Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

blz 1293 - Ik was buiten op straat


Bellenblaas

Erik Idema

Tekst

Een dertienregelig gedicht, met titel en drie witregels. De alliteratie in het eerste couplet (‘buiten’, ‘bellenblaas’, ‘blies bellen’) en het derde couplet (‘bestaat’, ‘bellen blaast’, ‘ben’, ‘bel’) zorgt voor een sterk verband. ‘Glansden’ en ‘dansten’ in het tweede couplet vormen een binnenrijm. De ‘aa’-klank (‘straat’, ‘blaas’, ‘bestaat’, ‘blaast’) zorgt voor klankrijm op het einde van vier regels.
Het eerste couplet is een situatiebeschrijving, het tweede een observatie, het derde een associatie of interpretatie. De laatste regel vormt een dankzegging.
Ieder die kind is (geweest) kent het plezier én de eindigheid van bellenblazen. Je vult de bel met je eigen adem, de bol maakt zich los van jou en beweegt in de wind, weerkaatst de kleuren van de omgeving, knapt en is verdwenen.
Het tweede couplet beschrijft met een paar woorden de bellen: je ziet ze dansen.
Het knappen en verdwijnen wordt niet beschreven…
Het derde couplet legt het beeld van de bellenblazer, de ik-figuur, op God en daarmee wordt de bellenblazer tot bel, dansend en glanzend in het leven dankzij de adem van God. Daarvoor dankt de ik-figuur. Ontroerend is dat de kwetsbaarheid van ons bestaan in het beeld wordt verondersteld, maar niet expliciet wordt uitgewerkt.

Auteur: Andries Govaart