Zoek een lied

{{ filtered.length }} van {{ totalItems}} liederen getoond

Geen liederen of gedichten gevonden

288 - Goedemorgen, welkom allemaal


Welkomstlied


Tekst

Ontstaan en verspreiding

Bij de godsdienstmethode Kind op Maandag van de Nederlandse Zondagsschool Vereniging (NZV) zijn in de loop der jaren vele liederen ontstaan, vaak in opdracht geschreven, zoals het lied ‘Goedemorgen, welkom allemaal’. Een aantal liederen werd later bijeengebracht in Kom, zing mee: nieuwe geloofsliederen voor kinderen (z.p., 2005, nr. 25).
Gerrit Baas heeft de melodie van dit lied rond 2001 geschreven (mail 22 september 2014 aan de compendiumredactie).

Inhoud

Dit lied draagt de titel ‘Welkomstlied’, aanvankelijk bedoeld voor de dagopening op school, maar het kan ook goed functioneren in als openingslied voor de kindernevendienst.
De tekst van Bette Westera valt in twee delen uiteen: in het eerste deel (regel 1-4) zingen de zangers elkaar toe, begroeten elkaar. Eenieder mag zijn of haar gevoel inbrengen: ‘vrolijkheid en pijn’ (regel 3-4).
In het tweede deel (regel 5-8) wijzigt het karakter van de tekst en wordt het een gebed: God wordt gevraagd om in de kring van kinderen aanwezig te komen (regel 5). Bij deze zin kunnen wel vraagtekens gesteld worden. Voor een opening op school kan dat zo verstaan worden, maar in de liturgie (en is de kinderkerk ook niet liturgie?) komen mensen in de kring van God.
Er zit een fraaie parallel tussen de twee delen: regel 2 zegt: ‘ik met mijn en jij met jouw verhaal’; regel 7 is bijna daaraan gelijk: ‘Ik met mijn en U met uw verhaal’. Zo worden het verhaal van mensen en het verhaal van God en de mensen met elkaar verbonden.


Melodie

Gerrit Baas schreef een eenvoudige melodie in G-groot, die de structuur van de tekst ondersteunt: het eerste en het tweede deel zijn nagenoeg gelijk. De enige afwijking in het tweede deel is de slotregel die vanwege het metrum met een opmaat begint.De melodie heeft een beperkte omvang (d’-b’) en een eenvoudig ritme in voornamelijk kwartnoten. Het ritme van de regels is gelijk, met uitzondering van de vierde en achtste regel, waar de tweede maat niet uit achtste noten en een halve noot bestaat, maar slechts uit een gepunteerde halve noot. De melodiecurve is heel natuurlijk: in de eerste en tweede regel eerst stijgend (van de dominant naar de terts) en dan hoofdzakelijk dalend en terugkerend naar de dominant. De derde regel is gelijk aan de eerste. De vierde regel is een klassieke bevestiging van de toonsoort, maar anders dan men daarbij wellicht verwacht begint deze regel met een e’ en niet met de dominanttoon d’. Al met al een toegankelijk lied dat door de liedboekredactie werd geselecteerd, vooral omdat het in een brede context kan functioneren.

Auteur: Pieter Endedijk


Media

Video: Liedboek 288