geboren: 12 maart 1607 te Gräfenhainchen (bij Wittenberg)
overleden: 7 juni 1676 te Lübben (Brandenburg)
Bijdragen in het Liedboek
146a | Laat ons nu vrolijk zingen (t) |
211 | De gouden zonne heeft overwonnen (t) |
212 | Laten wij zingend deze dag beginnen (t) |
441 | Hoe zal ik U ontvangen (t) |
475 | Ik mag hier aan uw kribbe staan (t) |
576 | O hoofd vol bloed en wonden (t) |
577 | O wereld, zie uw leven (t) |
623 | O hart, spring op vol vreugde (t) |
902 | Is God de Heer maar voor mij (t) |
903 | Zou ik niet van harte zingen (t) |
904 | Beveel gerust uw wegen (t) |
977 | Ga uit, o mens, en zoek uw vreugd (t) |
Biografische notitie
Studeerde theologie te Wittenberg, maar werd pas in 1651 predikant te Mittenwalde, iets ten zuiden van Berlijn. Werkte daarvoor als huisonderwijzer. Werd in 1657 predikant van de Nikolaikirche te Berlijn. Raakte daar vanwege zijn streng lutherse overtuiging in conflict met calvinistische keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg. Werd in 1666 als predikant geschorst en in 1669 predikant te Lübben, aan de rand van het Spreewald.
Gerhardt schreef 134 liederen, geen vrije gedichten. Zijn bekendheid dankt hij vooral aan Johann Crüger (1598-1662), cantor van de Nikolaikirche, die 18 liederen van hem opnam in de tweede druk van het veel gebruikte gezangboek Praxis Pietatis Melica (1647). In de vijfde druk (1653) was het aantal Gerhardtliederen opgelopen tot 81.
De liederen van Gerhardt worden gekenmerkt door een groot godsvertrouwen en zijn daardoor tot in onze tijd geliefd. Zijn O Haupt voll Blut und Wunden is zijn bekendste lied (Liedboek 576).