Zoek een persoon

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} personen getoond

Geen personen gevonden

Willem Barnard


pseudoniem: Guillaume van der Graft

geboren: 15 augustus 1920 te Rotterdam
overleden: 21 november 2010 te Utrecht

Bijdragen in het Liedboek

8 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven (t)
19 De hemel roemt de Heer (t)
20 Moge de Heer u antwoord geven (t)
25 Heer, ik hef mijn hart en handen (t)
25a Mijn ogen zijn gevestigd (t)
29 Gij die hoog verheven zijt (t)
32 Heil hem, wien God zijn ontrouw heeft vergeven (t)
35 Twist, Here, met mijn twisters, strijd (t)
45 Met luide stem breng ik de koning hulde (t)
53 De dwaas zegt in zijn hart: ‘Er is geen God’ (t)
61 O Here, verhoor mijn smeken (t)
62 Mijn ziel is stil tot God mijn Heer (t)
65 De stilte zingt U toe, o Here (t)
68 God richt zich op, de vijand vlucht (t)
69 Red mij, o God, het water stijgt en stijgt (t)
76 God wordt geëerd in Israël (t)
78 Mijn volk, ik ga geheimen openleggen (t)
80 O God van Jozef, leid ons verder (t)
81 Jubel God ter eer (t)
82 God staat in ’t midden van de goden (t)
83 Zwijg niet, o God, verhef uw woord (t)
87 Op Sions berg sticht God zijn heilige stede (t)
92 Waarlijk, dit is rechtvaardig (t)
95 Steek nu voor God de loftrompet (t)
100 Juich Gode toe, bazuin en zing (t)
103c Loof de koning, heel mijn wezen (v)
107 Gods goedheid houdt ons staande (t)
111 Van ganser harte loof ik Hem (t)
119 Welzalig wie de rechte wegen gaan (t)
120 Ik hief mijn stem in vrees en beven (t)
121 Ik sla mijn ogen op en zie (t)
123 Tot U, die zetelt in de hemel hoog (t)
124 Laat Israël nu zeggen blij van geest (t)
128 Welzalig is een ieder (t)
130 Uit diepten van ellende (t)
132 Heer, denk aan David en zijn eed (t)
138 U loof ik, Heer, met hart en ziel (t)
142 Tot God de Heer hief ik mijn stem (t)
148 Halleluja! Prijs God en zing (t)
154a Gij werken des Heren, zegen de Heer (t)
158a God zij geloofd uit alle macht (t)
175 Wij hebben een sterke stad (t)
214 Het licht dat weer opnieuw begon (v)
215 Ontwaak, o mens, de dag breekt aan (v)
243 O Heer mijn God, ook deze nacht (v)
247 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt (v)
255 Gij volgt ons uit Jeruzalem (t)
350 Het water van de grote vloed (t)
351 In U zijn wij begrepen (t)
365 Wij dragen onze gaven (t)
383 Zeven was voldoende (t)
384 Als koning opgetreden (t)
405 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig (v)
450 Verblijd u in de Heer te allen tijd (t)
466 O wijsheid, daal als vruchtbare taal (t)
472 Hoor de herders, hoe ze Hem loven (v)
481 Hoor, de engelen zingen de eer (v)
487 Eer zij God in onze dagen (t)
512 O Jezus, hoe vertrouwd en goed (v)
519 Gij die de ster van David zijt (t)
536 Alles wat over ons geschreven is (t)
538 Een mens te zijn op aarde (t)
540 Het waren tien geboden (t)
544 Christus naar wie wij heten (t)
546 Wees blijde nu, in ’t midden van het lijden (t)
547 Met de boom des levens (t)
550 Verheug u, gij dochter van Sion (t)
556 Alles wat over ons geschreven is (t)
557 Naam van Jezus die ten dode (t)
578 O kostbaar kruis, o wonder Gods (v)
589 O lichaam van het woord (t)
591 O Heer, wees met uw kerk (t)
645 Zing ten hemel toe (t)
650 De aarde is vervuld (t)
651 Christus heeft voor ons geleden (t)
652 Zing jubilate voor de Heer (t)
655 Zing voor de Heer een nieuw gezang (t)
659 Kondig het jubelend aan (t)
664 Naam van Jezus, nu verheven (t)
705 Ere zij aan God, de Vader (v)
713 Wij moeten Gode zingen (t)
726 Hoor een heilig koor van stemmen (v)
727 Voor alle heiligen in de heerlijkheid (v)
731 Vergeet niet hoe wij heten (t)
732 Voor de toegewijden (t)
733 Vrienden die zijn overleden (t)
737 Jeruzalem, mijn vaderstad (t)
743 Wij offerden aan goden (t)
756 Laat komen, Heer, uw rijk (v)
762 De Heer richt op zijn berg een maaltijd aan (t)
763 Zij zullen de wereld bewonen (t)
764 Een zaaier ging uit om te zaaien (t)
765 Gij hebt met uw brede gebaren (t)
766 Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen (t)
767 De toekomst van de Heer is daar (t)
803 Uit Oer is hij getogen (t)
827 Mensen, wij zijn geroepen om te leven (t)
840 Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’ en ik kom (t)
841 Wat zijn de goede vruchten (t)
851 Gij, hemelhoog verheven (t)
870 Heilige God, geprezen zij (v)
911 Rots waaruit het leven welt (v)
948 Als Gij er zijt, wees dan aanwezig (t)
968 De ware kerk des Heren (v)
972 Hoe goed, o Heer, is ’t hier te zijn (t)
979 De vogels van de bomen (t)
990 De laatsten worden de eersten (t)
991 De eersten zijn de laatsten (t)
993 Samen op de aarde (t)
1009 O lieve Heer, geef vrede (t)
p 1371 Spelbreker die beslag (t)
p 1416 Gij gaat voorbij. Een grote ademtocht (t)
p 1482 Bij het vallen van de nacht (t)
p 1561 Talloos de liederen (t)

Biografische notitie

Nederlands theoloog die als dichter publiceerde onder de naam van Guillaume van der Graft. Na zijn studie theologie in Utrecht was hij vanaf 1946 predikant in Hardenberg, vervolgens vanaf 1950 te Nijmegen. Vanaf 1954 was hij studiesecretaris van de Prof. Dr. G. van der Leeuwstichting, een ontmoetingscentrum voor kerk en kunst. In die hoedanigheid organiseerde hij samen met ds. W.G. Overbosch en de musicus Frits Mehrtens de ‘Nocturnediensten’ in de Maranathakerk, een liturgische broedplaats, waar veel van zijn kerkliederen zijn ontstaan. Van 1961 tot zijn vervroegd emeritaat in 1971 was hij predikant in Rozendaal (Gld.).
Hij schreef een veelomvattend oeuvre waarvan een groot deel bijeen is gebracht in Verzamelde Gedichten, Verzamelde Liederen en Verzameld Vertoog.

Externe link

https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Barnard
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=graf002