Zoek een persoon

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} personen getoond

Geen personen gevonden

J.C. Schagen


eigenlijke naam: Johan Christiaan Jacob van Schagen

geboren: 11 december 1891 te Vlissingen
overleden: 17 april 1985 te Deventer

Bijdrage in het Liedboek

p 1237 Wit (t)

Leven en werk

Johan Christiaan Jacob van Schagen werd in Vlissingen geboren. Hij studeerde rechten in Utrecht en Amsterdam. In 1920 promoveerde hij, waarna een ambtelijke loopbaan volgde, eerst bij de gemeente Den Haag, later bij de gemeente Rotterdam. Toen hij in 1942 zijn baan verloor, ging hij een opleiding volgen aan de Rotterdamse Academie voor Beeldende Kunst, met name in grafische technieken. Na zijn Rotterdamse periode keerde hij terug naar Walcheren, waar hij in eigen beheer onder andere zijn zogenaamde Domburgse cahiers (met proza en poëzie) uitbracht. Een uitgebreide bloemlezing uit zijn oeuvre verscheen in 1972 bij Van Oorschot onder de titel Ik ga maar en ben.

Als dichter en kunstenaar huldigde Van Schagen de opvatting dat alles ons toevalt en dat het dus niet aan de kunstenaar of aan de dichter is om onderscheid te maken tussen goed en niet goed of mooi en lelijk. Dat heeft een oeuvre van proza en poëzie opgeleverd waarin sterke en zwakke, soms ronduit flauwe, teksten naast elkaar staan. Dat hij daar bewust en principieel voor gekozen heeft, bleek ook na het verwijt van zijn Zeeuwse collega-dichter Hans Warren dat hij niet wist te schiften. Van Schagens reactie daarop: ‘God schift niet, integendeel, Zijner is de volstrekte hutspot.’

Van Schagen maakte naam met de bundel Narrenwijsheid (1925), een verzameling proza en poëzie waarin verwondering over de schepping in haar meest onbeduidende verschijningsvorm overheerst.

Auteur: René van Loenen

Externe link

https://nl.wikipedia.org/wiki/J.C.J._van_Schagen
http://www.dbnl.org/tekst/bork001nede01_01/bork001nede01_01_1169.php