Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

96b - Zing voor de Eeuwige, zing een nieuw lied


Audio: Sweelinckcantorij en gemeenteleden o.l.v. Willem Vogel; Cor Brandenburg, orgel


Tekst

Een toelichting bij de tekst volgt nog.


Melodie

Waar eindigt een lied en begint een koorwerk? Bij deze psalmcompositie van Willem Vogel vallen beide samen. Dat deze uitgebreide compositie een plaats heeft gekregen tussen de psalmen van het Liedboek is grotendeels te danken aan het gemeenteaandeel: een uiterst zingbaar en gemakkelijk te onthouden refrein. Ook de aard van de psalm, de aansporing een nieuw lied aan te heffen, heeft meegespeeld in de keuze deze compositie in het Liedboek op te nemen.

Willem Vogel maakte de muziek bij Psalm 96 in het kader van het psalmenproject Voor de Kinderen van Korach. Het derde deel van deze door de prof. dr. G. van der Leeuw-stichting uitgebrachte serie verscheen in 1991, draagt de naam De Koning komt en bevat de Psalmen 90 tot en met 100.

Het refrein is gebaseerd op vers 1 en 2a van de psalm en opgebouwd uit drie halfverzen van overeenkomstige tekststructuur, door Vogel vertaald naar de melodie zoals die in de gemeente-uitgave van het Liedboek is te vinden. De a’ fungeert – hoewel dat wat vreemd is in een zo tonale omgeving – als een soort reciteertoon waar omheen de melodie is gemodelleerd. De ritmisch uitstekend op de tekst gekozen figuur op het woord ‘Eeuwige’ werkt als een soort terugkerend signaal. In feite zijn de drie zinnen slechts varianten van elkaar. ‘Zing een nieuw lied!’ klinkt op verhoogde toon, terwijl ‘zing heel de aarde!’ naar aardse diepten afbuigt. In ‘zegen zijn naam!’ vinden het nieuwe lied uit de eerste regel en een concluderende afsluiting op de f’ elkaar in tweestemmige zang. Het pentatonisch notenmateriaal (e’ en bes’ ontbreken in de ladder die dan ook slechts uit grote secunden en kleine tertsen bestaat) geeft het refrein onbekommerd karakter. De orgelbegeleiding heeft een consequent doorgevoerde, schredenwijs dalende bas. Zo consequent zelfs dat de componist de octaafparallel tussen de buitenstemmen op ‘nieuw lied’ voor lief neemt. Soms is een streng doorgevoerde logica sterker dan een muziektheoretische zwakte.

Als notenvoorbeeld zou hier eigenlijk de gehele psalm opgenomen moeten worden. Onderstaande beschrijving laat zich dan ook het beste lezen met de koor- of begeleidingsbundel ernaast.

Het is de componist overigens niet gemakkelijk gemaakt met voorzangverzen van deze forse lengte. Het grotendeels eenstemmige eerste voorzangvers borduurt verder op de pentatoniek uit het refrein. De enkele samenklanken die in dit voorzangvers voorkomen, vallen daarom des te meer op, ook omdat ze de tot dan toe zorgvuldig vermeden noten bes en e bevatten. Het onderdominantakkoord (het akkoord bes-d’-g’-e” bij ‘daden’ en ‘Ver-’, een halfverminderd septiemakkoord in tertskwartligging) vormt samen met andere samenklanken in de volgende verzen een belangrijke rode draad in het totaal van de compositie. Didactisch doordacht laat Vogel het voorzangvers eindigen met het eerder genoemde signaalritme (‘Eeuwige’) uit het refrein – natuurlijk op de naar het refrein aansluitende toonhoogte.

In het tweede voorzangvers tapt Vogel aanvankelijk uit een ander vaatje. De pentatoniek wordt verlaten en a-mineur lijkt de toonsoort te zijn geworden. Sextakkoorden bewegen boven orgelpunt a. Dan, op het tekstdeel ‘Maar Hij, Hij…’ (retorisch sterke tekstherhaling van de componist), keert de pentatonische ladder terug en voegt de componist weer een opvallende samenklank toe: het (roemruchte) overmatig kwintsextakkoord bes-d’-as’-d” bij ‘maakt!’ (de noot die als as’ genoteerd is, moet – vanuit muziektheoretisch oogpunt – eigenlijk een gis’ zijn), een in de negentiende eeuw regelmatig gebruikte sterke onderdominant. Vervolgens heeft dit vers dezelfde afsluiting als het eerste.

In het derde voorzangvers speelt Willem Vogel ‘omgekeerde wereld’ ten opzichte van vers 2: het orgelpunt ligt in de sopraanpartij, terwijl de andere stemmen in de lagere regionen in schuivende sextakkoorden de tekst declameren. Dan keert de pentatoniek weer terug met – uiteraard – een dalende melodielijn op de tekst ‘Buig u voor Hem neer in uw feestgewaad!’. Het uitroepteken achter deze zin wordt verklankt in een stralend A-majeur akkoord. Vervolgens, zachter, langzamer en laag gezongen: ‘Maak je klein voor zijn ogen, jij aarde’, gevolgd door recitativische frasen met orgelpunt (een- en meerstemmig; de kwinten in de onderstemmen verklanken volgens Vogel ‘zo was het en zo zal het altijd zijn’). Aan het einde van dit voorzangvers bereidt Vogel het refrein meesterlijk voor met de dalende baslijn die in het refrein zo’n karakteristieke rol speelt.

In het vierde voorzangvers keert de eenstemmigheid uit de eerdere verzen terug: eerst in de mannenstemmen, later in octaven met de vrouwenstemmen, vervolgens met de tussenliggende kwint en ten slotte in iets ‘kruidiger’ samenklanken. In dit vers veroorlooft de componist zich het gebruik van het enige melisma in deze psalm, uiteraard bij het woord ‘jubelen’. Dat beviel hem kennelijk zo goed dat hij de betreffende zinsnede direct enkele tonen hoger herhaalt.

In het laatste, het vijfde – weer grotendeels pentatonische – voorzangvers komen de eerder genoemde sterke onderdominantakkoorden eindelijk tot een oplossing. Waarschijnlijk niet toevallig op de tekst ‘… om recht te doen aan deze aarde’. Hoewel, een echte oplossing is zo’n dominant septiemakkoord natuurlijk niet. Vogel gebruikt een zelfde soort slotwending als in de andere voorzangverzen, zij het dat hier geen refrein meer volgt. Daarom herhaalt hij de slotzin, allargando en ‘in grote harmonie’ – het gaat hier immers om álle volken – om keurig te kunnen afsluiten in F-majeur.

Zoals gezegd is het aandeel voor het koor in deze psalm groot. Met dynamische aanwijzingen, portatostreepjes en tempowisselingen neemt Vogel de zangers vrij dwingend bij de hand. In de originele uitgave noemt Vogel als ‘basistempo’ MM=50 voor de gepuncteerde halve noot. Deze psalm doet in woord en toon recht aan hetgeen in de serie Voor de Kinderen van Korach als ondertitel gekozen is: Dramatiek en Liturgische Gestalte van de Psalmen.

Auteur: Christiaan Winter


Media