Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

blz 543 - Heer, zegen ons en deze gaven



Tekst

In deze toelichting wordt Luthers gebed verstaan in verband met het ritueel van de maaltijd en komt de vraag op naar God, in beeldtaal ‘hemelse Vader’ genoemd.

Martin Luther schreef in 1529 een Kleiner Katechismus en een Grosser Katechismus. Als tekst om van te leren helpt de Kleiner Katechismus huisvaders om hun kinderen en huisgenoten de belangrijkste Bijbelse waarheden uit te leggen. Bij het Onze Vader merkt Luther op dat God ons met dat gebed tot zich wil trekken, opdat we zullen geloven dat God oprecht onze Vader is en wij zijn kinderen zijn en tot Hem getroost en met vertrouwen zullen bidden. Het is zoals kinderen hun eigen lieve vader iets zeggen (en natuurlijk ook hun moeder, grootmoeder, grootvader, tante, oom, enzovoort). Luther vertelt erbij dat hij, hoe geleerd en ervaren hij ook mag zijn, zelf graag een kind en leerling is en blijft. Hij schijnt in zijn gezin zelfs de catechismus elk jaar overhoord te hebben. Dat ‘examen’ werd dan besloten met een feestelijke maaltijd. Aan het leerboekje van de Kleiner Katechismus zijn ook tafelgebeden toegevoegd, want, aldus Luther, geloofsgedrag en vroomheid kunnen en mogen geleerd, geoefend en beoefend worden.

Tekstvergelijking

Het tafelgebed onderaan pagina 543 is een deel van het gebedsritueel dat voorafgaat aan het eten. In het Duitse origineel en in een Nederlandse vertaling ziet het er aldus uit:

Aller Augen warten auf dich, Herr,
und du gibst ihnen ihre Speise
zu seiner Zeit.
Du tutst deine milde Hand auf
und sättigest alles, was lebet,
mit Wohlgefallen. Amen.

Vater unser, …

Herr Gott, himmlischer Vater,
segne uns,
und diese deine Gaben,
die wir von deiner milden Güte
zu uns nehmen,
durch Jesum Christum, unsern Herrn,
Amen.

(Dr. Martin Luther, Kleiner Katechismus, Mit Erklärung,
Hamburg, 24. Auflage, 1982, 175)

Aller ogen wachten op U, Heer,
en U geeft hun hun eten en drinken
te gelegener tijd.
U opent uw milde handen
en verzadigt al wat leeft
met welgevallen. Amen.

Onze Vader, …

Heer God, hemelse Vader,
zegen ons
en deze uw gaven,
die wij uit uw milde goedheid                 
tot ons nemen,                                           
door Jezus Christus, onze Heer,              
Amen.

(Maarten Luther, Gebeden, Baarn 1979, 61)

Er is verschil tussen de tekst op pagina 543 van Liedboek en de oorspronkelijke tekst. Erg is dat niet. Gebeden op schrift kunnen en mogen eindeloos worden gevarieerd. Ze vormen een structuur, een behuizing, een bron waaruit je putten kunt.

Beelden voor God

Het is natuurlijk het overwegen waard na te gaan waarom Liedboek ‘de hemelse Vader’ weglaat en of dat een verbetering is. Bij Luther is ‘Vader’ in dit gebed in Liedboek logisch omdat in het maaltijdritueel net tevoren in het Onze Vader God als Vader aangeroepen is. ‘Vader’ is hier een metafoor, dus niet alles wat onder ons een vader tot vader maakt is in deze gelovige beeldtaal meegenomen. Het gaat om een Vader, absoluut betrouwbaar en vol zorg en aandacht. Deze hemelse Vader is nauw betrokken bij de gang van Jezus door de tijd. God bestempelt Jezus als ‘mijn geliefde Zoon’, te midden van zijn volk en andere kinderen van God (zie bijvoorbeeld Marcus 1,11; vergelijk Marcus 9,7).

In de tekst van Liedboek wordt ‘Heer’ enerzijds vertaald en gebruikt voor God en anderzijds voor ‘onze Heer Jezus’. Dat zijn termen waarin geloof in gezag en liefdevolle overmacht schuilgaat.

Zo’n maaltijdgebed in de familie kan een aanwezige moeder of vader veronderstellen, maar niet altijd.

Voor sommige mensen die barre herinneringen aan hun vader hebben is het te lastig om God Vader te noemen, terwijl anderen in soortgelijke, negatieve omstandigheden het juist wel doen om zo een contrast met de eigen vader vast te houden. Maar je zou desnoods God ook wel kunnen aanspreken als ‘moederlijke God’ (zie Liedboek 707), of als God van zorg en aandacht, als goede God, als bron van leven, als Gever.

Bidden is danken en vragen op grond van wat je weet over God. Het beeld van God doet er dus toe. Luther legt een verband tussen de huisvader en het kind, en de hemelse Vader en Onze Vader, die ook via Jezus onze Vader is. Dat is op zich een mooi verband.

Brood ontvangen en delen

Een ander verschil is dat Luther een eetactiviteit benoemt: ‘tot ons nemen’. Het brood komt uit milde goedheid voort. De versie van Liedboek spreekt van ‘ontvangen uit uw milde hand’ (regel 3). Die milde hand stamt uit Luthers gebed, waarmee het maaltijdritueel begint en dat voorafgaat aan het Onze Vader. De hemelse Vader reikt brood aan.

Maakt het verschil voor je, of je vader of moeder of wie ook jou het brood aanreikt of dat God als Vader dat doet? Of God als Heer? En dat jij het neemt? Of ontvangt?

‘Door Jezus Christus onze Heer’ is vaak een eindformulering van een gebed. Het haalt dan de bemiddeling door Jezus aan. Die ons leerde bidden: ‘geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben’. Jezus doet beseffen dat op de aarde, waar velen honger lijden, brood breeduit gedeeld moet worden alsof het dagelijks om een wonderbare spijziging zou mogen gaan, tot in eeuwigheid.

Als de graanschepen niet kunnen varen, is de nooddruft nog hoger.

Eet en bid. Bewust. Met dank en vreugde.

Auteur: Evert Jonker