Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

blz 1416 - Lieve God, lees mijn zwijgen



Tekst

In de toelichting wordt het zwijgen als een veelsoortig menselijk fenomeen belicht, eerst in het algemeen (1) en dan meer persoonlijk (2).
Tevens wordt zwijgen in verband gebracht met bidden als een vraag om ‘mij te lezen’ (3) en als een vorm van zwijgen voor de buitenwacht (4).
Ten slotte wordt ingegaan op de intimiteit van dit gebed (5) en op het beeld van God in een gebed (6 en 7).

Dit spannende gebed lees je zo snel als je voor het lezen van veertien woorden nodig hebt, maar het roept zoveel gedachten op dat je het niet na een kort leesmoment kunt wegleggen. Deze woorden, geschreven door Corja Menken-Bekius, vragen tijd om je te laten beseffen wat je eigenlijk hebt gelezen en wat het als bede voor jou betekenen kan.

1. Zwijgen

Hoe veelzeggend kan zwijgen zijn? Hier volgen enkele suggesties in algemene bewoordingen.

Zwijgen hoeft niet negatief te zijn of te impliceren dat God er wat aan moet doen. Van God wordt alleen verwacht te lezen – met een andere blik dan waarover de bidder kennelijk beschikt.

Zwijgen kan allerlei redenen hebben. In een discussie over een ingewikkeld onderwerp kan iemand stil blijven, gewoon omdat zij of hij niet veel van het onderwerp afweet. Zwijgen uit onwetendheid?

Je kunt zwijgen over iets (je prestaties) waarvoor je dankbaar bent. Zwijgen uit bescheidenheid?

Bekend is dat veel soldaten die na de Tweede Wereldoorlog in Indonesië deel uitmaakten van acties van het Nederlandse leger daar nooit over spraken na terugkeer in Nederland. Soms leek het alsof ze zo wegkeken van gruwelijke beelden in hun herinnering en ze zo verdrongen, maar bij sommigen kwamen later toch de trauma’s heftig aan het licht. Zwijgen uit zelfbehoud?

Zwijgen kan een antwoord op een ingrijpend gebeuren zijn, op een ‘leed-feit’ waarvan iemand getuige is, van haar of zijn stuk raakt, er geen woorden voor heeft en de hand voor de mond houdt van verbijstering. Zwijgen uit ontzetting?

Een langlopend familieconflict, dat onoplosbaar lijkt te zijn, maakt soms dat men er verder het zwijgen toe doet. Men laat het maar zoals het is, omdat het anders onleefbaar wordt. Zwijgen uit wijsheid?

Het kan ook zijn dat iemand een geheim met zich meedraagt, omdat het beter lijkt dat het niet aan het licht komt in zijn of haar belangrijkste leefkring. Misschien gebeurt dat vanwege een beroepsplicht tot geheimhouding, maar het kan ook zijn dat er openlijk over spreken desastreuze gevolgen heeft. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Zwijgen als heilzame geheimhouding?

2. Mijn zwijgen

Als je er even op doordenkt, volgen er in je gedachten steeds meer manieren van zwijgen (regel 2).
Vermoedelijk heb jij ook wel allerlei gebeurlijkheden in je herinnering waarover je zwijgt. Misschien om dat je er geen woorden voor hebt? Of je doet er gewoon liever het zwijgen toe omdat jou iets heel vervelends is overkomen en jij niet precies weet hoe je dat moet duiden en ermee omgaan.

Misschien heb je je aan iets schuldig gemaakt waarover je liever niet praat, of niet praten kunt.

Misschien zwijg je omdat je een vreselijke ruzie hebt gehad en je verongelijkt voelt, maar niet zeker weet wat nu precies jouw aandeel was en dus houd je verder je mond maar, al voel je je er onbehaaglijk over. Heb je een verkeerde kijk op het conflict?

Of nog anders: je wilt op een gegeven moment in een dagboek of zo gaan schrijven om een schrijnend verdriet, dat je leven doortrekt, voor jezelf te benoemen, beter te vatten en te verwerken. En misschien ook dank onder woorden brengen. Maar het wil gewoon niet, er komt niets op papier. Je gevoelens gaan alle kanten op, ze kunnen boos zijn, of juist gelaten, wellicht bevroren. En je voelt je verlaten. Je weet niet wat je het eerst en het laatst moet voelen. Daarom dacht je: ik moet het opschrijven, want je wilt of kunt het op dit moment absoluut niet of nog niet met iemand anders bespreken. De lege bladzijden blijven je zwijgend aanstaren.

3. Lees mij

Dit gebed begint met God aan te spreken over zwijgen, en in de laatste regel gaat het over ‘mij’ (regel 4). In bovenstaand zwijgen ben je zelf in het geding als degene die je bent en die je zou willen zijn. Uiteindelijk kan de zin van je leven op het spel staan. Zit in dat bewuste en onbewuste zwijgen niet ook een tekort aan moed en focus in je leven, omdat iets je niet zint en het een levenslast is, wat maar blijft rondspoken in je geheugen? Zou er niet meer geborgenheid voor je in petto zijn? Geborgenheid als een besef dat geweten en aanvaard wordt wat je wilt zeggen en je dwarszit? Wil je accepteren dat ‘het is wat het is’ en dat er misschien ook een uitzicht is, bijvoorbeeld dat je met een frisse blik, met andere ogen kunt bezien wat je zo bezighoudt? Kan het zijn dat je afweegt of de situatie onhoudbaar is geworden en vraag je je af, ook wel in boosheid en wanhoop, hoe het anders moet en kan? Dat alles overweeg je op grond van een impliciete visie op wat goed leven is.

Maar wellicht ligt het zwijgen en het verlangen gelezen te worden heel anders bij jou.

4. Bidden

Bidden is een beweging van jou uit. Zie je iets verbijsterends en zeg je ‘O, mijn God’ dan is dat een gebedsuiting. Je zwijgt dan niet, maar zwijgt wel over wat het gebeurde precies met jou deed.

Uit een onderzoek – van jaren terug overigens – naar tieners en bidden blijkt dat ze veelvuldig aan bidden doen. Wordt er gevraagd of ze tot God bidden, dan komen er aanmerkelijk minder bevestigende antwoorden op dan wanneer hun wordt gevraagd of ze wel eens bidden. Die jonge mensen zien bidden als een mogelijkheid om zich te uiten over heel persoonlijke zaken waar een ander mens niets mee te maken mag hebben.

Je zou bidden kunnen zien als een vorm van zwijgen voor de buitenwacht, maar niet van zwijgen voor jezelf en voor God. De bede is dan een vorm van zelfinzicht, van je hart uitstorten (1 Samuël 1,15; Psalm 62,9) en een kern zoeken in iets in je leven door voeling te houden met God als diepste bron van je bestaan.
De kerkvader Augustinus zei: bidden dient er niet voor om God te instrueren, want die raadt al wat je nodig hebt voor je het vraagt (Matteüs 6,8). Maar weet jij ook wat jij zelf allereerst nodig hebt en wat je aan liefde en goeds verlangt? Bidden dient minstens ook om jezelf te construeren. Dezelfde kerkvader zei in een preek over Psalm 80,7 ook: ‘Als de tong zwijgt, bidt altijd nog het verlangen.’
Hij wees er bij de uitleg van Psalm 4 op dat het maar goed was dat niemand kon horen wat hij dacht, toen hij verontwaardigd in zijn gebed tot God aan mensen vroeg: ‘Machtigen, hoe lang nog maakt u mij te schande, is de schijn u lief, de leugen uw leidraad?’ Voor Augustinus waren deze machtige mensen zijn collega’s in de retorica, de kunstvaardigheid om in het openbaar het woord te voeren. De retorica wordt in ongunstige vorm ook wel ervaren als misleidende woord-kramerij. ‘Maar goed dat het gebed niet openbaar was, want ik zei in mijn afzondering lelijke dingen over mijn collegae. Alleen God mag mijn woede horen, de anderen niet’ (Augustinus, Belijdenissen, boek IX, IV, 9).
Dus een privé-gebed helpt om te zwijgen en toch je verlangen te uiten ten overstaan van een betrouwbaar adres, alleen en vertrouwelijk.         

5. Lieve God

Dat je ‘Lieve God’ zegt of mompelt of stil leest, maakt het gebed meteen intiem (regel 1). Het is een liefdesverklaring en dus een uiting van vertrouwen in het diepst van je bestaan. Je roept God binnen in jezelf om je zwijgen anders te lezen. Anders dan jij zelf leest of een lieve, wijze naaste?
God draagt in de Bijbel de naam ‘Ik ben er’ of ‘Ik zal er zijn’. Deze betekenis blijkt als Mozes door God aangesproken wordt om het volk Israël uit de beklemming van wat voor slavernij ook weg te leiden, en in Godsnaam of vredesnaam te bevrijden van alles bepalende onderdrukking, ook van gedwongen onderhorigheid van gedachten, en van doen en laten. God wil bevrijden van elk  groot gebrek aan vrijheid om goed te leven. God, die zich presenteert als God van Abraham, Izaäk en Jakob zegt dan tegen Mozes: ‘Ik heb de jammerklachten over onderdrukkers gehoord. Ik weet hoe ze lijden.’ En Hij geeft te kennen: ‘Ik wil ze uit die macht bevrijden’ (Exodus 3,7). God raadt vanuit liefde wat lijden is en neemt het waar in bewogenheid en toewijding.
Jezus is in zijn doen en laten een unieke representatie en presentie van Gods liefde. Dat blijkt bijvoorbeeld in de ontmoeting met een blinde, met iemand in de marge van het bestaan, die luid (dus niet zwijgend) om ontferming roept. En Jezus vraagt pastoraal: ‘Wat wil je dat Ik voor u doe?’ (Lucas 18,41).

Terzijde

Een associatie bij ‘Lieve God’ (regel 1) bleef bij de auteur van deze toelichting maar door het hoofd zingen. In Liedboek staat een lied van Jan Wit dat aldus begint: ‘Grote God, Gij hebt het zwijgen / met uw eigen, / met uw lieve stem verstoord. / Maak de weg tot U begaanbaar, / wees verstaanbaar; / spreek Heer, uw gemeente hoort’ (Liedboek 317:1). Er is verschil: het gaat in dat lied om een gemeenschap en om het spreken van God tijdens een eredienst en niet om het lezen van zwijgen waarin een enkeling zich heeft gehuld. Het is de ‘lieve stem’ die de associatie wekte. Intrigerend dat deze lieve stem van God zwijgen ‘verstoort’. God ‘spreekt’ niet in dit gebed, maar ‘leest’. Dat lezen kan ook liefdevol kritisch zijn.

6. ‘Lees mij met andere ogen’

Je zou kunnen denken: wat lief en zorgzaam dat deze God aandachtig aanwezig komt.
Bidden houdt er rekening mee dat het oorspronkelijke perspectief op het verlangen kan veranderen. Je hoopt op een vernieuwende leeswijze met een ander perspectief dan waarin jij zwijgend en sprakeloos je situatie verstaat. Je zou een vergevende blik wensen, waar jij zelf zwijgend schuld draagt. Je zou een diepe troost willen vernemen, waar je zwijgen eigenlijk ontroostbaar verdrietig zwijgen bleef. Je zou zo graag willen dat er nieuwe ogen zouden gaan over een onoplosbaar conflict, waar je al jaren – in zwijgen – mee omgaat en dat er een doorbraak zou komen. Lieve God, lees mij met ogen die zien hoe ik eraan toe ben en hoe ik verlang naar uw liefde en recht doen. Laat me daarin verwijlen. Of leen mij die ogen. Of leen ze aan een wijs iemand op mijn levensreis.

7. Tot slot

Het is onbekend wat jij in jouw zwijgen gelezen wilt hebben, wat er op de lege bladzij van wat je bij wijze van spreken schrijven wilde staat te lezen. Dat hoeft niet per se iets te zijn wat je belast en vermoeit, zoals woede, teleurstelling, of wanhoop. Bidden is immers niet alleen klagen, of vragen, maar ook danken.

Lees de tekst nog eens, en later nog eens die intrigerende passage over die ‘lange lege regels’ (regel 3).
Ga rustig zitten, of pak je fiets, ga wandelen, ga de tuin in of naar de zee en overdenk je zwijgen, met een lieve God voor ogen.

Auteur: Evert Jonker