foto uit 1976
geboren: 9 december 1923 te Broek op Langendijk
overleden: maart 2002 te Orvelte
Bijdragen in het Liedboek
11 | Ik schuil bij God. Hoe kunt gij dan nog zeggen (t) |
12 | Breng redding, Heer, de vroomheid is geweken (t) |
29 | Gij die hoog verheven zijt (t) |
34 | Ik loof de Heer altijd (t) |
36 | De zonde die de zondaars vleit (t) |
42 | Evenals een moede hinde (t) |
52 | Waarom toch het kwaad zo te prijzen (t) |
58 | Gij hoge raad, bijeengekomen (t) |
70 | Haast u om mij te redden, God (t) |
85 | Gij waart goedgunstig voor uw land, o Heer (t) |
88 | Heer, die mijn heil, mijn helper zijt (t) |
90 | Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen (t) |
93 | De Heer is koning, Hij regeert altijd (t) |
95 | Steek nu voor God de loftrompet (t) |
115 | Niet ons, o Heer, niet ons zij eer gewijd (t) |
134 | Gij dienaars aan de Heer gewijd (t) |
135 | Halleluja! loof de Heer (t) |
140 | Bescherm mij, Heer, behoed mijn leven (t) |
247 | Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt (v) |
621 | Heerlijk verschenen is de dag (v) |
797 | Ach hoe vluchtig, ach hoe nietig (v) |
Biografische notitie
Heeft enige jaren aan de psalmberijming van 1968 meegewerkt. Vertaalde daarnaast enkele liederen, maar onttrok zich daar verder aan. Was de meest existentialistische van de zogenaamde ‘mythologische dichters’, die in de jaren vijftig van de twintigste eeuw naast de experimenten van ‘De Vijftigers’ bepalend waren voor de poëzie in Nederland. Na een periode waarin hij geen poëzie schreef, richtte hij zich in de jaren tachtig van de twintigste eeuw op de haiku en liet verschillende bundels met deze dichtvorm het licht zien.
Externe link
http://www.dbnl.org/tekst/bork001schr01_01/bork001schr01_01_0781.php