96b |
Zing voor de Eeuwige, zing een nieuw lied (t) |
100b |
Juich voor de Eeuwige, aarde alom (t) |
119a |
Uw woord omvat mijn leven (t) |
122a |
Laten wij gaan naar het huis van de Heer (t) |
124a |
Was Hij, de Heer, niet vóór ons geweest (t) |
126b |
Bracht niet de Heer Sion terecht (t) |
137a |
Toen wij zaten langs het water (v) |
157c |
Met hart en ziel maak ik Hem groot (t) |
157d |
Met hart en ziel maak ik Hem groot (t) |
158c |
Gezegend de Heer, gezegend Israëls God (t) |
159c |
De glorie van de Eeuwige zal worden onthuld (t) |
160b |
Laat onder u de gezindheid zijn (t) |
161 |
Christus gaat voor alles uit en alles rust in Hem (t) |
173 |
Kom mee, zei David, allemaal (v) |
181 |
Een heel klein zaadje waait weg op de wind (t) |
183 |
Een zaaier zaaide zaad in ’t rond (v) |
191 |
Vaste gezangen voor een avondgebed volgens de Anglicaanse traditie (t) |
192a |
Nu de avond valt (t) |
192b |
Nu hier de avond valt (t) |
199 |
Koester de namen die wij hier gedenken (t) |
201 |
Die ons gedenkt (t) |
204 |
Gij bron van tijd en eeuwigheid (v) |
212 |
Laten wij zingend deze dag beginnen (v) |
233 |
Wat klaarstaat op de tafel (t) |
234 |
Die met ons deelt het brood als onder vrienden (t) |
250 |
Ik leg mij in uw hoede neer (v) |
252 |
De avondwind draagt deze dag (v) |
260 |
Wie blijft er waken als ik ga slapen (v) |
266 |
Die ons schiep (t) |
267 |
Wees bij ons, wees ons een geleide (t) |
280 |
De vreugde voert ons naar dit huis (t) |
281 |
Wij zoeken hier uw aangezicht (t) |
282 |
Genesteld aan uw hart (t) |
283 |
In de veelheid van geluiden (t) |
284 |
Christus, Gij zijt het licht in ons leven (t) |
285 |
Het licht is ons voorgegaan (t) |
291d |
Onze hulp in de naam van de Heer / Hoor ons aan, eeuwige God (t) |
292 |
Onze hulp in de Naam van de Heer / Onderrricht mij in uw woorden (t) |
293 |
Hoor mijn stem, Heer (t) |
296 |
Die de morgen ontbood (t) |
297 |
Kom tot ons, God (t) |
299e |
Heer, ontferm u (Ordinarium ‘U alle eer’) (t) |
299f |
Heer, ontferm u – Tegen het donker (Ordinarium ‘Glorie de Eeuwige’) (t) |
305 |
Alle eer en alle glorie (t) |
326 |
Van ver, van oudsher aangereikt (t) |
333 |
Kom, Geest van God (t) |
402b |
Wij danken U, Vader (t) |
403d |
Gij louter licht (t) |
404e |
Heilig, heilig, heilig (Ordinarium ‘U alle eer’) (t) |
404f |
Laten wij zingen met engelen (Ordinarium ‘Glorie de Eeuwige’) (t) |
408e |
Lam van God (Ordinarium ‘U alle eer’) (t) |
408f |
Christus, Gezalfde (Ordinarium ‘Glorie de Eeuwige’) (t) |
423 |
Nu wij uiteengaan vragen wij God (t) |
424 |
Verzadigd de honger (t) |
430 |
Bevelen wij elkaar in de hoede van de Eeuwige (t) |
441 |
Hoe zal ik U ontvangen (v) |
461 |
Wij wachten op de koning (t) |
463 |
Licht in onze ogen, redder uit de nacht (t) |
464 |
Een engel spreekt een priester aan (t) |
479 |
Een lied weerklinkt in deze nacht (v) |
500 |
Uit uw verborgenheid (t) |
501 |
Als een ster in lichte luister (t) |
502 |
Wij zingen door de tranen heen (t) |
503 |
Wij staan aan een kribbe, aanschouwen de bron (t) |
504 |
Een engel heeft de toon gezet (t) |
517 |
Christus, uit God geboren (v) |
553 |
Stap voor stap gaat door Jeruzalem (v) |
560 |
Hij ging de weg zo eenzaam (v) |
563 |
De geur van mirre hangt (t) |
571 |
In stille nacht houdt Hij de wacht (v) |
584 |
Is zijn ure nu gekomen (t) |
585 |
Waar was jij, toen men Hem gekruisigd had (t) |
594 |
Wachters op de morgen, hoe ver is de nacht (t) |
600 |
Licht, ontloken aan het donker (t) |
610 |
Zo dor en doods (t) |
611 |
Wij zullen leven, God zij dank (t) |
612 |
Wij komen als geroepen (t) |
623 |
O hart, spring op vol vreugde (v) |
625 |
Groen ontluikt de aarde (v) |
657 |
Zolang wij ademhalen (t) |
658 |
Gods adem waait zijn woorden uit den hoge (t) |
667 |
Hij leeft (t) |
695 |
Heer, raak mij aan met uw adem (v) |
706 |
Dans mee met Vader, Zoon en Geest (v) |
721 |
Houd ons bijeen, God, rond uw woord (v) |
725 |
Gij boden rond Gods troon (v) |
750 |
Jeruzalem, jij stad door God gebouwd (v) |
768 |
De hemel van hier (v) |
780 |
In de schoot van mijn moeder geweven (t) |
791 |
Liefde, eenmaal uitgesproken (t) |
792 |
Kom, God, en schrijf uw eigen naam (t) |
795 |
Wat ons bond, God, is verbroken (v) |
813 |
Vreemden zijn wij (t) |
831 |
Gestuurd op wegen ongedacht (t) |
856 |
U, God, hebt mij opgericht (v) |
859 |
Schuldig staan wij voor U, Heer (t) |
897 |
Rusteloos ben ik (t) |
905 |
Wie zich door God alleen laat leiden (v) |
916 |
Je kunt niet dieper vallen (v) |
929 |
Zoals de regen onverwacht (t) |
947 |
Wanneer mijn hart vaarwel moet zeggen (v) |
951 |
Liefelijk licht, dat ons van God verhaalt (t) |
974 |
Maak ons uw liefde, God (t) |
976 |
Ons heeft de Heer met liefde neergeschreven (t) |
p 169 |
In de schaduw van uw vleugels (t) |
p 535 |
Zoals het licht ons elke morgen (t) |
p 1372 |
Wanneer wij moeten gaan (t) |