Ravenscroft's Psalter 1621 | ||
Tune: TALLIS' CANON |
Tekst
Deze toelichting bij de liedtekst is overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 5’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.
Dit lied is een herdichting van Psalm 8, een nachtelijke lofzang – waarschijnlijk een beurtzang – waarin ten aanschouwe van de sterrenhemel de heerlijkheid van de Schepper in de natuur wordt geprezen, waarbij de mens nietig lijkt. En toch is de mens als Gods evenbeeld de heerser over al het geschapene, al blijft de nadruk vallen op zijn afhankelijkheid van de Schepper; alleen zijn naam is heilig. Opvallend is, dat niet door ‘de hemelen, het uitspansel’ Gods lof wordt gezongen, maar door mensen, en dan wel juist de allerzwaksten; de stemmen van onmondige kinderen.
De klassieke plaats van deze psalm is onder andere 28 december, de dag van de ‘Onschuldige kinderen’: de dag, dat de lugubere geschiedenis zich voor onze ogen afspeelt: Herodes, die jacht laat maken op pasgeborenen.
In de Lutherse traditie wordt Psalm 8 op 1 januari gezongen, de dag van de ‘Besnijdenis en naamgeving van onze Heer Jezus Christus’.
Het lied werd geschreven voor een intrededienst op het eiland Tholen, waar de psalm het preekthema was: de Tallis-melodie werd gebruikt, omdat men graag canonisch zingen wilde.
Melodie
Voor een toelichting bij de melodie: zie Liedboek 243.
Media
Uitvoerenden: Koor Anthem o.l.v. Herman Weelink; Harry van Wijk, orgel (bron: KRO-NCRV)