Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

956 - We kunnen niet meer verder voor je zorgen


We cannot care for you the way we wanted

Iona als bron van liederen
Tune: JENNIFER

Tekst

Voor meer achtergrond over de liederen uit Iona, zie het overzichtsartikel ‘Iona als bron van liederen’.

Ontstaan en verspreiding

De Keltische spiritualiteit is een manier van geloven die dichtbij het gewone leven van mensen staat. Ook in hun verdriet. Voor ouders die hun jonge kind verloren hebben, schreef John Bell het lied ‘We cannot care for you the way we wanted’. Kennelijk is het ontstaan n.a.v. de dood van ‘Jennifer’ (zo heet de melodie).
Het lied is voor het eerst gepubliceerd in When Grief is Raw (Glasgow 1997) en vervolgens in Church Hymnary Fourth edition (2005, nr. 733), de methodistische bundel Singing the Faith (2011, nr. 740) en Ancient & Modern. Hymns and Songs for Refreshing Worship (2013, nr. 353). Andries Govaart heeft het voor de tweede Nederlandse bundel met Iona-liederen: ‘Opstaan! Meer liederen uit Iona, Glasgow & de rest van de wereld’ (Kampen 2008, nr. 33) vertaald. Vergelijking met de Engelse tekst laat zien dat het een getrouwe vertaling is. Het lied uit Opstaan! is als zodanig overgenomen in het Liedboek, zij het met een wijziging van het slot van strofe 3.

Inhoud

In de eerste drie strofen wordt het gestorven kind toegezongen, in strofe 4 en 5 wenden de ouders zich tot God.

Strofe 1

Ouders die een klein kind verliezen, missen allereerst het zorgen voor, het vasthouden van hun kind. Het wiegen is voelbaar in de melodie. Luisteren of je kind huilt of andere geluidjes maakt; en nu is er een doodse stilte die het kind van de ouders scheidt. Hoe schrijnend dit hier-en-nu ook is, er komt een maar: liefde sterft niet.

Strofe 2

De blik verplaatst zich naar de jaren die komen: de smart van het kind niet op te zien groeien, niet de vreugde te voelen over wat het nu weer kan of doet. Opnieuw een maar: dat dit kind bijzonder is voor de ouders, dat blijft.

Strofe 3

Nu de ontplooiing van dit jonge mensenleven niet onder ons zal plaatsvinden, verschuift die naar het leven in de eeuwigheid. Oorspronkelijk luidde de vertaling van de regels 3-4: ‘wij bouwen op het woord van Jezus dat hij / elk mens voltooit’. Dat is gewijzigd in: ‘wij hopen dat de God van alle leven / ook jou voltooit’. Het algemene (‘elk mens’) is nu heel concreet het kind dat hier wordt toegezongen. Door deze wijziging blijft het lied sterker binnen de pastorale context waarvoor het geschreven is.

Strofe 4

De treurende ouders leggen niet alleen hun kind in Gods handen, maar ook hun pijn en verdriet, al hun heftige gevoelens en zelfs onderlinge spanningen - een verwijzing naar het vaak voorkomende verschil in reactie op zoiets ingrijpends, waardoor ouders elkaar kwijt zouden kunnen raken.

Strofe 5

Het geloof en het gebed dat het kind leeft bij God, de dood voorbij, nu mee-ademend met de Bron van alle adem, kleurt de laatste strofe, in een gebaar van overgave. Eerst komt het wiegen uit strofe 1 terug, nu gezegd van God: zijn armen ‘wiegen ons en heel de schepping’ (regel 1). De Engelse tekst wil ‘our baby’ laten wiegen in Gods armen, de vertaling verschuift dit naar ‘ons’. Troost voor de ouders, dat ook zij worden gewiegd.


Melodie

De melodie staat in Es-groot, waarbij de meeste noten achtsten zijn, rustig gezongen (‘zeer teder’ staat als karakteraanduiding); de kwarten in de slotregel geven een verbreding.
De regels 1 en 2 zijn in de kern een omspeling van een dalende drieklank, waarbij regel 1 op de grondtoon, regel 2 op de dominant eindigt. Door het herhaalde bes’-c’’ (eerste vijf noten = motief a, rood kader) van regel 1 en 2, functioneert vervolgens de dalende kleine terts bes’-g’ als een cesuur (groene cirkel). De tweede helft van de regel 1 en 2 g’-es’-f’-g’ (-c’-es’ dan wel: - bes’) vormt motief b (blauwe kader). In motief a kun je een wiegende beweging herkennen; de bes’ waarmee motief b eindigt, laat onder andere het ‘gespitst’ zijn (‘op je kreetjes’) uitkomen.
Regel 3 varieert op regel 1 door het inlassen van es’’-d’’ in motief a (paarse cirkel), waardoor het accent valt op woorden als ‘scheidt’ (strofe 1), ‘bijzonder’ (strofe 2) en ten slotte ‘ademt’ (strofe 5); verder herneemt de melodie regel 1 met motief b waarbij de noten f’-g’ vervallen. Regel 4 grijpt terug op het interval bes’-g’ dat in voorgaande regels de overgang van motief a naar b vormt. De verbreding van het ritme zet de slottekst nadrukkelijk neer: ‘liefde sterft niet’ (strofe 1) tot en met ‘en leeft bij U’ (strofe 5). De melodie eindigt niet op de grondtoon (es’), maar blijft zweven op de terts (g’); de begeleiding van Bell eindigt bij het slotcouplet in c-klein (g’ is dus kwint) met picardische terts; zo wordt ‘en leeft bij U’ onderstreept.


Liturgische bruikbaarheid

In de bespreking door de redactie werd verzucht: je hoopt zo’n lied niet te hoeven gebruiken. Maar bij de dood van een jong kind heb je toch zoiets nodig. Het lied zal vooral in de pastorale situatie thuis zijn plaats krijgen: rond het kind, gezongen met de ouders (voor zover ze dat kunnen) of namens hen; of voor hen gelezen. Ze zullen zich begrepen voelen. Vervolgens kan het ook klinken tijdens de uitvaart.

Auteur: Gert Landman


Media

Uitvoerenden: Hannina Boers, zang en gitaar; Arie Boers, melodica