Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

blz 1488 - Heer, mijn hart is ziek van verdriet


Gebed om troost


Tekst

Nu ik weet wat verdriet is,
laat mij ook weten
wat troost is.

Dit lijkt wel de kern van dit gebed, dat begint met de eenvoudige aanroeping ‘Heer’, waarin vertrouwdheid doorklinkt. .
In een serie staccato regels wordt vervolgens mededeling gedaan van het ergste. Maar in dat ergste, dat erkend wordt, klinkt ook de nuchterheid door. Als dit dan zo is, het verdriet, dan hoort het andere, de troost, er ook bij. Het ene wordt geweten, het andere wil geweten worden. ‘Nu ik weet wat verdriet is, laat mij ook weten wat troost is.’

Het verdriet is bekend, sterk aanwezig, direct verwoord: ‘die mij lief was is dood.’
Wat nog te zeggen, te bidden? Er is enkel ‘een leegte’. Een leegte ‘waar geen taal voor is’. Inderdaad, er zijn geen woorden voor. En als ze er zijn, dan zijn ze onmachtig, wankel, vaak te veel, krom, ‘ze strompelen naar U toe’.
En als alles strompelt en struikelt, de woorden en de gedachten, kan er nog maar één vraag zijn: ‘vang mij op’.

Het gebed beslaat drie zinnen.
Een lange eerste, die pas eindigt na ‘radeloos moe’, dat niet alleen qua klank mooi teruggrijpt op ‘naar U toe’, maar ook, net zoals ‘ziek van verdriet’, origineel taalgebruik oplevert.
En twee korte zinnen, van drie en vier regels.

De roep om troost – de dichter roept er expliciet om – is hard nodig, want de tekst eindigt met de donkerte. De troost mag gelegen zijn in een flard licht, niet zozeer licht in het algemeen, maar relationeel licht, dat straalt van een gezicht, het licht van ogen die zien. Vanwege de relatie gaat het hier om ‘uw gezicht’ en ‘uw ogen’. Het is immers een gebed, en er is een aangesprokene.

Auteur: Nico Vlaming