Zoek een persoon

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} personen getoond

Geen personen gevonden

Kurt Rose


geboren: 1 september 1908 te Bernburg an der Saale (Sachsen-Anhalt)
overleden: 1999 te Celle (Niedersachsen)

Bijdragen in het Liedboek

159b Nu laat Gij, Heer, mij gaan (t)
252 De avondwind draagt deze dag (t)
549 De ezelruiter! Kijk, die ezelruiter (t)
579 Niets droeg hem meer (t)
945 Ja, het liefst zou ook ik (t)

Leven en werk

Kurt Rose studeerde hedendaagse filologie in Wenen en Berlijn, maar onderbrak deze studie om les te geven in Turkije, Spanje en Finland. In 1938 keerde hij in Duitsland terug, waar hij aan de slag ging als uitgever en auteur. Na verplichte dienst als soldaat in het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog vond hij uiteindelijk werk als leraar op verschillende middelbare scholen in Bordesholm, Iserlohn en Euskirchen. Daarnaast was hij vanaf 1970 ook hulppredikant in Bad Münstereifel, in welke hoedanigheid het hem duidelijk werd dat er behoefte was aan nieuwe kerkliederen. Na zijn pensionering in 1979 streek hij neer in Celle alwaar hij zich wijdde aan het schrijven van liederen, romans en toneelstukken, met name gericht op jongeren. Rose leverde vele bijdragen aan het ‘Neues Geistliches Lied’, dat gekenmerkt werd door een heroriëntatie op de Bijbelse verhalen, het moderne levensgevoel en de politieke actualiteit. Hij was lid van de ‘Ökumenische Textautoren- und Komponisten Gruppe der Werkgemeinschaft Musik’ en van de ‘Arbeitsgemeinschaft Musik in der Evangelische Jugend’, later opgegaan in de TAKT (Tekstautoren- und Komponisten Tagung). Hij gaf verschillende liedbundels uit, waaronder Da war die Nacht, da kam das Licht en Fünfzehn hymnische Lieder aus dem Neuen Testament (beide in 1987), de laatste samen met componist Herbert Beuerle. Daarnaast was hij nog auteur van verschillende vakboeken, anthologieën en theaterstukken. Een viertal van zijn liederen, die hun weg vonden naar de officiële gezangbundels van vele kerken, is in vertaling opgenomen in het Liedboek.

Auteur: Cees-Willem van Vliet