Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

885 - Groot is uw trouw, o Heer


Great is Thy faithfulness

Tune: GREAT IS THY FAITHFULNESS

Tekst

Ontstaan en verspreiding

Tekst en melodie van Great is Thy Faithfulness, zoals de oorspronkelijke titel van ‘Groot is uw trouw, o Heer’ luidt, werden in 1923 geschreven en in hetzelfde jaar gepubliceerd in de bundel Songs of Sal­va­tion and Serv­ice, for the promotion of evangelism and Christian zeal in all departments of the church (1923), die William Marion Runyan samenstelde. In de Verenigde Staten raakte het lied al spoedig populair. Europa leerde het kennen tijdens de Engelse evangelisatiecampagnes van Billy Graham (geb. 1918) in 1954, waar het werd gezongen door de fameuze gospelzanger George Beverly Shea (1909-2013).

Nederland maakte er kennis mee toen het opgenomen werd in de eerste bundel Opwekking (nr. 123), die in 1972 verscheen bij gelegenheid van de eerste jeugdmanifestatie ‘One Way Day’.

Hoewel er later andere Nederlandse vertalingen kwamen in Liederen van het Leger des Heils (1985, nr.158) en Liederen voor de Gemeentezang (2000, nr. 391) van de Unie van Baptisten Gemeenten, is de anonieme vertaling uit Opwekking algemeen bekend geworden. Zij werd in diverse liedboeken opgenomen, zoals de Zangbundel ten dienste van huisgezin en samenkomsten (nr. 149), de Evangelische Liedbundel (1999, nr. 170), de hervormd-gereformeerde bundel Op Toonhoogte (2005, nr. 125; editie 2015, nr. 149), het Gereformeerd Kerkboek (2006, gezang 160) en Weerklank (2016, nr. 432).

Inhoud

Volgens de dichter was er geen bijzondere aanleiding om dit lied te schrijven. Hij was in het algemeen onder de indruk van de trouw die God hem elke dag opnieuw bewees. Als uitgangspunt voor de tekst, en in het bijzonder het refrein, diende Klaagliederen 3,22-23: ‘Genadig is de Heer: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. – veelvuldig blijkt zijn trouw!’

De trouw van de Heer wordt in het eerste couplet in verband gebracht met de bijbelse notie dat God onveranderlijk is. De tweede versregel (There is no shadow of turning with thee / ‘Er is geen schaduw van omkeer bij U’) refereert aan Jacobus 1,17: ’Elke goede gave, elk volmaakt geschenk komt van boven, van de Vader van de hemellichten; bij hem is nooit enige verandering of verduistering waar te nemen.’

De derde versregel (‘Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde’) is een verwijzing naar 2 Timoteüs 2,13: ’Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw’. Deze referentie is in de Engelse tekst (thou changest not, thy compassions, they fail not) niet aanwezig.

De strofe die wij als de tweede strofe kennen, is in het oorspronkelijke lied het derde vers. Als tweede strofe dichtte Chisholm namelijk:

Summer and winter and springtime and harvest,
Sun, moon and stars in their courses above
Join with all nature in manifold witness
To Thy great faithfulness, mercy and love.

Dit oorspronkelijke tweede couplet is in de bundel Opwekking niet vertaald en ontbreekt ook in het Liedboek. Dit in tegenstelling tot de twee hierboven reeds genoemde bundels van het Leger des Heils en de Unie van Baptisten. In de Leger des Heils-bundel luidt de vertaling van deze strofe:

Zomer en winter en voorjaar en oogsttijd,
zon, maan en sterren, gezet in hun baan,

geheel uw schepping getuigt van uw trouw, Heer,
die ons bewaart en leidt heel ons bestaan.

Door het ontbreken van dit couplet mist het lied de notie dat heel de schepping getuigt van Gods great faithfulness, mercy and love, zoals de oorspronkelijke tekst zegt.

In het slotcouplet wordt kort en bondig bezongen welke gaven God in zijn trouw geeft: vergeving van zonden, vrede, nabijheid en leiding, kracht en hoop. De slotregel ‘Gij geeft het leven tot in eeuwigheid’, die wat woord-toonverhouding betreft bepaald geen schoonheidsprijs verdient, is inhoudelijk niet in de Engelse tekstregel terug te vinden (blessings all mine, with ten thousand beside!).


Melodie

William M. Runyan heeft naar eigen zeggen de liedtekst, die erg veel indruk op hem maakte, pas van een melodie voorzien nadat hij nadrukkelijk gebeden had om goddelijke hulp bij het componeren. Dit soort verhalen treffen we regelmatig aan in de negentiende-eeuwse liedcultuur van de Amerikaanse campmeetings en revivals. Runyans melodie, die de bijnaam Faithfulness draagt, staat ook stilistisch gezien in de traditie van dit repertoire dat via opwekkingscampagnes van vooral Dwight L. Moody (1837-1899) en Ira D. Sankey (1840-1908) de wereld veroverde. Diverse van deze liederen zijn tot op de dag van vandaag opgenomen in de Zangbundel ten dienste van huisgezin en samenkomsten van Joh. de Heer.

Typerend voor dit repertoire is onder meer het gebruik van een refrein (Chorus). Veelal was de praktijk dat een solozanger de coupletten voor zijn rekening nam en het refrein door alle aanwezigen gezongen werd. Vermoedelijk is ook ‘Groot is uw trouw, o Heer’ oorspronkelijk zo uitgevoerd.

Verder kenmerkten de melodieën zich door eenvoud, die bewust werd nagestreefd, zodat muzikaal ongeletterden de wijzen zonder problemen konden (mee)zingen. Vandaar dat herhaling van melodische en ritmische motieven volop aanwezig is in het Amerikaanse revival-repertoire. De meest eenvoudige herhaling betreft de toonherhalingen, zoals we die in de melodie van Runyan aantreffen. Meteen de eerste regel bestaat vrijwel alleen uit toonherhalingen: De nagestreefde eenvoud bracht vaak het veelvuldig gebruik van sequensen met zich mee; melodische motieven worden op een andere toonhoogte herhaald. De melodie van Runyan is hiervan een duidelijk voorbeeld. In de eerste regel treffen we dit aan: maat 3 is een herhaling van maat 1, maar dan een halve toon hoger. Maat 1 van de derde regel wordt één toon hoger herhaald in maat 1 van regel 4. Ook de eerste regel van het refrein bestaat uit een sequens, waarbij bovendien de tekst zich letterlijk herhaalt:De eenvormige ritmiek van de melodie moest er eveneens aan bijdragen dat de melodie gemakkelijk te zingen en te onthouden was: de ritmes van de coupletregels zijn vrijwel identiek.

In de melodieversie, zoals deze in Nederland gebruikt wordt, zijn de regels 3 en 4 van de strofe volledig gelijk aan de twee slotregels van het refrein. In de oorspronkelijke melodie verschilden de laatste maat van het couplet en van het refrein: In de liedcultuur van de Amerikaanse opwekkingsbewegingen werden melodieën steevast mét harmonisaties gepubliceerd. Eenstemmige zang werd minderwaardig geacht, meerstemmig begeleiden op harmonium was een must; het bevorderde bovendien het plezier in zingen. Componisten schreven geen eenstemmige melodieën, maar vierstemmige harmonisaties, waarvan de bovenste stem de melodie vormde. De oorspronkelijke muziek van Runyan begon als volgt:In de eerste zes maten van deze zetting treffen we een aantal karakteristieken van het revival-repertoire aan. Er werd veelvuldig gebruik gemaakt van akkoordherhalingen, en basnoten wijzigden vaak per maat. Dit werd om diverse redenen gedaan: het droeg bij aan de gewenste muzikaal-stilistische eenvoud, die als voorwaarde gezien werd om het evangelie via liederen te verspreiden. Bovendien zorgde de ongecompliceerde harmonisaties ervoor dat de meest eenvoudige klavierspeler de liederen technisch gezien kon begeleiden.

Auteur: Jan Smelik