geboren: 28 april 1911 te Düsseldorf
overleden: 13 februari 1994 te Gelnhausen
Bijdragen in het Liedboek
159b | Nu laat Gij, Heer, mij gaan (m) |
252 | De avondwind draagt deze dag (m) |
301d | Kyrie eleison (m) |
302a | God in den hoog’ alleen zij eer (m) |
433a | Nun komm der Heiden Heiland (m) |
616a | Christus is opgestanden (m) |
945 | Ja, het liefst zou ook ik (m) |
Leven en werk
Herbert Beuerle, aanvankelijk werkend als zakenman, studeerde aan de Berliner Kirchenmusikschule kerkmuziek bij onder anderen Hugo Distler (1908-1942) en Ernst Pepping (1901-1981) en werkte na krijgsgevangenschap in de Sovjet-Unie (waarin hij instrumenten bouwde en zangspelen organiseerde) als cantor in Berlijn, Dassel en Gelnhausen. Hij was lid van de ‘Ökumenische Textautoren- und Komponisten Gruppe der Werkgemeinschaft Musik’ en de ‘Arbeitsgemeinschaft Musik in der Evangelische Jugend’, die later opgingen in TAKT (Textautoren- und Komponistengruppe). Zijn vele kerkmuzikale composities behoren tot het ‘Neues Geistliches Lied’ (NGL) en vonden hun weg naar verschillende Duitse en internationale gezangboeken. Binnen het brede genre van het NGL kenmerken Beuerles melodieën zich door de invloed van ‘neomodalisme’ dat in de kerkmuziekbeweging van de jaren dertig van de twintigste eeuw als ideaal klankbeeld voor het nieuwe kerklied werd gezien. Maar Beuerle schuwde ook invloeden uit de jazz en popmuziek niet, net zomin als het gebruik van hedendaags-klassieke stijlmiddelen. Uit de nauwe samenwerking met dichter Kurt Rose ontstonden meerdere bundels met kerkliederen waaruit in het Liedboek een drietal liederen is opgenomen. Daarnaast zijn er ook enkele canons van Beuerle in het Liedboek te vinden.
Auteur: Cees-Willem van Vliet