Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

993 - Samen op de aarde


Een eerste kennismaking

Over het met moeite gesloten verbond tussen Jakob en Sichem lezen we in Genesis 34. Willem Barnard schreef daarbij deze liedtekst, maar die namen worden daarin niet genoemd en het lied bestrijkt een bredere thematiek, aangegeven in de titel van het lied: ‘Van kerk en wereld’. Als het om die verhouding gaat, moeten tegenstellingen met elkaar verzoend worden. Alleen zo kan wat God geschapen heeft in stand worden gehouden (strofen 1 en 2). De tegenstellingen worden benoemd: het westen en het oosten, voor- en nageslacht, Israël en Egypte, stem en tegenstem. De tegenstellingen worden ook verzoend, zoals strofe 6 zegt: ‘want Hij zal verzoenen / wat vijandig is, / nieuwe namen noemen / voor een oud gemis.’
De eenvoudige melodie van Kenneth George Finlay (1882-1974) is ook bekend van het adventslied ‘Licht in onze ogen’ (Liedboek 463).


Van kerk en wereld

Willem Barnard
Kenneth George Finlay
Tune: GLENFINLAS

Tekst

Deze toelichting is overgenomen uit ‘Commentaar bij Zingend Geloven 2’ en wordt tijdelijk op deze site geplaatst. Deze tekst wordt vervangen als er een definitieve toelichting beschikbaar is.  

Genesis 34 verhaalt van het eigenhandig en gewapenderhand ingrijpen in een met moeite verkregen akkoord tussen de Kanaänietische Sichemieten en aartsvader Jakob, die het visioen vóór zich zag: ‘Samen op de aarde, / dat beloofde land’ (strofe 1). De illusie van een vredelievende samenleving tussen autochtonen en gastvreemdelingen wordt wreed verstoord door Simeon en Levi, twee zonen van Jakob. ‘Jullie hebben mij in het ongeluk gestort, want jullie hebben mij een slechte naam bezorgd bij de inwoners van dit land…’ (Genesis 34,30). Dat west en oost, ‘voor- en nageslacht’ (strofe 3), ‘zon en maan’, ‘wijzen en onwijzen’ (strofe 4) toch in één bestaan verenigd zijn, bezingt dit lied ‘Van kerk en wereld’, dat in de Verzamelde Liederen (Baarn 1986) als nr. 91 vermeld is. De echte en schijnbare tegenstellingen ‘Israël en Egypte, / stem en tegenstem’ (strofe 5) zullen verzoend worden met ‘nieuwe namen’, net zoals ‘kerk en wereld’, ‘vasteland en zee’ bij elkaar horen. Zij zullen worden ‘ja en amen, / ja uit ja en nee’.
In het Oud-Katholiek Gezangboek (Hilversum 1990) is het lied opgenomen onder nr. 837.


Melodie

Van Kenneth George Finlay is niet veel bekend en het is niet eenvoudig om gegevens over deze in 1882 geboren componist op te sporen. Finlay schreef melodieën, die in het Scottish Psalter werden opgenomen, als HELENSBURGH (O ye who marks that love is sweet, nr. 358). FINNART (Allmighty Father, who dost give, nr. 491) en natuurlijk GLENFINLAS (Do no sinful action, nr. 663), te vinden in de rubriek ‘Home and school’. Alle zijn dit negentiende eeuwse, romantische teksten.

Deze melodie in 4/4-maat is van een bekorende eenvoud; mogelijk draagt de pentatoniek zo sterk bij aan het volksliedmatige karakter. De vijftoonsreeks in G grote terts bestaat uit de tonen g’-a’-b’-d”-e”. Hiervan komen in dit lied als laagste de d' en als hoogste toon de e" voor. Heel apart is het te zien dat in maar liefst drie regels (regel 1, regel 3 en regel 4) de pentatonische reeks in zijn geheel voorkomt. Het hoogtepunt ligt in regel 3. Regel 2 excelleert door zijn octaafomvang. De tekst van Willem Barnard respecteert het oorspronkelijk gepuncteerde ritme (regel 1) en de beide melismen (regel 1 en 4). De a-B-a-B rijmende regels dienen twee aan twee gezongen te worden. In de begeleidingsbundel bij het Scottish Psalter staat een zetting van Finlay zelf; deze is dank zij de driestemmigheid en de rustige beweging van een sobere eenvoud (zie voor die zetting bij Liedboek 463 in de begeleidingsuitgave bij het Liedboek; bij 993 staat een vierstemmige zetting van Finlay).

Willem Barnard merkt verder op: ‘Er moet op gewezen worden, dat dit lied als canon te zingen is en dat zo pas de tekst goed uitkomt!’ Daaraan moet worden toegevoegd dat dit muzikaal enig voorbehoud heeft. De melodie is niet als canon bedoeld; er kan namelijk een kwintparallel ontstaan, terwijl de afgedrukte zetting bovendien als canonbegeleiding ongeschikt is. Ter vermijding van eventuele stemvoeringsfouten construere men een eigen, verantwoorde begeleiding. Vanwege de maat latere inzet van de tweede stem volgen hieruit nogal wat ‘aanvaringen’ tussen de twee stemmen, wanneer deze op dezelfde toonhoogte zouden worden uitgevoerd. Een uitgezochte verdeling tussen mannen- en vrouwenstemmen kan hier helpen.


Media

Uitvoerenden: Vocaal Ensemble Duodektet o.l.v. Christiaan Winter; Wim Dijkstra, orgel; Arthur Heuwekemeijer, saxofoon