geboren: 31 oktober 1812 te Wilp
overleden: 16 februari 1875 te Haarlem
Bijdragen in het Liedboek
23b | De Heer is mijn herder (m) |
315 | Heb dank, o God van alle leven (m) |
482 | Er is uit ’s werelds duistere wolken (m) |
799 | Kom, kinderen, niet dralen (m) |
904 | Beveel gerust uw wegen (m) |
Bijdrage in Psalmen anders
71b | Mijn leven lang was Jij mijn hoeder (m) |
Biografische notitie
Werkte aanvankelijk als horlogemaker. Vertrok in 1836 naar Dessau om muziek te studeren en sloot zijn opleiding in Leipzig af bij onder anderen Felix Mendelssohn-Bartholdy. Was daarna vanaf 1839 organist bij de Doopsgezinde Gemeente te Deventer en vanaf 1840 organist aan de Zuiderkerk te Amsterdam. Vanaf 1858 was hij organist van de St. Bavo te Haarlem en tevens stadsbeiaardier. Deze functies vervulde hij tot zijn dood. Zette zich in voor de herwaardering van de muziek van Bach.
Hij was medewerker aan de Vervolgbundel op de Evangelische Gezangen (1866) waarvoor hij dertig nieuwe melodieën schreef.