Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

blz 582 - Tel met mij mee


Luc Wolthuis

Tekst

Niet voor iedereen is de nacht altijd een verlichting. Hij is vaak ook een kwelling. Onrustig doelloos wakker liggen, angstig zijn, het zijn de aloude en bekende ‘lagen en listen van de duivel’ om je af te houden van het licht dat over ons is opgegaan. Het kan spoken in het leven van mensen. En wachten duurt lang.

Daarom is het mooi dat je tegen iemand aan kan praten. In je hoofd. Die mee wakker is, en meetelt ‘de uren, die zo traag vergaan.’ Aan wie je dat kan vragen. Die meeleeft, van ‘onrust’ naar ‘gerust’ (mooie klank-gekozen woorden in de tweede strofe).

Het gebed bestaat uit vier korte zinnen van elk drie regels, waarbij elke zin begint met een oproep die tegelijk als aanroeping dient. Zonder dat er iemand bij name genoemd wordt, stelt de auteur veel aan de orde: in de eerste strofe de tijd (‘Tel met mij mee / de uren…’), in de tweede het lichaam (‘Stel mij gerust / nu in mijn lichaam…’), in de derde de ziel (‘Verdrijf de angst / die rondspookt…’) en in de vierde strofe datgene waar het uiteindelijk om te doen is: ‘Kom met nieuw licht…’

Er is een duidelijke hulproep, maar alle vier de oproepen worden begrepen en verstaan in de laatste regel: ‘Veel in mij / verlangt naar U.’ ‘Veel’, niet alles – opmerkelijk. Er blijft nog een eigen terrein. Maar de tijd dringt wel, want dat ‘vele’ dat ‘in mij naar U verlangt’ is wel: ‘nu’.

Is het toevallig of juist heel goed gekozen: het samenspel van deze tekst met het lied erboven geplaatst (Liedboek 260)? Het tweede, dunkt me.

In deze tekst wordt met weinig woorden veel aangeduid. Herkenbaar. Hopelijk niet voor elke nacht, maar misschien wel voor die paar nachten dat het werkelijk nodig is.

Auteur: Nico Vlaming