geboren: 11 mei 1922 te Hoorn
overleden: 29 augustus 1975 te Amsterdam
Bijdragen in het Liedboek
154a | Gij werken des Heren, zegen de Heer (m) |
261 | Licht, verlaat ons niet (m) |
299a | Kyrie en Gloria (m) |
311 | Wij kiezen voor de vrijheid (m) |
339a | U komt de lof toe, U het gezang (m) |
404a | Heilig, heilig, heilig (m) |
408a | Lam Gods, dat de zonden der wereld (m) |
447 | Het zal zijn in het laatste der tijden (m) |
448 | Het volk dat wandelt in het duister (m) |
450 | Verblijd u in de Heer te allen tijd (m) |
453 | Wachters van de tijd (m) |
531 | Jezus, die langs het water liep (m) |
536 | Alles wat over ons geschreven is (m) |
540 | Het waren tien geboden (m) |
556 | Alles wat over ons geschreven is (m) |
589 | O lichaam van het woord (m) |
650 | De aarde is vervuld (m) |
651 | Christus heeft voor ons geleden (m) |
652 | Zing jubilate voor de Heer (m) |
655 | Zing voor de Heer een nieuw gezang (m) |
763 | Zij zullen de wereld bewonen (m) |
764 | Een zaaier ging uit om te zaaien (m) |
765 | Gij hebt met uw brede gebaren (m) |
990 | De laatsten worden de eersten (m) |
991 | De eersten zijn de laatsten (m) |
Leven en werk
Frederik August Mehrtens groeide op in het Noord-Hollandse Hoorn, waar hij zijn eerste muzieklessen ontving van Evert Koning. In 1928 werd de zestienjarige Frits organist van de Doopsgezinde Gemeente van Twisk en Abbekerk, en later o.a. ook van de Hervormde Gemeente te Enkhuizen. Na de Rijks-HBS in zijn woonplaats ging hij medicijnen studeren aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Daar ontmoette hij zijn toekomstige echtgenote Coosje Bregman met wie hij in 1948 trouwde. Uit het huwelijk werden drie dochters geboren, waarvan twee de muziek ingingen onder wie Janine Mehrtens.
Frits Mehrtens heeft zijn medicijnenstudie nooit afgemaakt: het doctoraal-examen heeft hij nog wel gehaald, maar daarna ging hij geen co-schappen volgen. Na de oorlog studeerde Mehrtens muziek (hoofdvak orgel) aan het Amsterdamsch Conservatorium bij Jacob Bijster (1902-1958) en Anton van der Horst (1899-1965). In 1953 slaagde hij voor het eindexamen. Intussen werkte hij al vanaf 1951 als adjunct-hoofd van de muziekafdeling bij de NCRV. Tijdens propaganda-avonden die de omroep overal in den lande bij plaatselijke afdelingen organiseerde, werden liederen gezongen onder leiding van Mehrtens. Van deze avonden werden opnamen gemaakt die in het NCRV-programma ‘Zondagavondzang’ werden uitgezonden. Tijdens deze periode was Mehrtens een van de initiatiefnemers voor de bouw van het ‘Sweelinck-orgel’ (1953) van de Deense orgelbouwers Marcussen; het was het eerste orgel in Nederland dat gebouwd was volgens de inzichten van de ‘Orgelbewegung’.
In 1955 stapte Mehrtens over naar het IKOR (voorloper van de IKON). Hij was betrokken bij de zogeheten ‘Vroegdiensten’, experimentele radiokerkdiensten met nieuwe kerkmuziek, die tot 1966 uitgezonden werden. Tevens maakte hij diverse radioprogramma’s: ‘Muziek van de Zondag’, ‘Een nieuw kerklied’ (vanaf 1958 een rubriek van ‘Het geladen schip’) en ‘Zing het voorbedachte lied’. Voor het laatstgenoemde programma trok Mehrtens het land in om in kerkelijke gemeenten van diverse signatuur oude en nieuwe liederen in te studeren. Het wekelijkse programma werd later tweewekelijks uitgezonden en afgewisseld met het programma ‘Liturgica’, waarin Mehrtens elementen uit de klassiek-oecumenische liturgie en tevens recente ontwikkelingen in de liturgie besprak.
Vanaf Advent 1965 ging Mehrtens inleidingen op de ‘Vroegdiensten’ verzorgen, waarin ook het ‘Lied van de Week’ aan de orde kwam. Dit onderdeel was een initiatief van de Prof.dr.G. van der Leeuw-Stichting en was een samenwerking tussen de genoemde stichting, het IKOR, de NCRV, de VPRO en de KRO.
Het op 1 januari 1967 begonnen programma ‘Zingend geloven’ van Mehrtens was bedoeld als een ‘kerkmuzikale-catechetische reeks’ en diende eveneens de plaatselijke oecumene te bevorderen. Van 1974 tot zijn dood in 1975 maakte Frits Mehrtens de serie ‘Lied van de Week’, korte televisieprogramma´s (5 minuten) die samen met de NCRV geproduceerd werden en die bedoeld waren om bekendheid te geven aan gezangen uit het Liedboek voor de kerken.
Niet alleen via de radio en televisie heeft Mehrtens voorlichting gegeven, maar ook – zij het spaarzaam – via het geschreven woord. Zijn omvangrijkste publicatie is het boekje Kerk & Muziek uit 1960, dat in 1961 en 1982 herdrukt werd. De belangrijkste artikelen uit diverse tijdschriften werden postuum gebundeld in Muziek op woorden.
Frits Mehrtens was lid van de Commissie voor de Kerkmuziek en voerde vanaf 1966 tot aan zijn dood de eindredactie van het contactorgaan Musica pro Deo. Als docent Muziek was hij zo´n twintig jaar verbonden aan het Hervormd Lyceum te Amsterdam. Ook heeft hij een aantal semesters les gegeven aan het Christelijk Lyceum te Amsterdam-West en op het Theologische Seminarium te Driebergen. Hij werd tevens docent voor hymnologie en liturgiek aan het Conservatorium van de Vereniging Muzieklyceum te Amsterdam.
Naast zijn werk als radiomaker, docent en publicist was Frits Mehrtens werkzaam als cantor-organist. Van 1951 tot 1956 woonde het gezin Mehrtens in Hilversum, waar hij cantor-organist van de Maranathakerk werd en dirigent van de Christelijke Oratorium Vereniging. In 1954 keerde het gezin terug naar Amsterdam. Daar werd Mehrtens in 1956 cantor-organist van de Maranathakerk te Amsterdam, waar van 1957 tot 1962 de zogeheten Nocturnediensten gehouden werden. Deze Nocturnen werden gerealiseerd door een team bestaande uit Willem Barnard, Frits Mehrtens en W.G. Overbosch. Laatstgenoemde zorgde voornamelijk voor de organisatorische zijde. Het duo Barnard en Mehrtens schreef voor deze diensten liederen, waarvan vele algemeen bekend en geliefd zijn geworden.
Mehrtens’ compositorisch oeuvre is beperkt van omvang en bestaat hoofdzakelijk uit kerkliedmelodieën, waarvan er zo’n veertig bewaard zijn gebleven. Daarnaast maakte Mehrtens een aantal toonzettingen van liturgische gezangen. In 1959 publiceerde hij zijn ‘Nocturne liturgie’ en in 1968 verscheen zijn ‘Oecumenisch Ordinarium’ dat onderdeel vormde van de publicatie Proeve van een Oecumenisch Ordinarium, uitgegeven door de Prof.dr. G. van der Leeuw-stichting.
Voor de bundel Stille nacht. Vijftig advents- en kerstliederen voor jong en oud (Amsterdam 1951) componeerde hij liedzettingen. Ook zat hij in de commissie van de bundel Kinderen van één Vader, die in 1951 in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Vrijzinnige Zondagsscholen werd uitgegeven.
Een auto-ongeluk rukte Frits Mehrtens plotseling uit het leven.
Auteur: Jan Smelik
Literatuur
W. Kloppenburg, ‘Mehrtens, Frederik August’, in: Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlandse protestantisme, deel 6. Kampen 2006, 188-190.
G.N. Lammens, ‘Zoals er gezegd is over Frits Mehrtens’, in: Frits Mehrtens, Muziek op woorden. Baarn 1976, 7-20.
W. Slagter, 'Merhtens, Frederik August (1922-1975)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. Online lezen
Jan Smelik, ‘Ik ben een orenjongen’, Eredienst. Informatieblad voor liturgie en kerkmuziek, 27 jrg. nr. 4 (augustus 2000), 97-124. Themanummer Frits Mehrtens, inclusief een overzicht van Mehrtens melodieën en andere composities.
Publicaties
H.J.W. Modderman, M.E. van Ebbenhorst Tenbergen, C.E. Jolles, B. Wierenga-Aalbers, Frits Mehrtens, Kinderen van één vader. Een nieuwe liederenbundel voor gezin, zondagsschool, verteluur, kinderdienst en kinderclubs. Amsterdam 1951.
W. Barnard, F. Mehrtens, B.B. Westerhuis, W.G. Overbosch, Tien jaar kerkbouw. Amsterdam 1957.
Kerk & Muziek. ’s-Gravenhage 1960 (= deel 18 serie ‘Praktisch Theologische Handboekjes’).
Frits Mehrtens en W.G. Overbosch, Het orgel in de kerk. Hilversum 1962 (= Brandend braambos, kleine monografieën over actuele kerkbouwvraagstukken).
Muziek op woorden. Teksten bijeengelezen en ingeleid door prof.dr. G.N. Lammens. Baarn 1976.