-groot, maar wordt nu algemeen in F-groot genoteerd.
Auteur: Pieter Endedijk